Door Juliet Hulsbergen – 11/2/2022
MULISCH, H. De Elementen
De Bezige Bij, Amsterdam, 1997, zesde druk
Oorspronkelijke druk 1988, 114 pagina’s
Inhoud
Een man van veertig jaar, Dick Bender, zit in een midlifecrisis en heeft een huwelijkscrisis met zijn
vrouw Regina. Samen met zijn vrouw en kinderen gaan ze op vakantie naar Kreta. Wanneer Dick met
zijn zoon, Dick, langs een paar ruïnes loopt, vraagt zijn zoon of hij en Regina gaan scheiden. Hij zegt
dat ze nooit zullen scheiden en vraagt tegelijkertijd wat Ida hiervan denkt. Later gaat hij met Ida naar
het Diktigebergte waar hij te weten probeert te komen wat Regina van het huwelijk denkt. Dick, de
zoon van Dick, is, evenals Regina, niet meegegaan omdat hij was gevallen. Op de een-na-laatste dag
van de vakantie komen Dick en Regina de vrouw van Job, een belangrijke klant van Dick, tegen in de
haven. Job en zijn vrouw, Ingeborg, hebben daar een enorme jacht liggen vol beroemde en rijke
gasten. Ze worden uitgenodigd om aan boord te gaan, maar Regina merkt al snel dat niemand tegen
ze praat waarna ze het jacht verlaten. Later die avond zitten Dick en Regina samen op het strand. Ze
hebben daar een gesprek over een vleermuis die in het hotel zat. Dit was erg bijzonder omdat ze
nooit meer met elkaar praten. Jaren gelederen zouden ze zelfs nog ruzie hebben gemaakt. Vanwege
dit ene gesprek hebben ze die avond met elkaar gevrijd. Die volgende dag waait het heel erg hard en
komt er zelfs een storm op zetten. Regina besluit dan om met de kinderen te picknicken in de
heuvels. Dick, de vader, besluit dan om even te lopen over het strand en krijgt het idee te gaan
diepzeeduiken. Wanneer hij dat doet ziet hij een beeldje van een hermafrodiet op de bodem van de
zee liggen. Dat kostbare beeldje pakt hij vervolgens op om mee naar huis te nemen. Wanneer zijn
hoofd boven het wateroppervlak uit komt ziet hij een vliegtuig. Hij dacht dat het de politie misschien
zou zijn om hem te arresteren omdat hij het beeldje had opgepakt. Hij verwierp deze gedachte
omdat het niet mogelijk kon zijn. Toen hij zijn hoofd weer onder water stak werd hij opgeschept
door het vliegtuig, wat een blusvliegtuig bleek te zijn. Vanuit een klein speeltje in het blusvliegtuig
zag Dick het vuur, wat het blusvliegtuig verklaart. Dan valt Dick uit het vliegtuig, door de lucht, in het
vuur. Bijzonder is dat Dick niet bang is. Wanneer Dick door de lucht valt ziet hij Regina’s auto nog
staan en weet hij dat zij haar sigaret weer eens niet goed heet uitgemaakt.
Maar het toeval van deze dood is slechts schijn, want zoals gezegd leeft Dick om te sterven. Dick
bestaat dus, volgens hemzelf, omdat hij aan zijn einde komt. Zijn vrouw Regina heeft al voorspeld
hoe, die hem in stilte al heeft toegeroepen dat hij kan doodvallen. Na de dood van Dick blijft het
goddelijke element over, Quintessens, een hoofdstuk waarin de verteller niet meer via de personage
praat, maar de lezer toespreekt. De lezer, die nog oneindig te lezen heeft en een verteller, die nog
oneindig te schrijven heeft.
Karakteristiek
Vertelde tijd en tijdsverloop
Op bladzijde negen staat: ‘’Nee, je bent een Nederlandse man op Kreta en het is een zomer aan het
eind van de twintigste eeuw. Dat is nu vastgelegd.’’. Zoals je uit het voorgaande citaat kunt afleiden,
speelt het verhaal zich ergens aan het eind van de twintigste eeuw af. Dit zou je ook af kunnen
leiden van het beroep van Dick Bender, art director. Het verhaal, dat chronologisch verteld is, begint
ab ovo, de verteltijd is 114 bladzijden en de vertelde tijd is ongeveer een maand. Vertraging vindt
plaats wanneer Dick uit het blusvliegtuig valt. Er bevinden zich veel flashbacks in het verhaal die zich
vaak afspelen in Amsterdam. Dit zijn vaak herinneringen zonder belangrijke functie. Ook bevat het
verhaal tijdssprongen, deze duren een paar dagen.
Geleiding
Het boek is, net zoals een klassieke tragedie, verdeeld in vijf hoofdstukken, met ongenummerde
paragrafen, die elk een element als titel hebben. Ieder deel is ongeveer half zo lang als het
voorgaande. Het eerste deel, Aarde, bevat tien van de paragrafen. Het tweede deel, Water, bevat
zes paragrafen. Het derde deel, Lucht, bevat twee paragrafen. Het vierde deel, Vuur, bevat één
paragraaf en het laatste en vijfde deel, Quintessens, bevat ook één paragraaf. De titel van het vijfde
1