Privaatrecht 2021
Opzet van het vak:
- Inleiding verbintenissenrecht en het contractenrecht (HC 1t/m 3)
- Goederenrecht (HC 4t/m 7)
- Aansprakelijkheidsrecht (HC 8 en 9)
- Personen- en familierecht (HC 10)
HC 1: Privaatrecht – inleiding en bronnen van verbintenissen
Context van het recht
‘Het recht kan niet los worden gezien van de context waarin het zijn oorsprong en toepassing vindt.
Objectief vs. Subjectief recht
- Objectief recht (‘het’ recht)
Het geldende recht
Objectief recht gaat over regels: de eigenaar van een fiets heeft het recht die te
verkopen, wie die eigenaar ook is. Objectief recht is het geheel van rechtsregels en
normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten.
- Subjectief recht (‘een’ recht)
Een aan iemand toekomende bevoegdheid
Een subjectief recht is een recht dat iemand kan hebben: ik heb het recht van
vrijheid van meningsuiting, en ik heb als eigenaar het recht mijn fiets te gebruiken,
en die eventueel te verkopen.
Verschil tussen objectief en subjectief
- Als iets objectief waar is, dan is het een feit. Subjectieve dingen zijn juist meningen.
Het privaatrecht
Wat is privaatrecht?
- Recht dat betrekking heeft op geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven
onderling of tussen burgers en bedrijven. Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of
privaatrecht genoemd.
Welke rechten vallen onder privaatrecht?
- Het burgerlijk recht alsmede het arbeidsrecht, het sociaal zekerheidsrecht, het handels- en
vennootschapsrecht en het civiele aansprakelijkheidsrecht vormen samen het materieel
privaatrecht. Het formeel privaatrecht beschrijft de civiele rechtspleging, dit is het burgerlijk
procesrecht of gerechtelijk recht.
Wat is een voorbeeld van privaatrecht?
- Het Personen- en familierecht, gaat over rechten bij adoptie, de leerplicht, huwelijk en
echtscheiding en valt onder het Burgerlijk recht. Het vermogensrecht is onder te verdelen in
het goederenrecht en het verbintenissenrecht.
Het privaatrecht regelt de verhoudingen tussen personen, tussen burgers onderling
, - Een overkoepelend begrip, het bevat veel deelrechtsgebieden
- Onderscheid met staats- en bestuursrecht en strafrecht (allen publiekrecht)
Privaatrechtelijke voorbeeldvragen
- Hoe komt een overeenkomst tot stand?
- Moet de buurman zijn overhangende boom weghalen?
- Wie is de eigenaar van dit gebouw? (of data in de Cloud)?
- Hoe kan ik mijn huis verkopen en overdragen aan een ander?
- Maak ik inbreuk op een auteursrecht door foto’s van anderen te gebruiken?
Privaatrecht als rechtsbron
- Uit de rechtsbronnen vloeien rechtsregels voort, regels die behoren tot het positieve recht.
erkende (formele) rechtsbronnen:
Wetten (en parlementaire geschiedenis)
Uitspraken van rechters (rechtspraak, jurisprudentie)
Gewoonte
Europese en internationale richtlijnen en verdragen
- Maar ook:
Wetenschappelijke literatuur, contracten, algemene voorwaarden, etc.
Positief recht:
- Het positief recht, ook wel vigerend recht of objectief recht genoemd, is het recht dat op een
bepaald tijdstip en op een bepaalde plaats geldt. Zo is het recht dat vandaag in Nederland
van kracht is, het Nederlands positief recht.
Belangrijkste bronnen van het privaatrecht
- Burgerlijk Wetboek (BW)
Boek 1 personen- en familierecht
Boek 2 rechtspersonenrecht
Boek 3 vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 erfrecht
Boek 5 zakelijke rechten
Boek 6 verbintenissenrecht: overeenkomsten- en aansprakelijkheidsrecht
Boek 7 bijzondere overeenkomsten
Boek 7a vervolg
Boek 8 verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10 internationaal privaatrecht
- Wetboek Burgerlijke rechtsvordering, Faillissementswet, Auteurswet etc.
- Jurisprudentie (rechtspraak.nl)
Gelaagde structuur
-> Hiermee wordt de opbouw van een wet of wetboek bedoeld. De algemene bepalingen worden
eerst behandeld, daarna de specifieke bepalingen.
Gelaagde structuur van de BW:
- Het houdt in, dat er eerst algemene regels worden genoemd, daarna specifieke regels. Hoe
verder naar voren een artikel in het Burgerlijk Wetboek staat, hoe algemener het is. Een
, voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de koopovereenkomst, die in het BW in Boek 7 wordt
genoemd.
- Systematiek BW: van algemeen naar bijzonder
- Voorbeeld: boek 3 (rechtshandeling), boek 6 (overeenkomst algemeen), boek 7
(koopovereenkomst)
Privaatrecht
- Personenrecht:
Het personenrecht vormt samen met het familierecht het rechtsgebied personen-
en familierecht. Onder de moderne term personen- en familierecht worden alle
regelingen begrepen die betrekking hebben op individuele personen en de
verhoudingen binnen een familie, zoals natuurlijke persoonlijkheid, huwelijk,
ouderschap en voogdij.
Personen- en familierecht (boek 1 en 4)
Het Nederlandse rechtspersonenrecht is het deel van het Nederlandse recht dat
betrekking heeft op organen, organisaties en andere juridische structuren die
rechtspersoonlijkheid hebben. Dit wil zeggen dat ze zelfstandig rechten en plichten
kunnen hebben, los van de mensen die ermee verbonden zijn. Zulke structuren
worden rechtspersonen genoemd.
Rechtspersonenrecht (boek 2)
- Vermogensrecht (algemeen, boek 3): Het vermogensrecht is onderdeel van het privaatrecht
en omvat het geheel van bepalingen dat betrekking heeft op vermogensbestanddelen. Twee
grote gebieden binnen het vermogensrecht zijn het goederenrecht en het
verbintenissenrecht. Het erfrecht behoort ook deels tot het vermogensrecht.
Verbintenissenrecht (boek 6, 7, 7a en 8): Verbintenissenrecht is het recht dat ziet op
alle civiele verbintenissen. Een verbintenis is een vermogensrechtelijke
rechtsbetrekking tussen twee of meer personen op grond waarvan de ene partij
(schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij
(schuldeiser) is gerechtigd.
Contractenrecht
Het contractenrecht regelt onder andere hoe overeenkomsten tot
stand komen, waaraan ze moeten voldoen om geldig te zijn en wat
er gebeurt als een overeenkomst niet wordt nageleefd.
Aansprakelijkheidsrecht
Het aansprakelijkheidsrecht regelt het herstel of de compensatie van
geleden schade. Een bedrijf of persoon kan aansprakelijk worden
gesteld voor de geleden schade. Dit kan bijvoorbeeld na een
verkeersongeval, een bouwfout, bij contracten waarin iets misgaat,
bedrijfsongevallen of een medische fout. Het uitgangspunt in de wet
is, dat iedereen zijn eigen schade draagt.
Goederenrecht (boek 5)
Goederenrecht gaat over het eigendom en zeggenschap over goederen.
Eigendom verschaft de rechthebbende de meest verstrekkende
bevoegdheden. Beperktere zeggenschap over een goed geven het recht van
vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, opstal, erfpacht, van pand en van
hypotheek en het appartementsrecht.
, Verbintenissen- vs. Goederenrecht
Verbintenissenrecht:
- Verhouding tussen twee of meer personen
- Relatief recht
Een relatief recht (ook wel persoonlijk recht genoemd) is een vermogensrecht dat
slechts in relatie tot een of meer bepaalde rechtssubjecten kan worden uitgeoefend.
Een relatief recht staat tegenover een absoluut recht, wat de rechthebbende
tegenover ieder rechtssubject kan doen gelden.
- Voorbeeld: koop van een fiets
- Rechten en verplichtingen van partijen: verbintenissen
Goederenrecht:
- Verhouding tussen personen tot goederen
- Absoluut recht
Het absoluut recht is een recht dat tegenover iedereen kan worden gehandhaafd.
- Voorbeeld: eigendom van een auto
- Zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3.2 BW)
Art. 3.2 BW: ‘Zaken zij de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.’
Onlosmakelijke verbondenheid tussen verbintenissenrecht en goederenrecht. Hoewel de
rechtsgebieden nauw verbonden zijn, gaat het goederenrecht doorgaans om absolute rechten, die
tegenover iedereen kunnen worden gehandhaafd. In het verbintenissenrecht spelen alleen de
rechten een rol die tegenover de wederpartij gehandhaafd kunnen worden.
De verbintenis:
Onder een verbintenis verstaan we een rechtsbetrekking tussen twee personen krachtens welke de
één verplicht is tot een bepaalde prestatie ten opzichte van de ander. Een verbintenis is een
rechtsbetrekking tussen twee of meerdere partijen, waaruit recht en verplichtingen tussen de
partijen voortvloeien.
- Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking;
- Tussen twee of meer personen;
- Op grond waarvan de één een recht heeft op een prestatie;
- Waartoe de ander verplicht is die te verrichten.
De verbintenis nader bekeken
- Verkoper (rechtssubject, natuurlijk persoon)
- Koper (rechtssubject, natuurlijk persoon)
- Fiets (rechtsobject, zaak, goed)
Art. 3:37 lid 1 BW:
‘Tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen, met inbegrip van mededelingen, in iedere vorm
geschieden, en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.’
Overeenkomst
Art. 6:213 lid 1 BW: een overeenkomst in de zin van deze titel is een meerzijdige rechtshandeling,
waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.