Samenvatting AEC3 periode 4. De hoofdstukken die aan bod komen zijn: H11, H12, H13, H14, H15, H20 en H21.
Met deze samenvatting, vergroot je je kans op een voldoende!
Succes met leren!
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 11 Geld en Bankwezen 2
Hoofdstuk 12 De Betekenis van het Geld 7
Hoofdstuk 13 De Centrale Bank 10
Hoofdstuk 14 Inflatie 13
Hoofdstuk 15 De Vermogensmarkt 18
Hoofdstuk 20 Collectieve Sector: Omvang en Betekenis 23
Hoofdstuk 21 Rijksoverheid 29
Stijn van Winkel
,Hoofdstuk 11 Geld en Bankwezen
11.1 Banken en bedrijven
Een goed functioneerde bank is van groot belang voor het bedrijfsleven.
Er zijn 4 taken te onderscheiden:
1. Banken verschaffen kredieten aan bedrijven.
Banken trekken middelen aan (spaargeld) en zijn kunnen op basis hiervan leningen
verstrekken. Deze kredietverlening kan verschillend zijn: rekening-courantkrediet;
huurkoop; leasing; exportfinanciering.
2. Banken verzorgen het betalingsverkeer.
Onder andere de overboekingen van de ene naar de andere bankrekening. Maar ook
bieden banken dekking voor valutarisico’s met behulp van valutatermijntransacties en
valutaopties.
Bij een valutatermijntransactie wordt er een contract afgesloten waarin de looptijd en
contractgrootte volledig zijn afgestemd. Van te voren is dan bekend welk bedrag degene in
euro’s kwijt is of zal ontvangen.
Als de import- of exporttransacties in een vreemde valuta worden afgehandeld, bestaat het
risico dat de koers van deze valuta zich ongunstig ontwikkeld. Met een valutaoptie is er
meer zekerheid en worden de beoogde marges op de transacties behouden. Aan de ene
kant wordt er een risico afgedekt, maar wordt er wel geprofiteerd van een gunstige
koersontwikkeling.
3. Banken bieden hun diensten aan in het kader van het provisiebedrijf.
Bijvoorbeeld effectenbemiddeling en merchant banking.
Effectenbemiddeling: zoals het begeleiden van een aandelenemissie.
Merchant banking: het voor bedrijven en de overheid bemiddelen bij
kapitaalmarkttransacties.
4. Banken treden op als adviseur.
Vooral als adviseur bij zakendoen in het buitenland. Zij bieden niet alleen hulp bij de nodige
bankzaken, maar bieden ook hulp met hun kennis van lokale handelsgebruiken,
douanebepalingen, wetgeving enz…
11.2 Geld en geldfuncties
Geld = elk ruilmiddel dat in ruime kring wordt geaccepteerd.
Geld is een ruilmiddel met ongedifferentieerde koopkracht, oftewel: geld kun je in alle opzichten als
ruilmiddel gebruiken.
Geld heeft 3 functies:
1. Ruilmiddel.
Door geld te gebruiken wordt de ruil in tweeën gesplitst.
Vb: een ondernemer betaalt zijn personeel een salaris in ruil voor de arbeid die het
personeel levert.
2. Rekenmiddel.
Verwachte kosten en opbrengsten uitdrukken in geld.
Vb: als een onderneming een begroting maakt om daarmee een investeringsbeslissing te
onderbouwen.
3. Oppotmiddel.
In een geldloze economie kan men zijn vermogen alleen maar bewaren in de vorm van
goederen (goud, grond, gebouwen etc.). Door het gebruik van geld hoeft dit niet en kun je
liquide blijven.
Bank koopt met euro’s, Amerikaanse dollars —> Europese bankbiljetten omloop stijgt.
Bank verstrekt een rekening-courant krediet aan een ondernemer —> girale geldhoeveelheid stijgt.
Enge geldhoeveelheid (M1) is al het chartale en girale geld dat in handen is van burgers — geld
dat zich bevindt in kassen van banken en centrale overheden.
11.3 Banken in Nederland
Een bank is een kredietinstelling of andere financiële instelling die:
• deposito’s aantrekt van het publiek;
• voor eigen rekening krediet verstrekt en/of belegt in effecten.
Het gaat vooral om de geldscheppende banken. Dat zijn banken waarvan haar kortlopende
schulden door de crediteuren als betaalmiddel worden gebruikt. Die crediteuren zijn de klanten van
de bank.
De voornaamste geldscheppende banken in Nederland zijn: de algemene banken, de Rabobanken
en de spaarbanken.
Algemene banken hebben een breed werkterrein. Het dienstenpakket bestaat uit:
• het verzorgen van het girale betalingsverkeer;
• het aantrekken van spaargelden;
• het verlenen van kredieten aan bedrijven en particulieren;
• het bemiddelen bij de aan- en verkoop van effecten;
• verzekeringen;
• projectontwikkeling.
De grootste algemene bank is de ING. De Rabobank is na de ING de grootste.
De reden dat de Rabobanken in geldstatistieken niet tot de groep algemene banken worden
gerekend, is omdat zij een afwijkende organisatievorm hebben. De plaatselijke vestigingen hebben
een grote mate van zelfstandigheid. Verder zijn zij voor een groot deel gelijk aan algemene
banken.
Bij spaarbanken ligt het accent op het aantrekken van spaartegoeden. Deze spaartegoeden
worden vervolgens belegen in staatsobligaties, hypothecaire kredieten en pandbrieven. Ook bij
spaarbanken is er intussen de mogelijkheid tot het aanhouden van een rekening-courant.
Hypotheekbanken trekken hun middelen aan door uitgifte van pandbrieven. Het ontvangen
vermogen geven zij, in de vorm van hypothecair krediet, door aan bedrijven en particulieren.
Een pandbrief is een schriftelijk bewijs dan met vermogen beschikbaar heeft gestald aan een
hypotheekbank. Deze pandbrieven worden verhandeld op de effectenbeurs.
Hypotheekbanken zijn geen geldscheppende banken maar secundaire banken. Hun krediet
verlening heeft geen invloed op M1.
Een internationale vergelijking van banken rangschikt men banken naar het kernkapitaal.
Kernkapitaal = het kapitaal dat de bank vrij ter beschikking heeft en waaruit dus eventuele
verliezen kunne worden opgevangen.
Stijn van Winkel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Stijn_. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.