HC 1 Mohammed en de Koran 16-11-2021
Termen op Nestor moet je kennen. Op het tentamen moet je die begrippen in het Nederlands kunnen
definiëren. Daarnaast komt bijv. een essayvraag, dan moet je de begrippen actief betrekken. Je moet de
begrippen dus actief kennen.
Inleiding: Islam en Islamwetenschap
Indonesië is het land met het grootste aantal moslims, gevolgd door India en Pakistan. De meeste
moslims wonen dus niet in het Midden-Oosten. Een heel groot deel van de moslimbevolking spreekt
dan ook geen Arabisch. Arabocentrisme: de focus op de Arabische wereld; de Arabisch centralistische
blik is vanwege de diversiteit problematisch, aangezien er daardoor geen recht wordt gedaan aan de
tradities van veel moslims. De Arabocentrische bril is echter wel te verklaren door de opkomst van de
islam, die is immers gecentraliseerd op het Arabisch schiereiland en de Koran is in het Arabisch
geopenbaard aan Mohammed. De Koran verwijst ook naar zichzelf als de Arabische Koran. Ook de
islamitische intellectuele traditie is voor een groot deel in de Arabische taal. Voor veel moslims speelt
de Arabische taal dus wel een grote rol in het leven, ook al spreekt men niet (volledig) Arabisch.
De diversiteit moet dus niet uit het oog worden verloren, ook al is het Abrocentrisme wel te verklaren.
Wat is islam nu?
De idee dat de islam een soort kern heeft, was heel lang de gangbare opvatting onder wetenschappers
die zich bezighielden met de islam en met name in de 19e eeuw. Die wetenschappers waren met name
erg gefocust op de tekstuele bronnen uit de islamitische traditie. Er was dus een focus op de Koran,
Hadith en het islamitisch recht. In de hedendaagse moslims hadden de wetenschappers minder interesse.
Zij meenden dus dat de islam een soort kern had die in de Koran, Hadith en het islamitisch recht kon
worden gevonden.
Joseph Schacht heeft veel geschreven over het islamitisch recht en hij meent dat het islamitisch recht de
kern is van de islam.
Tegenover deze meer essentialistische benaderingen zijn er ook niet-essentialistische benaderingen:
• Sterke nadruk op islam als historisch fenomeen.
• Aandacht voor pluriformiteit en interne tegenstellingen; mag wel een soort ideaalbeeld zijn dat
wordt gegeven in islamitische recht, maar kan een heel ander praktijkbeeld zijn.
Shahah Ahmed beargumenteert dat de sterk tekstuele benadering van de islam heel dicht bij de
orthodoxie blijft en dat de benadering daarbij voorbijgaat aan ideaal en praktijk.
Er is uiteindelijk dus geen ideaal antwoord te geven voor wat de islam is.
Een andere benadering binnen de studie van de islam is het idee van lived religion. Dit idee houdt in dat
moet worden gekeken naar religieuze en spirituele praktijken die buiten religieuze normen vallen die
door religieuze instituten en geleerden worden aangedragen. Lived religion focust heel erg op individuen
en de manier waarop individuele moslims spirituele invulling geven aan het alledaagse leven. Wordt
dus meer gefocust op de gelovigen zelf. Er worden geen normatieve uitspraken gedaan over wie meer
moslim is of over wat meer islamitisch is.
Sommigen menen ook dat we af moeten van de islam, maar dat we moeten kijken naar islams. Iedere
moslim creëert volgens die gedachte zijn of haar eigen islam. Dit idee gaat echter volgens anderen
voorbij aan het feit dat verschillende verschijningsvormen van de islam verwijzen naar dezelfde heilige
bronnen en teksten en dat er weldegelijk overkoepelende kenmerken zijn binnen de gemeenschap van
moslims.
1
,Het leven van Mohammed
Het Arabische schiereiland lag ingeklemd tussen het Sassaniden Rijk en het Byzantijnse rijk. Het
schiereiland bestaat veelal uit steppe en woestijn, maar er zijn ook permanente oasis waar mensen vast
gevestigd zijn. Het zuidelijke gedeelte wordt Arabia Felix genoemd, omdat daar meer vruchtbare grond
was. De bevolking van het schiereiland bestaat uit sedentairen en nomaden. De structuur is een tribale
tussen stammen en clans.
Stammen zijn onderverdeeld in clans en clans bestaan weer uit bepaalde families. Er heerste dus geen
overkoepelend gezag.
De religieuze situatie is:
• Polytheïsme
• Joden
• Christenen
• Hanifs: (proto-)monotheïsten: mensen die wel idee van een god aanhangen, maar niet duidelijk
Joods of Christelijk zijn.
• Pelgrimage (hajj) naar Ka’ba in Mekka. Ka’ba wordt later in de islamitische traditie ook erg
belangrijk.
Naast deze religieuze groepen is er tribaal humanisme: betreft het geloof in het gezag en de geldigheid
van het individu en van alle individuen in een groep die de groep zijn waarde en eer geven. Wereldbeeld
komt met name voort uit de poëzie, waaruit idealen van dapperheid, geduld, gastvrijheid, eer, etc.
komen. Binnen het tribaal humanisme speelt het voortleven van herinnering in de eigen stam ook een
belangrijke rol. Leden van een bepaalde stam worden dus geprezen in de poëzie.
De hedendaagse wetenschappers hebben steeds meer oog voor dat de opkomst van de islam en de islam
moet worden gezien in het licht van de regio. Het Arabisch schiereiland wordt zoals gezegd ingeklemd
door het Christelijke Oost-Romeinse Rijk en het Sassaniden Rijk. Zij maakten beide gebruik van
vazallen, die als buffer werden gebruikt tussen de rijken in. De Lachmieden en de Ghassanieden.
Mohammed werd volgens de islamitische traditie geboren in 570 n.Chr. in Mekka. Hij behoort tot de
stam Quraysh en daarbinnen bij de clan Banu Hashim. De stam Quraysh was zeer prominent en de
clan Banu Hashim was wat armoediger. Mohammed wordt jong wees en wordt dan ook opgevoed door
zijn oom Abu Talib. Mohammed gaat als jonge man werken als bemiddelaar en karavanen begeleiden
in opdracht van Khadija, met Khadija trouwt hij later en krijgt hij een aantal kinderen, waarvan veel
overlijden. Rond zijn 40e trekt hij zich terug in een grot in de berg Hirã. Hij krijgt daar in 610 n.Chr.
zijn eerste openbaring. Hij krijgt bezoek van de engel Djibriel (Gabriel). Volgens de bibliografie van
de profeet kwam Djibriel bij Mohammed met een brokaten deken met schrifttekens erop, die
Mohammed moest voorlezen. Djibriel zei:
• Lees voor in de naam van jouw Heer die geschapen heeft
• De mens geschapen heeft uit een bloedklomp
• Lees voor! Zeer edelmoedig is jouw Heer
• Die onderwezen heeft met de pen
• De mens onderwezen heeft wat hij niet kende
(sura 96 Koran)
Mohammed schrikt van deze gebeurtenis en gaat naar huis. Daar vertelt hij aan zijn vrouw wat er
gebeurd is. Vervolgens krijgt hij met enige regelmaat nieuwe openbaringen. Khadija is een van de
eersten die hem steunt met zijn Profetische missie.
2
,In de eerste openbaringen staan centraal:
• Monotheïsme: grootheid en goedheid van de oppergod, Allah.
• Mohammed is de boodschapper.
• Het leven na de dood; geloof in einde der tijden en in het hiernamaals speelt een grote rol. De
mensen die niet in de boodschap hebben geloofd, staat een bestraffing te wachten.
Vanaf 613 – 622 verkondigt Mohammed zijn boodschap in Mekka. Er is in Mekka sprake van een
veranderend sociaal klimaat. Soort elite komt op en sprake van meer individualisme. In de Koranische
verzen wordt kritiek geuit op het materialisme van de Mekkanen. Onder de elite is er dan ook meteen
sprake van oppositie tegen de boodschap van Mohammed. Een kleine groep van Mohammeds
volgelingen vertrekt dan ook naar Abessynië in 615 n.Chr., dit wordt ook wel de kleine hijra genoemd.
619 n.Chr. wordt bekend als het rampjaar binnen de islamitische traditie, omdat dan Khadija en de
oom Abu Talib sterven. Ook komt er een boycot door de Quraysh. Dit ontaardt dan ook in 622 n.Chr
in de tocht naar Yathrib (het latere Medina): de migratie (hijra) genoemd. Kort voor deze periode maakt
Mohammed nog een hemelreis op het paard Burãq, in 621 n.Chr. Geleid door de engel Djibriel reist
Mohammed op een gevleugeld paard naar Jerusalem en daar ontmoet Mohammed de profeten Adam,
Yahya en Jezus (aka Isa), Yusuf, Idries, Haroen, Mozes en Abraham (Ibrahim). Hij gaat met hen naar
de hel en reist op naar de zeven hemelen en ontmoet in elk een van zijn profetische voorgangers. Eerdere
(Bijbelse) profeten spelen dus een belangrijke rol.
Kijk je naar de islamitische geschiedenis dan zegt de Koran niet expliciet dat Mohammed of andere
mensen niet mogen worden afgebeeld. In de geschiedenis werd Mohammed dan ook wel met een gezicht
afgebeeld en later met bijvoorbeeld een sluier, of door middel van een symbool (e.g. roos). In de
sjiitische traditie geldt het verbod op het idee dat je Mohammed of mensen niet mag afbeelden veel
minder.
In 622 n.Chr vertrekt Mohammed naar Medina, een oasisstad. Deze migratie markeert het begin van de
islamitische jaartelling. Voordat Mohammed naar Medina ging, was hij in Tahif aangekomen. Daar had
Mohammed gehoord van pelgrims uit Medina dat sprake was van twisten tussen de verschillende
stammen in Medina en was er behoefte aan een onpartijdige bemiddelaar. Mohammed vertrekt dan ook
naar Medina om als bemiddelaar op te treden. Zijn ook Joodse stammen aanwezig in Medina.
De periode in Medina markeert tevens het begin van een vroege gemeenschap van moslims (umma) in
Medina. Vanaf zijn komst naar Medina wordt Mohammed dan ook een staatsman naast een spiritueel
leider. Rond 622 wordt een soort overeenkomst gesloten: de constitutie van Medina. Mohammed komt
daarmee aan het hoofd te staan van de Mekkaanse migranten (Muhajirun), de Ansar (helpers) en de
Joodse stammen. Verdrag van Medina 622-624.
Hij ontvangt nog steeds openbaringen. De openbaringen bevatten steeds concretere voorschriften.
Veel islamwetenschappers maken dan ook onderscheid tussen:
• Verzen die zijn geopenbaard in Mekka (gekenmerkt door de belangrijkste doctrines van de
islam); en
• Medina (gekenmerkt door concretere voorschriften met bijna een juridische inslag).
In eerste instantie is dus sprake van toenadering van de Joodse stammen in Medina en Mohammed en
zijn volgelingen. Uiteindelijk is echter sprake van een breuk met de Joodse stammen. Deze breuk wordt
gesymboliseerd door de verandering van de gebedsrichting (qibla). De vroege gemeenschap richtte
zich naar Jerusalem. De Joden en de vroege moslimgemeenschap hadden dus eerst dezelfde richting.
Vervolgens wordt de richting van de moslims echter Mekka. Ook wordt er niet langer gevast op Ashura,
maar tijdens de islamitische maand: de Ramadan.
3
, De strijd met de Mekkanen duurt voort in de periode dat de moslimgemeenschap zich heeft gevestigd
in Medina. Er zijn verschillende veldslagen tussen de vroege moslimgemeenschap en de Mekkanen:
• 624: Slag bij Badr – slag tussen Mohammed en een grote karavaan uit Syrië → leidt tot grote
overwinning van de moslims. Tijdens deze strijd wordt bepaalde Joodse stam verdreven,
omdat zij hun handelsbelangen zouden hebben vooropgesteld boven de belangen van de mensen
uit Medina.
• 625: Slag bij Uhud – Mekkanen proberen wraak te nemen op bovenstaande. Moslims worden
sterk verzwakt. Ook nu wordt een Joodse stam verbannen, die een poging heeft gedaan om
Mohammed te vermoorden. Deze slag heeft dus een minder goed resultaat en dus roept het
twijfel op. Er wordt de interpretatie aangegeven dat deze slag een soort beproeving is van god
aan de moslims.
• 627: Slag van Khandaq – mekkanen vallen moslims aan. Medina graaft dan gracht om de
aanvallers buiten te houden. Ook nu werden delen van Joodse stammen vermoord/verruild.
• 628: Verdrag van Hudaybiyya: wapenstilstand, waarbij wordt afgesproken dat Mohammed
op pelgrimage mag gaan naar Mekka in ruil voor niet langer aanvallen van karavanen.
• Wapenstilstand wordt verbroken door Mekka.
• 630: Mohammed keert terug naar Mekka en zuivert de Ka’ba, zodat het een monotheïstische
plek wordt. Worden ook meer plekken veroverd op Arabisch schiereiland.
• 632: Mohammed sterft
• Vervolgens speelt er een opvolgingskwestie, zie college 3.
De bronnen voor het leven van Mohammed:
• De Koran: geeft weinig concrete informatie over het leven van Mohammed (hij wordt maar
vier keer genoemd). Staat überhaupt weinig concrete informatie over historische
gebeurtenissen.
▪ We kunnen er wel uit opmaken dat hij een centrale figuur is binnen islam, die in het
westen van Arabisch Schiereiland leefde. Wordt bijv. niet genoemd dat Mohammed is
geboren in Mekka. Tevens wordt de hijra niet genoemd
• Corpus hadith: verzamelde uitspraken over het doen en laten van Mohammed.
▪ Dit leert ons wat de gewoonten (soenna) van de profeet waren.
▪ Eerste hadith dateert uit de 8e eeuw, dus best lang na de periode waar het leven van
Mohammed wordt gesitueerd (late 6e en begin 7e eeuw).
• De sira: berichten en verhalen over het leven van Mohammed.
▪ Stamt ook uit een latere tijd. Een van de eerste biografen die sira heeft samengesteld is
Ibn Ishaq. Ibn Ishaq kwam te overlijden in 767, dus ver na het leven van Mohammed.
▪ De Sira is een chronologisch verhaal op basis van mondelingen overleveringen.
▪ We hebben die versie niet meer, maar alleen de geredigeerde versie van Ibn Hisham,
die dateert uit 834.
Andere bronnen:
• Getuigenissen niet-moslims
• Archeologische vondsten
• Munten
• Inscripties
4