Psychopathologie hoofdstuk 1: Introductie
Hoe noemen en definiëren we afwijkend gedrag?
De term psychische stoornis/ziekte komt uit het zogenaamde medisch model en volgens deze
zienswijze is afwijkend gedrag een gevolg van veelal biologische oorzaak of ziekte. Wanneer noem je
iets afwijkend gedrag?
Criteria voor afwijkend gedrag
1. Uitzonderlijk gedrag krijgt vaak het etiket afwijkend of abnormaal gedrag. Dingen zien die er
niet zijn en dingen horen die er niet zijn. Rekening houden met verschil in culturen.
Uitzonderlijk gedrag is niet altijd afwijkend gedrag. Iemand die een record behaald met de
100 meter borstcrawl is uitzonderlijk maar niet afwijkend.
2. Sociaal afwijkend gedrag. Alle samenlevingen hebben normen (maatstaven) die bepalen
welke vormen van gedrag acceptabel zijn en in welke context. Gedrag dat wij in onze cultuur
normaal vinden kan in een andere cultuur als onacceptabel worden beschouwd. Als
behandelaar moet je je dus afvragen of het in een andere cultuur wel acceptabel gedrag is.
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit. Normaal gesproken vormen onze zintuigen
en cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze omgeving. Als mensen
dingen zien, horen of voelen die er niet zijn wordt dat in onze maatschappij opgevat als het
hebben van een psychische stoornis.
4. Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon. Persoonlijk lijden als gevolg van
problematische emoties als angst en depressie kan afwijkend zijn. Ook kan afwezigheid van
een bepaalde emotie als afwijkend worden beschouwd. Heftige emoties zijn op zichzelf niet
afwijkend, tenzij ze lange tijd na de emotionele situatie nog in alle heftigheid aanwezig zijn.
5. Ongepast of contraproductief gedrag. Gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige
gevoelens oproept, vinden we afwijkend gedrag. Gedrag dat ons beperkt in het vervullen van
een bepaalde rol of dat ons ervan weerhoudt om ons aan onze omgeving aan te passen kan
ook als afwijkend worden opgevat.
6. Gevaar. Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of over anderen noemen we
gewoonlijk afwijkend. Ook hier is de sociale context van groot belang.
Wat wordt als afwijkend gedrag beschouwd en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
Welke oorzaken worden onderscheiden voor het afwijkend gedrag?
Hoe wordt omgegaan met een persoon die afwijkend gedrag vertoont en hoe wordt hij behandeld?
Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkende gedrag? En zo ja, hoe?
Culturele aspecten van afwijkend gedrag
Concepten van gezondheid en ziekte kunnen in verschillende culturen een andere inhoud en
betekenis hebben. Abnormale gedragspatronen kunnen zich in verschillende culturen op
verschillende wijze uiten. Zelfs de woorden waarmee wij psychische stoornissen beschrijven,
woorden als depressie of geestelijke gezondheid kunnen in andere culturen een andere betekenis
hebben of niet bestaan.
Historische visies op afwijkend gedrag
In de hele geschiedenis van de (westerse) cultuur zijn concepten van afwijkend gedrag bepaald door
het overheersende wereldbeeld van die tijd. Honderden jaren overheerste het geloof in
bovennatuurlijke krachten, demonen of boze geesten waardoor mensen bestraft of bezeten werden.
Hippocrates
De beroemde arts uit de gouden eeuw van Griekenland, tartte het overheersende geloof van zijn tijd
door te stellen dat ziekten van het lichaam en geest het gevolg waren van natuurlijke oorzaken, en
niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten. Hij stelde dat de gezondheid van het lichaam en
de geest wordt bepaald door een evenwicht in de humores (lichaamssappen; slijm, zwarte gal, bloed
,en gele gal). Een verstoring van het evenwicht van de humores was verantwoordelijk voor afwijkend
gedrag. Hippocrates classificeerde abnormale gedragspatronen aan de hand van drie
hoofdcategorieën, die nog steeds herkenbaar zijn: melancholie is de categorie van de buitensporige
depressie, manie is de uitzonderlijke opwinding en bezetenheid omvat het bizarre gedrag wat we
tegenwoordig aanduiden met schizofrenie.
Arabische psychiatrie
Van ongeveer de achtste eeuw tot de zestiende eeuw, tegelijkertijd met de Europese middeleeuwen,
bloeide de Arabische psychiatrie op. Het eerste psychiatrisch ziekenhuis opende in Bagdad in 705.
Een mensgericht benadering van de geesteszieken. Dit komt waarschijnlijk voort uit de humane en
de fatsoenlijke geesteszieken benadering van uit de koran. Psychiaters observeerde nauwkeurig de
symptomen en registreerde de ontwikkeling hiervan zorgvuldig. Dit leidde tot een gedetailleerd
overzicht van psychische stoornissen, goed ontwikkelde behandelingen en gespecialiseerde
psychiaters, een niveau wat pas rond 1900 in Europa werd bereikt.
Exorcisme en heksenvervolging
In Europa nam tijdens de middeleeuwen de bovennatuurlijke oorzaken weer toe, met name de
doctrine van bezetenheid. Volgens deze doctrine is afwijkend gedrag een teken van bezetenheid
door boze geesten of de duivel. Bezeten mensen werden met voorkeur uitgedreven doormiddel van
uitdrijving en exorcisme. De kerk had hiervoor speciale exorcisten in dienst, die de boze geesten er
van moest overtuigen dat de lichamen van de bezetenen niet langer meer bewoonbaar waren. De
heksenvervolging die plaats vonden vanaf het einde van de vijftiende eeuw tot zo ver in de
zeventiende eeuw werden uitgevoerd door inquisiteurs: door de katholieke kerk ingestelde
heksenvervolgers. De heksenvervolging leidde ertoe dat honderden vrouwen vermoord werden.
Gekkenhuizen
Rond het jaar 1600 werden overal in Europa krankzinnigengestichten of ‘gekkenhuizen’ gebouwd. In
deze gestichten woonde zowel bedelaars als geestelijk gestoorden en de omstandigheden waren er
erbarmelijk. De bewoners werden vastgeketend aan hun bedden en lagen in hun eigen vuil, of
zwierven zonder enig toezicht over het terrein.
Vanaf 1800: de hervorming
Het moderne tijdperk qua behandeling begint vanaf 1800, dit met inspanning van Pinel en Pussin.
Pinel bevrijdde de mensen met hun ketenen. In hun ogen waren mensen die afwijkend gedrag
vertonen gewoon ziek, en daarom hadden ze recht op menselijke bejegening. Men beschouwde de
geestelijk gestoorde als een bedreiging voor de samenleving en niet als patiënten die behoefte
hadden aan behandeling. Vanuit Pussin en Pinel ontstond een behandelfilosofie die morele therapie
werd genoemd. Het menselijk bejegenen van mensen met een stoornis zou zorgen voor een normaal
functioneren. In de tweede helft van de negentiende eeuw raakte het idee dat afwijkend gedrag kon
worden behandeld of het genezen met het behulp van morele therapie langzaam maar zeker
ongenade.
Evidence-based medicine/practice
Evidence-based medicine is het streven om gebruik te maken van het beste beschikbare bewijs bij
het maken van een keuze voor de behandeling van een patiënt. Dit bewijs is altijd afkomstig uit de
huidige stand van zaken van de (medische) wetenschap.
Evidence-based practice wordt het proces bedoeld waarin een professional besluiten neemt op basis
van de beste onderzoeksresultaten, ervaring, de voorkeur van de patiënt en de beschikbare
hulpmiddelen.
De belangrijkste ethische principes voor psychologisch onderzoek:
,Informed consent: het vereiste dat de proefpersoon de vrijheid moet hebben in te stemmen ervoor
te kiezen mee te doen aan een onderzoek.
Vertrouwelijkheid: het gaat erom dat de degenen die meewerken aan het onderzoek anoniem zullen
blijven.
De belangrijkste aspecten van een kritische houding en denkwijze ten aanzien van de studie van
afwijkend gedrag:
Er zijn ten minste zeven aspecten die kenmerken voor een kritische houding en denkwijze:
1. Blijft sceptisch
2. Denk na over de definities en terminologie
3. Weeg de aannamen of premissen waarop argumenten gebaseerd zijn
4. Houd in gedachten dat correlatie niet gelijk staat aan causaal verband
5. Overweeg de aard van de bewijzen waarmee conclusies worden onderbouwd
6. Simplificeer niet te sterk
7. Generaliseer niet te sterk
Aantekeningen van het hoorcollege:
Meervoudig perspectief: wat normaal is voor een cliënt in niet altijd normaal voor een hulpverlener.
Psychopathologie: wetenschap van het psychisch lijden
Psychiatrie: het medisch specialisme gericht op diagnostiek en behandeling van het ziektebeeld
Aspecten van abnormaal gedrag:
- Persoonlijk lijden
- De (dis)functionaliteit van het gedrag
- Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
- Onvoorspelbaarheid en controleverlies
- Opvallend en onconventioneel gedrag
- Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt
Johannes Wier was de eerste Nederlander die vond dat geestesziekten in de eerste plaatst medische
behandeling nodig hadden.
Daarnaast waren ook de bezeten mensen te genezen.
Pinel 1745-1826: bevrijdde de geestelijk gestoorden van hun ketenen. Vragen en praten met de
clienten, later Freud.
Vreemd gedragen naar de normen van de maatschappij:
Hoe kom je aan dit ‘vreemd’ gedrag: oorzaken van psychische ziektes
- Erfelijke kwetsbaarheid (in de genen)
- Hersenletsel
- Giftige stoffen
- Infecties
- Neurotransmitters
Psychopathologie hoofdstuk 2: Visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Inleiding
Psychische stoornissen hebben meerdere oorzaken en gevolgen. Het is belangrijk te onderscheiden
wat de directe oorzaken zijn en wat de gevolgen kunnen zijn die de stoornis heeft op school, werk en
, sociale relaties van de patiënt en zijn verwanten. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar de visies
van het ontstaan van afwijkende emoties, gedachten en gedrag.
Het biologisch perspectief
In de jaren 80 is de invloed van het biologisch perspectief wederom enorm gegroeid. Dit heeft
verschillende oorzaken, waaronder het succesvol ontdekken van medicijnen, het hersenonderzoek
kwam op en er volgde een derde editie van de DSM in 1980 waardoor de tijdgeest veranderde en de
psychiatrie en de biologie veel meer samenkwamen. Biologische factoren zoals het functioneren van
het zenuwstelsel spelen een rol in de ontwikkeling van afwijkend gedrag. Voordat we de rol van het
zenuwstelsel van afwijkend gedrag kunnen begrijpen, moeten we echter eerst weten hoe het
zenuwstelsel is opgebouwd en hoe zenuwcellen met elkaar communiceren.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen, zenuwcellen die door je hele lichaam signalen en
boodschappen doorgeven. Zo vertellen ze ons bijvoorbeeld dat we jeuk hebben bij een muggenbult
of ze zorgen ervoor dat ons gezichtsvermogen en onze spieren zo op elkaar zijn afgestemd zijn dat
we kunnen schaatsen. Elke neuron heeft een cellichaam. Daarin bevindt zich de celkern waarin
zuurstof wordt omgezet, zodat de cel zijn werk kan doen. Uit het cellichaam steken korte vezels naar
buiten, de zogenaamde dendrieten. De dendrieten ontvangen boodschappen van naburige
neuronen. Elke neuron heeft een axon, die als een soort slurf uit het cellichaam steekt. Axonen
kunnen zich in verschillende richtingen vertakken. Elke axon eindigt met een eindknopje, een kleine
verdikking aan het einde van een axon. De axon zorgt voor een overdracht van elektrische impulsen,
die de neuron als het ware afvuurt. Om een boodschap over te geven naar andere neuronen maakt
het neuron gebruik van de chemische substantie genaamd ‘neurotransmitters’. De neurotransmitters
veroorzaken een chemische verandering in de ontvangende neuronen, waardoor de dendriet en
vervolgens de axon worden geprikkeld om de boodschap verder te sturen. De synaps op de
synaptische spleet vormt de verbinding tussen twee neuronen. Het is een kleine spleet tussen het
verzendend en het ontvangend neuron. Elke neurotransmitter heeft een eigen chemische structuur
die maar door een soort receptorplaats op het ontvangende neuron kan worden opgevangen.