Aantekeningen Orthopedagogiek
College 1 – 6 mei 2019 (de problematische opvoeding)
Kennismaking & de problematische opvoeding
“learning takes place through the active behavior of the student: it is what he does that he learns, not
what the theacher does.”
Jaah….maar werkt dat ook zo in de praktijk?
Programmadoelen
,Wat is orthopedagogiek
- Intentioneel opvoeden – opvoeden met een doel, dit gebeurt als er een bepaald probleem
plaatsvind, bijvoorbeeld als je de regels opnieuw uitlegt aan een kind.
- Functioneel opvoeden – alles wat je als opvoeder doet om zorg te dragen voor een veilige sfeer,
een goed klimaat. Om om te gaan met dagelijkse situaties. Deze hebben meer invloed dan de
intentionele opvoed momenten. Dit is de eerstegraads strategie.
- Orthopedagogische situaties – wanneer de aard en de ernst van een probleem zo ernstig zijn dat er
speciale kennis nodig is, een speciale aanpak nodig is. Speciale kennis is wetenschappelijke
kennis.
- Standaard voorbeelden – zijn de voorbeelden die ouders van elkaar horen, op internet vinden, aan
de juf van een kleuter vragen etc. dit is de eerste klasse waaraan ouders kunnen werken.
Casus
Inez zegt; “de laatste weken slapen mijn man en ik bijna niet meer. Onze tweejarige dochter is in de
nacht bang en roept nog steeds. Het wordt echt een probleem. Mijn vriendin adviseerde me om te
zorgen voor regelmaat. Nu gaan we om de dag het hele ritueel van bad naar bed met haar te doen
volgens een afgesproken planning. Nu maar hopen dat de rust terugkeert in huis. Tegelijkertijd denk
ik: als ze maar geen stoornis heeft ofzo….wat als dit nooit meer overgaat?
a. Een opvoedingsimpasse bij Inez en haar man.
b. Het functionele karakter van opvoeding.
c. Het gebruik van standaardvoorbeelden door Inez en haar man.
Uitleg; het is C. Het komt door de zin “Mijn vriendin adviseerde me om te zorgen voor regelmaat.”
Dat suggereert dat je een voorbeeld van een vriendin uitprobeert. Daarom is het een standaard
voorbeeld die Inez en haar man uitproberen bij hun tweejarige dochter.
,De orthopedagogische theorie van Kok
De grafieken die in het boek staan, hoef je niet te kennen.
- De orthopedagogische vraagstelling – kok ziet dit als vraag van het kind aan de ouders. “Ik loop
vast, help mij, wat je nu doet werkt niet probeer wat anders” deze vraagstellingen kunnen
betrekking hebben op drie groepen (het kan zijn dat de vraagstelling in meerdere groepen past, het
zijn richtlijnen om hulpvragen te categoriseren);
o Affectief aspect – hulp vragen bij het omgaan met gevoelens of emoties.
o Cognitief aspect – alles wat er nodig is om een kind te helpen om na te denken over een
aanpak. Zoals hoe maak je een plan, in welke volgorde doe je iets.
o Conatief aspect – alles wat te maken heeft met je identiteit als kind/jongeren. Wie ben je,
wat kun je en wie ben je ten opzichten van anderen.
Je kiest eerst een categorie waarin de vraagstelling past (Affectief, Cognitief, Conactief spect). Daarna
is zijn er twee opties (het orthopedisch handelen) hoe je kan handelen.
- Orthopedagogisch handelen
o Affectief aspect
Emotionele ruimte bieden – ruimte maken voor je gevoel, hierover praten
Relationele ruimte laten – bij kinderen die problemen hebben met professionele
nabijheid. Ruimte geven voor gevoelens zonder hen het gevoel te geven dat het
invloed heeft op de relatie die je met hun hebt. Dit komt naar voren bij ernstige
gedragsproblemen.
o Cognitief aspect
Structureren – Bij drukke kinderen kun je helpen door het bieden van structuur,
dit kan zowel met pico (zichtbaar), of uit te leggen (onzichtbaar). Het kan ook zijn
dat je maar één opdracht tegelijk geeft of praten met korte zinnen.
Variëren – het ondersteunen bij het ondernemen van nieuwe activiteiten. Kinderen
met autisme stellen hierbij de vraag “help mij om te gaan met nieuwe situaties”.
o Conactief aspect
Profileren – kinderen die het moeilijk vinden om te presenteren, om zichzelf te
verwoorden. Zij vragen hulp bij het nemen van initatief.
Harmoniëren – kinderen die graag willen spelen met anderen, maar dit leid vaak
tot problemen of ruzies. Dit kind kan vaak niet samenspelen, daar heeft het
ondersteuning bij nodig.
- Strategiebepaling, strategie één is er altijd. Vaak pas je eerst strategie één toe, dan twee en
daarbovenop drie. Dit is alleen niet altijd zo, wel vaak.
- De invulling van de strategieën verschilt per hulpvraag, hier is niet één standaard invulling voor.
, Orthopedagogische vraagstelling; Gedragsproblemen als vraag om specifiek opvoeden
Affectief aspect Cognitief aspect Conactief aspect
Orthopedisch handelen; het leggen van specifieke accenten in de opvoeding
Emotionele ruimte bieden of Structureren of variëren Profileren of harmoniëren
relationele ruimte laten
Strategiebepaling aan de hand van de aard en ernst van het probleem of de stoornis
Eerstegraads strategie; Vormgeven van relatie, klimaat en hanteren van de situaties (Functioneel
opvoeden)
Tweedegraads strategie; Speciale training en therapie die de eerstegraads strategie ondersteunen
Derdegraads strategie; Individuele variaties of maatwerk, dit is alles wat niet standaard is. Als het
niet bij iedereen gedaan wordt, maar alleen bij een specifiek individu.
Als iedereen met autisme een individueel gesprek met een psycholoog krijgt is het niet derdegraads
strategie, maar als alleen één iemand een gesprek met een psycholoog krijgt, dan is het wel een
derdegraads strategie.
J.F.W. Kok
- Gedragsproblemen zijn een vraag om hulp bij kinderen.
- Beantwoorden van de vraag of vraagstelling van een kind.
- Overaccentuering in de opvoeding
bijvoorbeeld
Vraagstellingstype 3: Structureren
- Nadruk op eigen dagelijkse leefmilieu of in een aangepast behandelingsmilieu – verander niet
alleen het kind, maar ook het milieu waarin het kind opgroeit, sluit de behandeling aan bij het
kind.
Hulpverlenings strategieën
- Eerstegraads strategie
o Relatie, klimaat en hantering van situaties zijn binnen het dagelijks leven door middel
van overaccentuering afgestemd op het primaire vraagstellingtype van het kind.
- Tweedegraads strategie
o De eerstegraadsstrategie wordt ondersteund door trainingen, therapieën of cursussen
die speciaal ontworpen zijn voor kinderen en gezinnen met een bepaald
vraagstellingtype.
- Derdegraads strategie
o Naast het aanbieden van de eerste- en tweedegraadsstrategie wordt het kind en het gezin
specifieke hulpverlening aangeboden, maatwerk. Het unieke van het kind.