Hoorcollege 1: Normale groei en degeneratie
Kindergroeimeter, binnen de spreiding vallen. Als het afwijkt is er een reden om dat te
onderzoeken.
Hormonen betrokken bij groei:
- Groeihormonen (GH-releasing hormone stimuleert afgifte GH, GH-inhibiting hormone remt
afgifte GH). Bij een te lage hoeveelheid dwerggroei, bij een te hoge hoeveelheid
reuzengroei. Somatomedine: insuline-like growth factor.
- Schildklierhormoon -> TRH: thryotropin-releasing hormone. TSH: thyroïd stimulerend
hormoon.
- Hormonen voor calciumhomeostase (parathormoon -> haalt calcium uit de botten als er
een tekort is, neemt meer calcium terug op, calcitonine -> zorgt ervoor dat calcium weer
wordt opgenomen in je botten, vitamine D ->krijgt actieve vorm en neemt calcium op uit
dikke darm).
- Geslachtshormonen: Testosteron ->invloed op de spierontwikkeling. Oestrogeen en
progesteron bij vrouwen -> nemen sterk af tussen 35 en 50, vruchtbaarheid neemt ook af,
afname van oestrogeen zorgt voor afname van botsterkte.
Oorzaken van veroudering: voorgeprogrammeerde factoren in erfelijkheid: hormonale
verandering, antagonistische pleiotropie, beperkte delingsvermogen cellen, apoptose.
Omgevingsfactoren, leefstijl en gedrag: mechanische slijtage, straling, giftige stoffen,
overvoeding, fysieke en psychische stress.
Basaalmetabolisme: stofwisseling in rust, liggend, ’s morgens vroeg.
Achteruitgang houdings- en bewegingsapparaat: Spierweefsel -> minder snelle (witte)
spiervezels IIB -> IIA. Bindweefsel -> minder water, collageen meer dwarsverbindingen.
Botweefsel -> minder calcium. Zenuwstelsel -> minder neuronen dus trager.
Ademhaling: restvolume neemt toe met de leeftijd, je ademt minder lucht uit.
Hartminuutvolume gaat achteruit. Percentage bloed verdeelt over de organen verandert,
behalve bij het hart.
Effecten van regelmatig voldoende bewegen:
Rechtstreekse verlaging van het risico op deze aandoeningen -> ischemische hartziekten,
DM 2, beroerte, dikke darmkanker, borstkanker, valincidenten bij ouderen, botbreuken bij
ouderen en depressie. Heeft ook effect op de levensduur en de kwaliteit van leven.
Gunstige effecten op deze persoonsgebonden factoren -> lichaamsgewicht, bloeddruk,
vetpercentage, botdichtheid, triglyceriden en cholesterol, insulinegevoeligheid. Indirect
wordt het risico op ouderdomsziekten daardoor verlaagd.
, Hoorcollege 2: pathologie en leefstijl bij kinderen en adolescenten
Scoliose:
Structurele scoliose -> 80% is idiopathisch, 10% congenitaal en 10% overige oorzaken. Hoe
kan je zien dat er sprake is van structurele scoliose -> bij voorover buigen blijft de gibbus
aanwezig, structurele verandering te zien bij röntgen, Cobbse hoek moet groter zijn dan 10
graden (maat die je gebruikt om te kijken hoe erg de scoliose is).
Behandeling: als je de Cobbse hoek meeneemt als uitkomst maat dan Fysio en
oefentherapie niet effectief. Aan de vergroeiing kan je niks doen. Brace heeft geen effect.
Operatie is zeer effectief maar ook heel ingrijpend.
Niet-structurele scoliose -> verdwijnt bij voorover buigen, Cobbse hoek kleiner dan 10
graden. Oorzaken -> beenlengteverschil, fysiologisch normaal bij een groeiend kind,
houding.
Beenlengteverschil: tot 2,0 cm is het normaal (mensen die dit hebben kunnen echt klachten
ervaren). Meer dan 3 cm is waarneembaar. Tot 5 cm niet-operatief op te vangen.
Scheuermann:
Scheuermann -> ventrale zijde van de wervels daar groeit de ruggenwervel minder hard.
Komt even vaak voor bij jongens als meisjes. Eind kindertijd of begin adolescentie. 1/3 heeft
ook scoliose. Versterkte thoracale kyfose (meer dan 45 graden), vaak compensatoire
lumbale en cervicale lordose.
Behandeling: fysio en oefentherapie bij milde vormen en in een vroeg stadium. Strekken van
de hamstrings, strekken en versterken van de rompstrekkers (achterkant bovenrug). Geen
effect op verloop, wel op verminderen van pijnklachten (16%-32%).
Brace: positieve voorspellers -> flexibele kyfose, kyfose kleiner dan 65 graden, brace zorgt
voor afname kyfose van meer dan 15 graden, kind moet nog minstens 1 jaar doorgroeien.
16 tot 23 uur per dag dragen, 18 maanden lang. Daarna langzaam afbouwen.
Chirurgische ingreep bij:
1. Kyfose van meer dan 70 graden, welke niet gecorrigeerd kan worden door een
brace.
2. Pijnklachten bij activiteiten, ondanks het gebruik van medicatie, langer dan 6
maanden.
3. Grote zorgen van de patiënt over zijn/haar fysieke verschijning.
Spondylolisthesis: afschuiving van een wervel ten opzichte van een onderliggende wervel.
Verschil tussen anterolisthesis (verschuiving richting de buik) en retrolisthesis (verschuiving
richting de buitenwand van de rug). Röntgen foto om het te diagnosticeren.
Osgood Schlatter:
Osgood Schlatter -> klachten ontstaan tussen de 10-15 jaar. Vaker bij meisjes dan bij
jongens. Vage klachten in de knie. Klachten bij activiteiten zoals springen, rennen, knielen
en traplopen. Klachten verdwijnen in rust. Onderbeen. Komt vooral voor doordat je nog in
de groei bent.
Oorzaak: aanhechtingsplek (tuberkel) van patellapees is tot 12e jaar van kraakbeen, vormt
later 1 geheel.
Behandeling: beperken van de activiteiten die een (groot) beroep doen op de quadriceps.