Samenvatting van anatomie QMP 4. Wervelkolom, thorax, heup en knie komen aan bod. In het voorbeeld verspringt alles, maar in het Word document staat alles overzichtelijk weergegeven.
Anatomie samenvatting blok 4
Inhoud
Wervelkolom........................................................................................................... 2
Kenmerken van de wervelkolom.........................................................................2
Kenmerken van een vertebra.............................................................................. 2
Corpus vertebrae................................................................................................ 3
Verbindingen tussen vertebrae...........................................................................3
Krommingen in het sagittale vlak........................................................................3
Krommingen in het frontale vlak.........................................................................3
Palpabele delen wervelkolom.............................................................................. 4
Discus intervertebralis........................................................................................ 4
Functies van de discus intervertebralis:..............................................................4
Nucleus............................................................................................................... 5
Stabiliteit van de wervelkolom............................................................................ 5
Thorax.................................................................................................................... 7
CWK onderverdeling:........................................................................................... 7
Foramen transversaria........................................................................................ 7
Thoracale wervelkolom....................................................................................... 7
Lumbale wervelkolom......................................................................................... 7
Sacrum en os coccygis........................................................................................ 7
Thorax................................................................................................................. 8
Sternum.............................................................................................................. 8
Art. costovertebralis:........................................................................................... 9
Heup..................................................................................................................... 10
Richting van het collum femoris:.......................................................................10
Inclinatiehoek:................................................................................................... 10
Declenatiehoek................................................................................................. 10
Duchenne – trendelenburg................................................................................ 12
Knie...................................................................................................................... 13
Stabilisatoren en bewegers wervelkolom.............................................................13
Spieren:............................................................................................................. 13
Algemeen over de gehele spiergroep dorsale wervelkolom:.............................13
Rompbewegingen.............................................................................................. 17
,Wervelkolom
Bestaat uit drie gedeeltes: Cervicaal, thoracaal en lumbaal.
Er bestaan nog twee extra gedeeltes: Sacraal en coccygis.
,De facetgewrichten zijn de vlakjes aan de boven- en onderkant van de wervels die een beetje kunnen
bewegen. Deze maken onderling contact met elkaar. Bewegingen in je wervelkolom is een
totaalbeweging van alle kleine bewegingen. Flexie in de rug is een optelsom van alle flexiemomenten
in alle wervels. De verbinding tussen de wervels wordt gevormd door tussenwervelschijven.
Kenmerken van de wervelkolom
- Axiaal skelet (skelet wat de as vormt).
- Apikudair skelet (ledematen).
- Segmentale opbouw
De wervelkolom ligt meer naar achteren.
C1 t/m C7 (C8 niet)
TH1 t/m Th12
L1 t/m L5
S1 t/m S5
Co1 t/m co3-co6
- Gegolfde vorm
Dit is functioneel, omdat je stoot- en drukbelasting kan opvangen. In de loop van je leven
ontwikkel je deze kromming.
- Kwantitatief verloop
Hoe verder je omlaag komt hoe steviger, dikker en hoe groter de opbouw is van de
wervelkolom. Gat waar het zenuwstelsel doorheen loopt wordt hoe lager je komt steeds
smaller. Cervicaal zijn meer wervels dan bijvoorbeeld lumbaal.
Kenmerken van een vertebra
- Corpus vertebrae (is het meest massieve deel van de wervel). Nummer 1.
- Arcus vertebrae (heeft een vorm van een hoefijzer). Nummer 2.
- Processus articulares (deze zitten op de arcus vertebrae). Nummer 3-4.
- Pediculi. Nummer 8-9.
- Lamina arcus vertebrae. Nummer 10-11.
- Processus spinosus (deze zit aan de achterkant van de arcus in het mediane vlak. Nummer 7.
De arcus zit door middel van de pediculi aan de achterkant van het corpus vast.
De complete wervel (afbeelding D) heeft tevens een processus transversi (nummer 5-6) die vlak bij de
processus articulares aan de arcus vastzitten.
Transversi is voor de aanhechting van spieren en dergelijke. Ook voor rotaties.
Processus articularis superior en inferior (de facetgewrichten): platte maken contact met de onderste
of bovenste wervel. De facetgewrichten zijn direct verbonden met de mobiliteit van je wervelkolom.
Corpus vertebrae
Benige randlijst. De meeste druk komt ook op de randen.
Epifyse = randlijst.
,Meestal is deze mooi glad, behalve als mensen ouder worden. Dan zie je de onregelmatigheden. Je
ziet dan benige uitroeiingen door bijvoorbeeld artrosevorming. Alleen in je jeugd is het mooi glad.
De dak en bodem platen zijn van hyalien kraakbeen. Die maakt contact met de discus intevertebralis
tussenwervelschijven). Er zit een kern in (nucleus pulposis) en die ligt ingesloten in een aantal ringen
(analus fibrosis).
Inkepingen in de afbeelding:
Facies art. superior
Facies art. inferior.
Verbindingen tussen vertebrae
Facetgewrichten: artt. Intervertebrales
Art. duplex (gepaarde gewrichten) = facetgewrichten komen links en rechts voor ten opzichte van de
processus spinosi.
Processus articularis inferior articuleert met de processus
articularis superior van de onderliggende wervel.
- Discus intevertebralis
- Foramen vertebrale (medulla spinalis = ruggenmerg, grote treedt uit)
- Foramen intevertebrale (kleine spinale zenuw treed hier uit)
Gat tussen de wervels is voor de spinale zenuw.
Deze loopt dwars om de zenuw ook uit te laten treden.
Wervelkolom beschermt het centrale zenuwstelsel.
Discus kan problemen geven, omdat die dichtbij de zenuwen zit (kan er tegenaan gaan drukken).
Gevolg hiervan is een hernia. De nucleus pulposis drukt dan tegen de zenuw.
Krommingen in het sagittale vlak
- ontogenese (individu)
- primaire kromming = kyphose (bolle kant naar dorsaal) = thoracaal
- secundaire kromming = lordose (bolle kant naar ventraal) = cervicaal en lumbaal
- functie van de kromming: druk en trekkrachten opvangen.
Krommingen in het frontale vlak
- Scoliose (afwijkende kromming naar de zijkant). Kan zowel functioneel als structureel zijn.
- Torsie wervelkolom.
- C- of S- vormig
- meest rechtsconvexe kromming is ter hoogte van T8/T9
Problemen die je kunt krijgen met scoliose (aangeboren of verworven): organen komen bekneld te
liggen, milt komt meer in de verdrukking (bijvoorbeeld). Meer interne klachten. Moet worden
behandeld anders krijg je problemen. Bochel: bij voorover staan.
Functionele scoliose: als je even anders gaat lopen als je pijn hebt. Scoliose is een niet fysiologische
kromming!
Oorzaak: spierspanningsverschil tussen rechts en links. Wervels worden dan scheefgetrokken dit
betekend een tijdelijke scoliose dit is functioneel (en niet structureel).
Functiopatisch wil zeggen dat de oorzaak niet bekend is.
,Iliopathisch
Scoliose is te herkennen doordat de rechterkant convex is en bij vooroverbuigen zie je een bochel.
Behandeling: krachtsverschil proberen zo klein mogelijk te maken. Als de schouder links lager is dan
rechts dan kun je de linkerzijde uitrekken door middel van een oefening.
Palpabele delen wervelkolom
- C7 vertebra prominents. Dit is de eerste grote uitstekende wervel in je nek.
- T3 ligt ter hoogte van het onderpunt van de scapula.
- T7
- Th12
- L4 ligt ter hoogte van uitstekende/bovenste rand van de crista.
- S2 ligt ter hoogte van je SI gewricht.
Als je op je tuber ischiadicum gaat zitten dan zorg je er automatisch voor dat je rechtop gaat zitten,
hierdoor krijg je een automatische lordose. Dit is de basis van je houding.
Discus intervertebralis
- Bevindt zich vanaf C2 naar het sacrum toe.
- Hoe verder je naar beneden komt hoe dikker ze worden.
- Disci bij elkaar zijn bijna een kwart van je wervelkolom.
- Discus bevindt zich tussen de wervellichamen (corpora vertebrae).
- Heeft een analus fibrosus en een nucleus pulposis.
Functies van de discus intervertebralis:
- Schokdemping (bij lopen drukt het hoofd op de wervelkolom).
- Verbinding tussen de wervels (bijeen houden van de wervels)
- Beweging wordt door de discus mogelijk gemaakt.
Bij flexie: meer ventrale druk op de discus. Als je een retroflexie maakt: dan zal de druk wat meer aan
de dorsale zijde komen, dan zal de druk meer naar voren TOE komen. De druk waar de druk naartoe
loopt wordt groter.
Door de analus loopt een randje: binnenste en buitenste zone. Ze zijn onafhankelijk van elkaar.
Buitenste laag: lammelaire opbouw, concentrisch opgebouwd (gaat tegen elkaar in het vezelverloop)
deze lamellen van collagene vezels zijn bevestigd aan de benige randlijsten. Dit zorgt ervoor dat je
meer krachten op kunt vangen. De discus is wat breder dan de wervel. Dit is functioneel, omdat het op
druk en trek belast kan worden (het is een soort elastiek).
De binnenste laag bestaat uit vezelig kraakbeen met collagene vezels uitstralend in dakplaten.
Buitenste laag: Binnenste laag:
Nucleus
Is een waterkussen (soort gelei), bestaat voor een groot deel uit water (80-85%), maar heeft wel een
consistente samenstelling.
- Reversibel (omkerend).
, Als je opstaat ben je langer dan ’s avonds als je naar bed gaat. Door de vervormbaarheid en druk
zakken de tussenwervelschijven aan het einde van de dag een beetje in. ’s Nachts trekt het weer
water aan met voeding waardoor je ’s ochtends weer wat langer bent. Naarmate mensen ouder
worden, neemt het opnamevermogen van vocht af (bestaande deel uit water is nu 65%). Vandaar dat
ouderen mensen kleiner worden en minder flexibel zijn in de wervelkolom.
Als je ligt of hangt is er minder druk op je wervels, dit werkt ontspannend.
Axiale druk op de wervels > daarbij neemt de spanning aan de randen toe.
A = normaal
B = kwaliteit neemt af
C = HNP
HNP: Hernia nuclei pulposi
Hernia is een breuk waarbij de kern (nucleus) uittreed.
De kwaliteit van de discus neemt af door de leeftijd en/of door een trauma. De rand wordt stugger
waardoor het minder drukbelasting aankan. Teveel druk komt er op de tussenwervelschijven waardoor
de nucleus naar buiten kan stulpen. Terugtrekken van de nucleus kan vanzelf gaan door weer naar
binnen gezogen te worden. Door uitpuilen voel je de druk op de zenuw dit kan pijn doen. Natuurlijk
herstel geniet de voorkeur, maar een operatie kan ook. Afwachtend beleid door ziekenhuizen behalve
bij ernstige problemen (gevoelloosheid en incontinentei).De wervels worden tijdens een operatie wel
eens vastgezet, dit heeft natuurlijk consequenties voor de bewegelijkheid. Kijkoperaties worden ook
wel eens gedaan. Nadeel: veel materiaal moet worden weggehaald waardoor het instabiel wordt.
Behandeling van een hernia door een fysiotherapeut kan voorlichting over belasting/belastbaarheid
zijn.
Protrusie van de discus:
Minst erge vorm van een hernia. De ring is nog intact. De nucleus verplaatst zich binnen de anulus.
Prolaps van de discus:
De ring is nog net intact (alleen de buitenste lamellen zijn nog goed), wel vervormt en nog wel
omkeerbaar. Heeft de gelegenheid om te herstellen.
Extrusie van de discus:
De kern vloeit eruit. (de analus is kapot)
Gefragmenteerde discus:
Stabiliteit van de wervelkolom
- Vormsluiting
Is afhankelijk van de plaats in de wervelkolom. Lumbaal hebben de wervels meer ruimte, maar zijn
minder stabiel. Door middel van spierkracht kun je de wervels mooier op elkaar aan laten sluiten. Dit
geeft een betere stabiliteit van de wervelkolom. Bij extensie (lordose verdiepen) is de stabiliteit het
grootst. Door het bekken te kantelen kun je deze extensie maken. Bij gewichtheffen maak je een
lordose, omdat je dus een betere stabiliteit hebt. Thoracaal, de processus spinosi lopen een beetje
naar beneden gericht. Anteflexie en deflexie is niet veel mogelijk door de ribben. De processus spinosi
komen dan op elkaar. Dus toracaal is voornamelijk alleen een rotatiebeweging te maken. De minste
beweging komt vanuit je thoracale gedeelte. Bij de vlak lopende facetgewrichten, dus cerviaal is de
vormsluiting een stuk minder goed, maar is de bewegelijkheid groter.
- Passieve krachtsluiting
Dit gebeurd voornamelijk door ligamenten. Voorzijde wervellichaam: ligament logitudinal anterius.
Remt beweging: retroflexie (extensie). Dit ligament is een stuk breder dan aan de achterkant. Hier ligt
niks wat in de bedrukking kan komen te liggen. Achterzijde wervellichaam: ligament lognidudinal
posterior. Remt beweging: anteflexie. Aan deze kant heb je meer kans op een hernia door de kleine
oppervlakte. De wervels hebben aan de achterzijde de kans om weggedrukt te worden. Aan de
binnenzijde van het wervellichaam zit het Ligamentum Flavum. Remt beweging: anteflexie. Dit
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melii. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.