Zorgstelsel &
Zorgverzekeringsrecht
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Structuur van de gezondheidszorg 1........................................................................................ 2
Hoorcollege 2: Structuur van de gezondheidszorg 2......................................................................................13
Hoorcollege 3: Structuur van de gezondheidszorg 3......................................................................................25
Hoorcollege 4: Zorg en Mededinging (Gastdocenten Ploum).........................................................................34
Hoorcollege 5: Samenwerkingsverbanden (Ploum).......................................................................................43
Hoorcollege 6: Toezichthouders mededingingsregels in de zorg (Ploum).......................................................50
Hoorcollege 8: Misbruik machtspositie & concentratiecontrole (Ploum).......................................................56
Hoorcollege 7: Wet marktordening Gezondheidszorg (NZa) - Inleiding..........................................................66
Hoorcollege 9: Wet Marktordening Gezondheidszorg (NZa) - Vervolg...........................................................77
Hoorcollege 11: Zorgpraktijk van Loyens en Loeff......................................................................................... 95
Hoorcollege 10: Het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut).......................................................................107
Hoorcollege 12: Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) (vervolg)..............................................................123
Hoorcollege 13: Zorgcontractering –Gastdocenten Eldermans/Geerts.........................................................136
Hoorcollege 14: zorginkoop door zorgverzekeraars en zorgkantoren..........................................................144
Extra Hoorcollege: Aanbesteding & zorg..................................................................................................... 160
Hoorcollege 15: Inleiding (zorg)verzekeringsrecht.......................................................................................174
Hoorcollege 16: Zorgverzekeringsrecht – vervolg –.....................................................................................184
,Hoorcollege 1: Structuur van de gezondheidszorg
1
Structuur van de gezondheidszorg
In dit vak worden twee zijden van de driehoek besproken:
- Zorgverzekeringsrecht = zorgverzekeraars en cliënten
- Zorgfinancieringsrecht/ zorginkoop recht = zorgverzekeraars en hulpverleners.
We hebben het over regels en beginselen die betrekking hebben op zorginkoop,
zorgfinanciering, en zorgverzekering (=relatie van burger als cliënt van zorgverzekeraars met
zorgverzekeraars). Het gaat NIET over het zorgverleningsrecht: patiënten en hulpverleners
Sturing van centrale regie in de curatieve zorg is prijsgegeven een jaar of 15 geleden (= alles
wat er aan zorg zit in basispakket zoals gefinancierd vanuit de Zvw). Gezondheidswet, Wet
toelating zorginstelling (WTZi), Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) en Wet
ambulancevoorzieningen) zijn wetten die betrekking hebben op de aanbodzijde van de
curatieve zorg. Deze wetten gaan uit van een zekere planning. Ook nog wetten van planning
aan financieringszijde van zorg
Gezondheidswet
Gezondheidswet had vroeger heel wat ‘body’, veel instanties werden aangewezen die
worden voorzien van taken en bevoegden en die stonden uitgeschreven in de
Gezondheidswet. Dit is een oude wet. Hij is in de loop der jaren helemaal uitgekleed.
Voornamelijk worden er organisaties benoemd en hun taken worden omschreven in de
gezondheidswet. Er worden niet meer zoveel bevoegdheden weergegeven.
- Voor gezondheidszorg is dit een oude wet die in de loop der jaren helemaal is
uitgekleed (1e Gezondheidswet stamt uit 1901, 2e Gezondheidswet uit 1919,
laatstelijk gewijzigd in 2020)
- Regelt samenstelling, taken en bevoegdheden van organen
o Gezondheidsraad (art. 21 Gezondheidswet)
Aanwijzen van Gezondheidsraad: wat het is, hoe eruitziet, wat hij mag
o Staatstoezicht op de Volksgezondheid
o Centrale (later: Nationale) Raad voor de Volksgezondheid. Er werd gesproken
over centrale raad voor de Volksgezondheid, die is verdwenen, en wordt niet
meer genoemd in de Gezondheidswet. Dat werd later een Nationale raad
maar nu Raad voor Volksgezondheid en Zorg, maar die is niet meer
gereguleerd via gezondheidswet maar kent een eigen wet, namelijk de wet
op de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Doen en laten van de Raad voor
de Volksgezondheid en Zorg zit meer aan beleidskant, terwijl
gezondheidsraad meer aan medisch wetenschappelijke kant zit.
Wet op de RVZ 1997 (Raad voor Volksgezondheid & Zorg
Sinds juni 2015 Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, RVS)
o Provinciale Raden voor Volksgezondheid
Dit zijn overlegplatformen, waarbij zorgaanbieders en gemeente
vertegenwoordigers overleggen op provinciaal niveau.
Heeft nauwelijks meer wat om het lijf
,Gezondheidswet
Sinds 2006 is er geen nationale sturende instantie, maar de organisaties van curatieve zorg is
overgelaten aan de markt. De overheid staat niet meer aan de paart over
vergunningsverlening en andere taken en bevoegdheden. Men heeft de organisatie
overgelaten aan de markt en zorgverzekeraars sinds 2006.
Er gaan stemmen op om de gezondheidswet weer wat meer ‘body’ te geven. De slinger lijkt
weer wat meer terug te gaan. In 2006 hebben we ingezet om planning niet meer de norm te
laten zijn, maar in 2006 is de organisatie van curatieve zorg overgelaten aan de markt.
Daarmee is rol van overheid NIET weggepoetst, maar overheid staat niet meer aan de poort
zoals het inventariseren van behoeftes en het plannen en organiseren van capaciteit.
De organisatie is sinds 2006 overgelaten aan de markt, waarbij de gedachte was dat de regie
in de curatieve zorg overgelaten werd aan de zorgverzekeraars. Iedereen voelt aan dat het
gaat veranderen. Het huidige (rechtse) kabinet is plannen aan het presenteren om plannen
van marktwerking terug te draaien. Tijdens de pandemie is aan het licht gebracht dat
centrale regime soms toch wenselijk geacht wordt en dat kan dus ook de reden zijn om weer
terug te gaan naar centrale regie.
Gezondheidswet: Gezondheidsraad
Gezondheidsraad adviseert de minister en parlement gevraagd en ongevraagd op het punt
van volksgezondheid en zorg. Er wordt medisch wetenschappelijk advies gegeven. Het
bestaat uit tientallen wetenschappers en er zijn beraadsgroepen. Alles wat geregeld is m.b.t.
Gezondheidsraad is te vinden in de Gezondheidswet.
- Art. 22 Licht Minister van Volksgezondheid en parlement voor over de stand van de
wetenschap t.a.v. vraagstukken o.g.v. volksgezondheid d.m.v. uitbrengen van
rapporten (vast college van advies in zin van art. 79 GW)
o Gezondheidsraad is een adviesorgaan, zoals de Grondwet die erkent en
uitgewerkt in een kaderwet.
- Positionering t.o.v. RVS, NZa, ZiN, WRR, RIVM.
- Ongeveer 140 leden, uit kringen van wetenschap en gezondheidszorg, benoemd bij
Koninklijk Besluit op persoonlijke titel
- Gezondheidsraad stelt uit leden (vaste dan wel tijdelijke) commissies in, komt nooit
plenair bijeen, daarnaast discipline-overstijgende beraadsgroepen met brede taak,
o Beraadsgroep Geneeskunde
o Beraadsgroep Gezondheidsethiek en –recht
Centrum voor ethiek en gezondheidszorg (CEG, www.ceg.nl)
Morele vraagstukken met technologische ontwikkelingen in de zorg
- Gezondheidsraad mag zijn eigen werkwijze regelen
o Stelt met Minister werkprogramma en financiering vast (afkomstig van
verschillende ministeries)
Art. 26 lid 3 Kaderwet adviescolleges
o Gaat echt om medisch wetenschappelijk advies, ze gaan niet over beleid
m.b.t. opleidingen.
, Gezondheidswet: Staatstoezicht op de Volksgezondheid
Er wordt gesproken van een Staatstoezicht op de Volksgezondheid in de wet, waaronder ook
bedoelt wordt de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit, zie art. 1 Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid.
In de gezondheidswet staat alleen de taakomschrijving van de inspectie en een verwijzing
naar de AMvB, waarin organieke informatie is opgenomen. In de bijzondere bestuur wetten
staan de bevoegdheden uitgeschreven, zoals wat de inspectie allemaal kan en mag en welke
bevoegdheden uit de Awb de toezichthouder heeft en hoe er gehandhaafd mag worden. In
afzonderlijke bestuur wetten wordt dit afzonderlijk geregeld. (Wet BIG, Wkkgz, Wbmv).
- Art. 36 lid 1: ressorteert onder Minister van Volksgezondheid
- Bestaat uit bij AMvB aangewezen onderdelen en heeft tot taak.
o Verrichten van onderzoek naar de staat van de volksgezondheid en de
determinanten daarvan, alsmede, waar nodig, het aangeven en bevorderen
van middelen tot verbetering daarvan;
o Het toezicht op de naleving en de opsporing van overtredingen van het
bepaalde bij of krachtens wettelijke voorschriften o.g.v. de volksgezondheid,
een en ander voor zover de ambtenaren van het Staatstoezicht daarmede zijn
belast bij of krachtens wettelijk voorschrift
o Het geven het geven of weigeren van de toestemming, bedoeld in art. 40 lid 3
onder c van de Geneesmiddelenwet.
- Art 36 lid 2: adviezen uitbrengen en inlichtingen verstrekken aan Minister, ook uit
eigen beweging
- Staatstoezicht handhaaft d.m.v. toezicht en opsporing
Er is een veranderde taakopvatting van de Inspectie (IGJ).
- Accent op vroegtijdig in beeld brengen van risico’s (prestatie-indicatoren).
De echte toezichthouders in de zorg waren anderen dan de inspectie, toezicht op
zorgaanbod waren dat de zorgaanbieders zelf. Voor de effectiviteit en efficiency van
therapieën waren dat de zorgverzekeraars en als het gaat om de cliëntgerichtheid van
zorgaanbod dan zijn de georganiseerde patiëntverbanden aan zet. Dus zij waren dan de
toezichthouders en de inspectie moest dan toezicht hebben op hen. De filosofie van toezicht
op toezicht was misgelopen. Inspectie was niet meer zichtbaar met als gevolg onaangename
gebeurtenissen. De inspectie werd niet geïnformeerd door de ‘toezichthouders’.
Van repressief naar proactief toezicht, als gevolg van bevindingen cie. Strategie IGZ (Abeln)
in 2000. Toezicht bestaat uit breed spectrum van activiteiten, van overleg, advies en
overreding tot doen uitvoeren van inspecties en treffen van maatregelen en opleggen van
sancties.
- Filosofie van toezicht op toezicht heeft plaatsgemaakt voor andere vorm van
toezicht: risico gestuurd & incidententoezicht