Effecttheorieën:
- Flowmodellen: One-step-flow, two-step-flow en multi-step-flow-theorie (Lazarsfeld, Katz
& Berelson)
- Uses & Gratifications theorie
- Agendasetting theorie (McCombs & Shaw)
- Kennisklooftheorie (Knowledge Gap Theory van Tichenor, Donohue & Olien): digital,
social en global divide.
- Cultivatietheorie (Gerbner): onderzoek naar Culturele indicatoren
- Kritische theorie: o.a. cultuurindustrie (Adorno & Horkheimer), zwijgspiraaltheorie
(Noelle-Neumann) en media-imperialisme.
Media-innovatie- theorie:
- Specifieke mediatheorie (McLuhan); technologisch determinisme (McLuhan versus
Williams); Crossmediarelaties (Jenkins, Reynaert)
- Remediation theorie (Bolter en Grusin)
- Diffusions of innovations (Rogers); Crossing the chasm (Moore)
- Het 1e en 2e innovators-dilemma (Bower en Christensen; Sood & Tellis en de adaptie
Flew)
- Hypes en counter-hypes; Optimisten en pessimisten; digital sublime; (o.a. Dyson,
Gartner, Mosco, Negroponte, Postman,)
- Participatietheorie modellen (Mayfield, Forrester / Technorati, Deuze, Siemens)
https://courses.inholland.nl/sites/cmm-communicatie-
jaar2/Materialen/Forms/qfDm_Cv2A.aspx
,Medialandschap 2 samenvatting, de essentie
Het communicatie proces
5 fasen van de media (20e eeuw)
Fase 1: De almacht van de media
Begin 20e eeuw, Dagbladen, Tijdschriften en film)
- Zender is bepalend
Actie en intentionaliteit
- Ontvanger is passief
‘spons’, te manipuleren
- One step flow Theorie
Injectie-naald; Eenrichtingsverkeer; Directe beïnvloeding
De injectienaald theorie gaat er van uit dat massamedia een directe, onmiddellijke en
sterkt effect heeft op het publiek. De massamedia in de 1940s en 1950s hadden een
sterke invloed op gedragsverandering bij het publiek.
Enkele factoren die bijdroegen aan dit sterke effect:
- The snelle groei en populariteit van radio en televisie
- De opkomst van de overtuigingskracht in bepaalde industrieën, zoals advertenties en
propaganda
Fase 2: Beperkte macht van de media
Vanaf 1930, Dagbladen, Tijdschriften, Film en Radio
- Two-step flow Theorie
- Multi-step flow theorie
- Afzonderlijke rol interpersoonlijke communicatie
- Opkomst van opinie-onderzoek
- Zender (nog steeds) actief; zijn actie en bedoelingen staan voorop
- Ontvanger (nog steeds) passief
Fase 3: Aandacht voor de ontvanger
Na de 2e WO; welvaartstaat, met name audiovisueel: televisie
- Informatie is niet automatisch beïnvloeding
- Massa en interpersoonlijk communicatie gaan samen
- Culturele verschillen
- Uses and gratification theorie (Nut en beloning)
Fase 4: Sturende macht van de media
Vanaf jaren 60/70, Printmedia en AV media
- Nieuwe aandacht voor invloeden van media en maatschappelijke context
- Kritische media- theorieën
, Macht van de zender en mediaorganisaties en sturende invloeden: beelden, rollen,
agenda’s, geld
- Agendasetting
- Culturele indicatoren
Media schetsen het beeld van de wereld
- Kenniskloof theorie
- Culturele studies
Fase 5: Informatietijdperk
Vanaf jaren 90, opkomst van multimedia/digitaal
- Wereldwijde relatie zender- ontvanger
- Zender gericht op interactie
- Ontvanger meer Ruimte en vrijheid
- Aandacht voor rol ICT
One-, two- en multi-step flow theorie
One-step-flow theorie
- De invloed gaat van zender naar ontvanger, via eenrichtingsverkeer.
- Ontvangers reageren weerloos en ondergaan invloeden van de media passief
- Er is een direct verband tussen de inhoud van het aanbod en de effecten op de
ontvangers. Die doen precies wat de boodschap hun meedeelt en opdraagt.
- Massamedia bereiken de masse heel effectief, omdat massamedia gemakkelijke te
manipuleren is
Two-step-flow theorie
Centraal staat de invloed van de opinieleider. De theorie gaat er van uit dat er
opinieleiders zijn in de samenleving die de meningen vormen over informatiestromen.
Opinieleiders zijn invloedrijke burgers die goed geïnformeerd zijn. Opinileiders proberen
boodschappen van de massamedia met hun eigen sociale netwerk te verbinden.
Er zijn twee soorten opinieleiders:
1. Invloedrijke burgers met veel invloed die andere in hun netwerk adviseren over
bepaalde onderwerpen
2. Publieke figuren die tot de maatschappelijke elite behoren en gezag hebben in de
publieke opinie. Via hun mediaoptreden geven ze de toon aan
De two-step-flow theorie is een aanvulling op de one-step-flow. In plaats van directe
communicatie van de massamedia naar het publiek is er een stap tussen gekomen,
namelijk de opinieleider. De massamedia zend informatie naar de opinieleider (stap1) en
de opinieleider deelt dit met het publiek (stap2).
De multi-step-flow theorie
gaat er vanuit dat er meer soorten opinileiders en meer soorten communicatiestromen
zijn. Volgens de multi-step-flow zijn er meerdere soorten stromen tussen zender en
ontvanger mogelijk, met meerder typen opinieleiders. Denk aan meerdere stappen
tussen zender en ontvanger met verschillende opinieleiders als tussenstations.