Dier, dierenarts en samenleving
Deze leerlijn gaat over mensen, de eigenaren van de dieren. Als dierenarts ben je aan het balanceren
tussen dier, eigenaar, dierenarts en samenleving, het heeft invloed op je diagnose, behandelplan,
etc. Er zijn verwachtingen van eigenaren, opvattingen veranderen. De eerste ontwikkeling is dat de
dierenarts niet meer alleen expert is in diergezondheid, maar ook expert is in diergezondheid, welzijn
en volksgezondheid. Ook is er verbreding van het terrein waar je kan werken, ze zijn dus experts op
diverse terreinen. Er zijn 3 disciplines: ethiek, wat hoor je te doen, wat juist en wenselijk is;
wetgeving, wat wel en niet mag, wat juridisch geregeld is; en milieukunde, welke risico’s er voor het
milieu zijn, welke invloed het milieu op gezondheid heeft. Er is persoonlijke en professionele
ontwikkeling: communicatievaardigheden, feedback geven, argumentatie en gesprekstechnieken.
Dierenarts is niet alleen een beroep, maar ook een professional, je hebt verantwoordelijkheden,
rechten en bevoegdheden. Het tentamen omvat vragen met betrekking tot: beroepsoriëntatie,
ethiek, wetgeving, milieukunde en dierenwelzijn. Het tentamen zal bestaan uit open en gesloten
vragen. Er is ook een individuele opdracht, na WCO4, die wordt beoordeeld met voldaan/niet
voldaan.
Geschiedenis van de diergeneeskunde
Diergeneeskunde is gegaan van ambacht naar academisch beroep, het is op de vraag voor veterinaire
zorg. De positie van het dier verandert in de samenleving, ook de sociale economische context is
belangrijp. De dierenarts heeft positie in de samenleving en er zijn ontwikkelingen van medische
concepten. Vraag uit de samenleving kwam uit: leger, koloniën, gezonde veestapel, veilige
voedingsmiddelen, zorg voor dieren en biomedisch onderzoek. Het aanbod van diergeneeskunde:
tropische en paardengeneeskunde, bestrijding dierziekten, veterinaire volksgezondheid, specialisatie
in zorg voor dieren en proefdierkunde. Vroeger was het idee dat er 4 elementen waren, 4 vochten, 4
temperamenten en 2 paar kwaliteiten. Er waren
verschillende methoden: aderlaten om het bloed
weg te laten gaan, branden, een open wond
dichtbranden, en clysteren. In de Renaissance is er
doorbraak in de anatomie van dieren en mensen. De
overheid zei dat iedere landsman zijn eigen veearts
is. Uitbraken van veepest in Nederland maakte het
land kwetsbaar en leidde tot economische
achteruitgang, hierdoor ging de overheid zich ook
bemoeien met de diergeneeskunde. Het heeft heel
lang geduurd voordat er wetgeving was voor dieren.
Vaccins en farmacologie leiden tot specifieke diergeneesmiddelen, hierdoor kunnen nieuwe
effectieve therapieën toegepast worden in de praktijk. Er is verschuiving van behandeling van een
individueel dier naar preventie voor een hele populatie.
Argumentatie
Als je het moeilijk vind om te spreken of vragen te stellen in een groep, kun je doen: observeren,
leren om te luisteren (luisteren en kritisch denken), voorbereiden, oefenen en participeren. Met een
argument wil je iets ontdekken, je wilt je eigen kennis ook testen. Hoe meer je weet, hoe beter je in
staat bent om een goede beslissing te nemen. Het is niet van belang om te weten wie er wint. Je
moet rekening houden met de eigenaar van het dier. Als je een mening hebt, dan begin je daarmee,
je komt dan goed in een discussie. Vervolgens geef je een reden waarom je een bepaalde mening
hebt en dan onderbouw je dit met jouw bewijs, vertel altijd waar je bron vandaan komt. Je kan het
, ook niet eens zijn met een mening, hierbij moet je geen vijand worden. Je herkent eerst de ander zijn
mening en legt daarom uit waarom je het er niet mee eens bent. Je moet dus respect hebben voor
andere sprekers, goed luisteren, erkennen wat de andere vindt en respecteren van verschillende
inzichten. Het Toulmin’s model stelt dat er 3 essentiële aspecten zijn: claim, data en warrant. Je
bouwt een argument op.
Grasple
Een betoog is een standpunt met argument. In het filmpje hoor ik 6 drogredenen, er zijn sommige
goede argumenten, andere zijn drogredenen. Er waren 7 drogredenen. Er zijn verschillende typen
argumenten die je in je argumentatie kunt gebruiken. Sommige zullen dwingen tot het aannemen
van het standpunt: “Alle honden zijn dieren. Boef is een hond, dus Boef is een dier.” Andere
argumenten zullen niet tot het standpunt dwingen, maar kunnen dit wel waarschijnlijker maken: “Er
zijn op de röntgenfoto geen afwijkingen gevonden, dus de hond zal wel niets gebroken hebben.”
Waarschijnlijk wel, maar het hoeft niet per se! Het voorbeeld van Boef is, naast dat het een
voorbeeld is van dwingende argumentatie, ook een voorbeeld van deductieve argumentatie: het
standpunt (Boef is een dier) is een conclusie uit de argumenten ervoor. Let op, je kunt dit soort
redenering alleen gebruiken wanneer de argumenten die leiden tot de conclusie (Alle honden zijn
dieren en Boef is een hond) zelf niet ter discussie staan. Verder geldt dat je erop moet letten of er
niet meerdere factoren meespelen. Zo is het voorbeeld van de röntgenfoto nog geen voorbeeld van
deductieve argumentatie. Hierin speelt nog een argument mee: “Er zijn op de röntgenfoto geen
afwijkingen gevonden. Normaal zijn botbreuken op een röntgenfoto te zien, dus de hond zal wel
niets gebroken hebben.” Op
deze manier is het wel
deductief. Zodra een betoog
langer wordt, komen er meestal
meerdere argumenten bij
kijken. Argumenten kunnen dan
afhankelijk van elkaar zijn
(vullen elkaar aan); “Je moet
naar de dierenarts: je hond
heeft last van een probleem en
dat probleem kan door de
dierenarts worden opgelost.”
Eerst argumenteren en dan een conclusie is logisch, de argumenten moeten kloppen, als je een term
voor iets gebruikt, moet je die aanhouden en synoniemen vermijden. Waar je in een discussie altijd
voor op moet passen, zijn drogredenen. Dit zijn misleidende argumenten die niet geldig zijn. Ze
worden echter wel relatief vaak gebruikt! Het is daarom ook belangrijk om te weten met welke
drogredenen je te maken kunt krijgen. In het filmpje van de NOS hoorde ik 6 drogreden. Namelijk dat
als je tegen gas bent uit allerlei plekken en tegen kolen dat je nergens meer voor kan zijn. Kamp
benadrukt dat er miljarden zijn geïnvesteerd in kolencentrales die net dit jaar open zijn. “Als je die
sluit, is duidelijk wat de financiële consequenties zijn.”
Wanneer we eenmaal een bepaalde weg in zijn geslagen, hebben we de neiging om daar mee door
te gaan – zelfs wanneer het verstandiger zou zijn om dat niet te doen. Er zijn miljarden geïnvesteerd
in kolencentrales in de afgelopen jaren. Dit was geen goed idee, maar het is wel gebeurd. Dat
betekent echter niet dat we daarom maar door moeten gaan met het gebruiken en stimuleren van
kolencentrales. Ja, het zal geld kosten om nu kolencentrales te verbieden. Het geld dat erin is
geïnvesteerd gaat verloren. Maar dat is toch al uitgegeven! Stel dat ik een ijsje heb gekocht, maar ik
inmiddels helemaal geen zin meer heb in dat ijsje. Dan kan ik wel alsnog dat ijsje gaan eten, maar dat