OW Practicum
Practicum 1 Dissectie Big
Beschrijving bij voorbereiding Practicum 1
Practicum 2 Histologie – Darm en mesenterium als voorbeeld van complexe weefsels
Preparaat 1: Duodenum big H.E.-kleuring
1. In dit preparaat kunnen de volgende artefacten worden aangetroffen, geef aan welke jij in
welk deel tegenkomt:
- Plooivorming in de tunica muscularis en serosa.
- Krimpscheuren tussen de tunica mucosa en tunica submucosa.
- Krassen ben ik niet tegengekomen op mijn preparaat.
2. De belijning van het epitheel bij de grens van het darmlumen is continue, er zijn
slijmbekercellen die de epitheelcellen onderbreken, maar de aflijning blijft continue.
3. De lamina epithelialis bestaat uit cilindrische cellen, ze zijn hoger dan breed.
4. De epitheelcellen in de lamina serosa zijn plaveiselcellen, deze zijn langgerekt en langer dan
hoog.
5. In de tunica submucosa zijn veel bloedvaten te vinden met plaveiselcellen, waarvan de
kernen uitpuilen in de holte.
6. De eerste laag die je tegenkomt vanuit het darmlumen gezien is de lamina muscularis
circularis, deze is dwars op de lengterichting van de darmbuis, daarna volgt de lamina
muscularis longitudinalis, in dezelfde richting als de darmbuis. Beide zijn te vinden in de
tunica muscularis.
7. Bij een PAS-kleuring zie je: dat de tunica submucosa sterk aangeklerud is, verder is de tunica
muscularis licht aangekleurd.
Bij een AZAN-kleuring zie je: dat de tunica muscularis sterk gekleurd is, ook is de tunica
mucosa sterk gekleurd. De tunica submucosa is niet zo sterk gekleurd.
Preparaat 2 Duodenum varken H.E.-kleuring
1. De eerste laag die je tegenkomt vanuit het darmlumen gezien, is de lamina muscularis
longitudinalis, hij is doorgesneden in de lengterichting. De tweede laag die je tegenkomt
vanuit het darmlumen is de lamina muscularis circularis.
2. De tunica mucosa is donker gekleurd, de tunica submucosa is lichter gekleurd, maar de cellen
hebben een duidelijke rand, de tunica muscularis is lichter gekleurd en de tunica serosa is
donker gekleurd, maar zeer dun.
3. Bloedvaten kun je niet vinden in de lamina epithelialis, wel in de lamina propria, lamina
muscularis mucosa, tunica submucosa, tunica muscularis en tunica serosa.
4. Dit komt doordat ze meegesneden zijn en er verschillende kleurstoffen zijn toegevoegd, met
onder andere alcohol, waardoor de rode bloedcellen vervormd zijn.
, Preparaat 3 Mesenterium (darmvlies) Cavia (Sudan III/hematoxylin-kleuring)
1. Geef aan waar vetcellen en bloecapillairen zijn
bloecapillair
vetcel
2. Na opname van voedsel geven vetcellen leptine af, hierdoor heb je geen honger meer, dit
wordt afgegeven aan het bloed.
3. Vetcellen geven dan hun voedselproducten af aan het bloed, zodat het door het lichaam kan
worden getransporteerd voor verbranding van voedsel. Daarbij valt de leptine-productie weg
van vetcellen, waardoor iemand honger krijgt.
4. Door dicht bij een bloedvat te liggen, is snelle communicatie met de rest van het lichaam
mogelijk.
Practicum 3 Histologie – Eipthelia (deel 1)
Preparaat 1 Mesenterium cavia Zilverimpregnatie/haemauin kleuring
1. Door fixatie is de ECM weggespoeld, waardoor deze niet meer aanwezig is om de cel in zijn
vast vorm te houden. Daarbij zijn vormen van celverbindingen aangetast door fixatie (het
gebruik van alcohol, etc.), hierdoor zijn de contourlijnen kronkelig en niet strak.
2. In de darm moet er ook uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen nodig zijn, dit is niet
mogelijk bij een hoogchilindrisch of meerlagig epitheel. Daarbij zijn de stoffen in het
darmlumen al door een zuur milieu (maag) gegaan.
3. De waterige (sereuze) vloeistof in de buikholte tussen de door mesotheel beklede organen
voorkomt, heeft als functie dat organen soepel langs elkaar kunnen bewegen en niet aan
elkaar blijven plakken.
Preparaat 2 Jejunum varken Fe-hematoxyline kleuring
1. Bij epitheelcellen, die in de lengterichting zijn aangesneden, zie je een soort lijn lopen met
puntjes tussen de cellen. De puntjes tussen de cellen zijn celverbindingen, tight junctions.
2. Bij epitheelcellen, die in de dwarslengterichting zijn aangesneden, krijg je een
honingraatstructuur van zwarte lijnen, doordat de tight juncitons als een band om de cel
zitten en dus de vorm van de cel aangeven.
Preparaat 3 Trachea Oesophaus Geitje AZAN-kleuring.
1. Vergelijk het epitheel van de trachea en oesophagus in onderstaande tabel.
Trachea Oesophagus
Vorm van de Cilindrisch met Plaveisel.
epitheelcellen (plaveisel, slijmbekercellen en
kubisch of cilindrisch? trilharen (ciliën).
Oppervlaktespecialisatie?)
Aantal cellagen in het Meerlagig. Meerlagig.
epitheel (eenlagig,
meerlagig, meerrijig?)
Functie van het epitheel Slijmproductie, wat met Cellen onder het epitheel