WOF peercoach
Jan-Willem de Langen
Inhoud
Hoofdstuk 3. Hypotheekvormen en renteconstructies...........................................2
Hoofdstuk 6. Basisconcepten................................................................................. 9
Hoofdstuk 7. Financiële berekeningen..................................................................10
Hoofdstuk 8.De kwantitatieve aspecten van de annuïteitenhypotheek...............11
Hoofdstuk 9. Overige kwantitatieve aspecten......................................................13
Hoofdstuk 11. De bruto- en nettolasten bij diverse hypotheekvormen................14
,Hoofdstuk 3. Hypotheekvormen en renteconstructies.
Lineaire hypotheek
Bij een lineaire hypotheek wordt er elke periode een
zelfde bedrag afgelost, hier door gaat de rente in een
rechte lijn (lineair) naar beneden.
Voordeel Nadeel
Snelle vermogensvorming De hoogste lasten zitten in de eerste
jaren, terwijl het ivm inflatie voor veel
mensen beter is om de hoge lasten als
laatst te betalen
Dalende lasten in de loop der tijd Beperkt fiscaal voordeel: de hoogte
van de hypotheek rente aftrek neemt
jaarlijks af.
Ten opzichte van andere
hypotheekvormen zijn de rente lasten
het laagst
Eenvoudig te begrijpen
Voorbeeld: Mevrouw Jongsma heeft een huis gekocht en daarvoor per 1 juli 2008
een lineaire geldlening afgesloten voor 30 jaar, met 6% nominale rente met de
hoofdsom van €270.000,-. De rente en aflossing betaalt ze maandelijks achteraf.
Welk totaalbedrag aan rente en aflossing dient mevrouw Jongsma te betalen over
de maanden:
Juli 2008?
Juli 2008 is de eerste maand.
€270.000/(12×30) = €750 aflossing per maand. De aflossing blijft 30 jaar hetzelfde.
6% = 6/100 = 0,06
0,06/12 × 100 = 0,005 rente per maand Het is nominale rente dus kan gedeeld
worden.
€270.000/100 × 0,005 = €1350,- aan rente in maand 1.
€750,- + €1350,- = €2100,- betaalt mevrouw Jongsma over juli 2008 .
Juli 2009?
Juli 2009 is een jaar dus 12 maanden verder.
€750,- × 12 maanden = €9.000 afgelost
€270.000 - €9.000 = €261.000 Nieuwe hoofdsom (restschuld)
€261.000,-/100 × 0.005 = €1305,- Aan rente in juli 2009
€750 + €1305 = €2055,- betaalt mevrouw Jongsma over juli 2009
Juni 2038?
Dit is de laatste maand van de hypotheek.
Laatste maand is renteloos en staat dus gelijk aan 1 x aflossen.
€750,- betaalt mevrouw jongsma in de laatste maand.
, Annuïteiten hypotheek
Bij een annuïteiten hypotheek betaald de geldnemer elke periode (meestal
maandelijks achteraf) een vast totaal bedrag. Hierbij blijft de maandlast elke
maand net zo hoog. In het begin betaal je veel rente en weinig aflossing en aan
het einde weinig rente en los je veel af.
Voordeel Nadeel
Gelijkblijvende bruto lasten. De bruto Weinig vermogensvorming in het begin
lasten veranderen als de rente wijzigt
In het begin zullen de netto lasten lager Stijgende netto. Het fiscale voordeel is gekoppeld aan
uitvallen de betaalde hypotheekrente en deze neemt af.
Meer inflatievoordeel Ten opzichte van een lineaire hypotheek is de totale
rentelast hoger. Dit is een gevolg van het minder snel
aflossen van de hoofdsom.
VB: De heer Hoogervorst heeft een huis gekocht en daarvoor per 1 september
2009 een annuïteiten hypotheek afgesloten met een hoofdsom van €250.000. De
nominale rente bedraagt 6% per jaar en staat voor 30 jaar vast. Rente en
aflossing betaalt hij maandelijks achteraf. De maandelijkse annuïteit bedraagt
€1,498,88. Wat betaald meneer Hoogervorst aan rente en wat aan aflossing in de
maanden:
- September 2009 Eerste maand
1. Je weet dat het percentage nominaal is en je wil het ipv per jaar per
maand weten dus: 6% / 12 maanden = 0,5% ---> 0,005 in decimalen
2. Dan doe je de hoofdsom x het percentage om de rente uit te
rekenen:
0,005 × €250.000 = €1.250 rente.
3. Je weet wat er aan annuïteit betaald wordt, om de aflossing te
bepalen haal je de rente van de annuïteit af:
€1.498,88 - €1.250 = €248,88 aflossing.
- Oktober 2009
Het is de tweede maand en er is 1 keer afgelost. De aflossing is te vinden
in de opdracht hierboven.
1. Om de nieuwe hoofdsom te berekenen haal je de aflossing van de
oude hoofdsom af: €250.000 - €248,88 = €249.751,12
2. Je weet de maandelijkse rente en dit doe je weer keer de nieuwe
hoofdsom om de rente te berekenen:
0,005 × €249.751,12 = €1248,76 Rente
3. De annuïteit blijft hetzelfde, dus om de aflossing te bepalen haal je
de rente van de annuïteit af:
€1.498,88 - €1248,76 = €250,12 Aflossing
- Augustus 2039 laatste maand
1. Dit is de laatste maand, dus is je annuïteit 100% + de rente.
100% + 0,5% = 100,5%.
2. Om de aflossing te bepalen maak je van de annuiteit 100%:
€1.498,88 /100,5 × 100% = €1491,42 aflossing
3. Om de rente te berekenen haal je de aflossing van de annuiteit af:
€1.498,88 - €1491,42 = €7,46 rente.