Inleiding Pedagogische en
Onderwijswetenschappen 1A
College 1: 09-09-2019
Pedagogiek richt zicht op:
1. Het opvoeden: opvoeders, begeleiders, leerkrachten en leidsters.
2. Het opgroeien: kinderen, adolescenten en (jong-)volwassenen
Pedagogiek als wetenschap:
Beschrijven van gedrag verklaren van gedrag handelen
Bandura: Sociale Leertheorie: het doel is om duidelijk te maken dat een individu kan leren op
verschillende manieren. Gebaseerd op zelfreflectie maken mensen keuzes, maar met name de
omgeving waarin deze persoon zich bevindt heeft invloed op hoe iemand zich gedraagt en leert. De
lerende verwerkt verschillende impulsen op verschillende manieren.
John Locke: kind wordt geboren als blank page, dus als blanke pagina, wij kunnen het kind vorm
geven
John Watson: Behaviourisme: alles is aan te leren
Koelkastmoeder: geen warme moeder die geen liefde geeft, gevolg kinderen met autisme.
Francis Galton: grondlegger gedragsgenetica
Onderzocht ‘reputatie’: hoeveel je als mens had betekent voor je medemens en omgeving.
Zag een sterke link tussen de intelligentie van iemand en de relaties met anderen, dus van broers en
zussen. Erfelijkheid was dus belangrijk. Of juist de opvoeding?
Eerste kind: nurture ouders, dus de opvoeding
Tweede kind: nature natuur van het kind
Judith R. Harris: gedrag van het kind hangt van de vriendengroep af, niet van de ouders.
Paardenbloemkinderen: groeit overal, minder gevoelig kind
Orchideekinderen: lastig te groeien, meer gevoelig kind
Differentiële ontvankelijkheid
Omgeving als nurture:
Ecologisch model van Bronfenbrenner: kind is onderdeel van allerlei systemen en zit er
midden in.
Opvoeding is plaats-, tijd- en soortgebonden.
Opvoedingsstijlen (Baumrind):
Twee dimensies: warmte en regels
Permissief: veel warmte, weinig regels (anti-autoritaire opvoeding, komt door de oorlog, ze
wilden geen strenge regels meer en dwang)
Autoritair: weinig warmte, veel regels
Verwaarlozend: weinig warmte, weinig regels
Autoritatief: veel warmte, veel regels (‘perfect’)
, Regels? Hoe?
Niet disciplineren met behulp van fysieke dwang, dus geen kneepjes enz.
Niet onthouden van aandacht, liefde, dus niet zeggen van ‘ik hou niet meer van je als…’
Wel positief disciplineren, dus complimenten geven
Ouders van tegenwoordig zembla eerste zeven min
Sandra Scarr:
Good-enough: er komt uit wat er in zit
Slechter dan good-enough: achterstanden
Beter dan good-enough: er komt niet meer uit dan er in zit
Dat extra hoeft niet
Donald Winnicott: ‘good enough mother’ vs ‘perfect mother’.
College 3: 23-09-2019
Casus kinderopvang:
Horizontale groep: kinderen opgedeeld aan de hand van leeftijd
Verticale groep: 0-4 jaar, blijven bij elkaar totdat ze naar school gaan
Anekdotisch bewijs: ervaringen van mensen die subjectief zijn
Welke groep is nu echt ‘beter’?
- Beter voor wie/wat? Pedagogisch onderzoek: altijd kijken naar het belang van het kind
- Kleine steekproef
- Persoonlijke voorkeur ouders en PM’ers
- Kinderen vergelijkbaar?
Horizontale groep:
- Aparte babygroep: rust, regelmaat, hygiëne en veiligheid
- Inspelen op ontwikkelingsniveau kinderen
- Vriendjes in dezelfde leeftijd/ spelen eigen niveau
- Ouders van kinderen in zelfde leeftijd
Verticale groep:
- Nabootsing groot gezin
- Taalvaardigheden gestimuleerd door oudere kinderen
- Ouders zelfde pedagogisch medewerker
- Geen breuk in gehechtheidsrelatie: niet steeds andere leiders die hem/haar verzorgen
Optimale ontwikkeling in het belang van het kind:
Verschillende ontwikkelingen:
- Sociaal-emotioneel
- Cognitief
- Fysiek
- Welbevinden
Welbevinden van het kind: hoe meten?
- Vragenlijst: leidsters/ ouders/ kinderen
- Observatie: duurt lang
- Cortisol (stresshormoon): hoe meer cortisol hoe slechter het welbevinden, hoe minder
cortisol hoe beter het welbevinden
- Allemaal?