Een duidelijke samenvatting van het boek recht en samenleving in verandering 9789013048674. Met deze samenvatting heb ik zelf een 8 voor het vak rechtssociologie kunnen halen.
Antwoord: Algemene bereidheid om door de overheid gestelde normen of beslissingen te aanvaarden, ongeacht de inhoud daarvan.
3.
Noem 3 eigenschappen van formeel rationeel recht.
Antwoord: 1. Neutraal stelsel, geen politieke/ethische waarden.
2. Compleet systematisch geheel van regels, zorgt voor voorspelbaar gedrag.
3. Algemene regels, geen willekeur.
4.
Hoe ziet Weber een bureaucratie?
Antwoord: Een logisch gevolg van formeel rationeel recht.
Daarnaast is het voor de overheid een instrument om haar taken uit te voeren.
Het is een uitdrukking van doelrationeel handelen, mensen kunnen voorspellen hoe de bureaucratie op bepaalde verzoeken zal reageren.
5.
Leg het begrip 'rationeel formeel recht' uit.
Antwoord: Rationeel:
- procedures
- beslissingen die beargumenteerd kunnen worden.
- juridische oordelen geleid door algemene regels (niet politiek/ethiek).
formeel:
- het gaat niet primair om de inhoud van regels.
6.
Wat betekent het dat het recht als instrument wordt ingezet? En welke gevolgen heeft dit voor het recht?
Antwoord: Instrument: recht inzetten op maatschappelijk wenselijke doelen te bereiken.
Veranderingen recht: het gaat om de inhoud! van het recht.
Het recht is niet meer neutraal.
7.
Effectiviteit van wetten hangt samen met de vraag waarom mensen zich aan de wetten houden. Welke 2 andere redenen zijn hierbij van belang?
Antwoord: 1. De wet moet aansluiten bij normen en waarden waaraan de meeste mensen o.g.v. gewoonte/morele overtuiging gehoor geven.
2. De wet moet aansluiten bij de eigen belangen.
8.
Leg uit wat een semiautonoom sociaal veld (SASV)is, en verklaar het woord semiautonoom.
Antwoord: Dit is een groep mensen die gezamenlijk gedragsnormen voortbrengen.
Semiautonoom - een SASV heeft een zekere zelfstandigheid t.o.v. andere handelingssferen = autonomie.
Echter SEMIautonoom, omdat de autonomie niet volledig is, want een SASV is afzonderlijk weer blootgesteld aan andere SASV's.
9.
Leg uit wat de bijzondere betekenis van een SASV is voor de rechtssociologie.
Antwoord: Het besef dat wetgeving van invloed is op het menselijk handelen dat al deel uitmaakt van een netwerk van menselijke verhoudingen, waarbinnen informele normen een rol spelen.
10.
Welke bijdrage kan het recht leveren aan een effectieve handhaving van normen?
Antwoord: 1. Gespecialiseerde handhaving, (is vooral belangrijk als dit in een SASV ontbreekt).
2. Legitimiteit wetgever of rechter.
3. Normzekerheid (welk gedrag men van elkaar mag verwachten).
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting week 1
INLEIDING: WAT IS RECHTSSOCIOLOGIE?
Grotere betekenis recht:
- Meer wetten.
- Meer procedures.
- Mensen bij onderlinge conflicten steeds meer beroep op het recht.
- Toename aantal juristen.
Rechtssociologie: vertaalt elk juridisch verschijnsel in termen van sociaal bepaalde
handelingspatronen als rollen, instituties of organisaties.
Rol = een specifieke positie in het netwerk van sociale verhoudingen, die bepaalde verwachtingen
(t.a.v. degene die deze positie inneemt) met zich mee brengt.
als iemand uit zijn rol valt (en dus niet meer aan de verwachtingen voldoen) zullen diegene die de
verwachtingen hadden, meestal corrigerend optreden.
Institutie = samenstel en samenspel van rollen die onderling geordend zijn door geschreven en
ongeschreven regels.
Organisatie = als rollen opgenomen worden in een samenhangend verband dat gericht is op het
bereiken van bepaalde doelen.
Sociologie van het recht.
Verschil juridisch/rechtssociologisch denken Law in books en Law in action.
2 benaderingen rechtssociologisch denken:
1. Sociale genese van het recht verklaren van recht als uitkomst van sociale verhoudingen.
2. Sociale werking van het recht gaat om de invloed die het recht heeft op het menselijk
handelen.
Sociale genese van het recht
Bijvoorbeeld Emile Durkheim: samenhang tussen wisselende karakter van het recht en
maatschappelijke ontwikkelingen: Veel recht bij een mechanische solidariteit.
1. Veranderde solidariteit.
2. Toenemend respect voor het individu.
Vroegere samenlevingen gekenmerkt door mechanische solidariteit = solidariteit gebaseerd op
uniforme denkbeelden en handelingspraktijken. (onderdrukkend karakter)
Door het proces van arbeidsdeling wordt de solidariteit organische solidariteit = solidariteit gebaseerd
op de onderlinge afhankelijkheid van mensen die op elkaars prestaties zijn aangewezen.
Deze veranderde solidariteit weerspiegelt in het recht.
Mechanische solidariteit Organische solidariteit.
Recht heeft onderdrukkend karakter.
Mensen reageren heftig op afwijkend gedrag Afwijkend gedrag niet langer als directe aanslag
(bedreiging voor uniformiteit). op hetgeen de samenleving bindt.
Recht gericht op wraak en boete. Recht gericht op verdeling van de schade.
Juridisering van de maatschappij.
Taak van rechtssocioloog om die veranderingen in de sociale verhoudingen aan te wijzen die
juridisering in samenleving kunnen verklaren:
1. Moderniseringsprocessen persoonlijke banden met mensen in betekenis gedaald, mensen
meer afhankelijke geworden van vreemden en mensen op grotere afstand oplossen door
rechtsregels zoals bijv. kwaliteitscontrole onpersoonlijke, juridische regeling.
Gedachte: recht neemt toe naarmate de dichtheid van sociale relaties afneemt
(relational-distance).
2. Emancipatie streven naar meer materiele gelijkheid meer wetgeving.
, 3. Verhoogd opleidingsniveau versterkte weerbaarheid + kennis rechten en minder opkijken
tegen mensen uit hogere sociale kringen eerder recht halen.
4. Meer juristen sociologische verklaringen: aanbod juridische diensten kan niet alleen maar
gezien worden als een antwoord op de toegenomen behoefte aan rechtshulp. Relatie ook wel
eens omgekeerd aanbodthese het aanbod van de juridische dienstverlening bepaalt de vraag.
Sociale werking van het recht
Wat doet recht binnen het domein dat gereguleerd wordt?
Veranderingen in handelspatronen die het recht (al dan niet) teweegbrengt worden in belangrijke mate
bepaalt door sociale verhoudingen en normen die al heersen tussen mensen.
Waarin verschilt rechtssociologisch denken van juridisch denken? Verschillen:
1. Wetenschap.
- Juridisch: normatieve wetenschap gericht op formuleren gedragsnormen.
- Rechtssociologisch: empirische wetenschap gaat niet om voorschrijven van normen waaraan
mensen gehouden worden, maar om het waarnemen van regelmatigheden in het menselijk
handelen en het begrijpen van samenhang tussen deze regelmatigheden.
2. Consistentie
op systematische wijze vormgeven aan stelsel van gedragsregels. Individueel geval
beoordelen in het licht van algemene gedragsregels.
3. Geïnstitutionaliseerde gedragsregels rechters gebonden aan gedragsregels die in het verleden
als gelden zijn aanvaard.
4. Methodologie sociologen: waarheid, juridisch: meer strikte methoden (feiten + recht =
oordeel).
Intern vs. extern gezichtspunt
- Rechters betrokken bij het creëren van gedragsnormen intern gezichtspunt rechters stellen
zich op als deelnemers aan de juridische besluitvorming en nemen de door hen geformuleerde
normen voor hun rekening.
- Socioloog extern gezichtspunt buitenstaander sociologen hoeven de door hen waargenomen
handelingen en verbanden tussen die handelingen niet rechtvaardig te vinden.
- Rechtvaardigheid en sociologie :
o Wel belangrijk: als mogelijke verklaring voor onderzoek.
o Niet belangrijk: ze geven zelf geen mening over rechtvaardigheid.
Positivistische sociologie (extreem extern gezichtspunt) alleen maar waarnemen aangenomen wordt
dat voor de besturing van menselijk gedrag alternatieve waarnemings- en verklaringsmethoden moeten
worden toegepast.
- Probeert om o.g.v. een vrij strikt omschreven wetenschappelijke methode verschijnselen te
verklaren, te voorspellen en te beheersen.
- Houdt zich uitsluitend bezig met uitwendig waarneembaar gedrag.
Verstehende methode (gematigd extern gezichtspunt) uitgangspunt is dat mensen handelen o.g.v.
bepaalde interpretaties/beweegredenen en dat zij doorgaans in staat zijn om hun handelen te
rechtvaardigen doorgronden intenties en beweegredenen mensen.
socioloog probeert de betekenis van het handelen voor mensen zelf te begrijpen. Hij blijft wel een
buitenstaander, dus extern gezichtspunt.
Wat is recht? 4 aspecten recht:
1. Sanctionerende aspect bestraffend politie/boete.
2. Procedurele aspect advocaten/rechters.
3. Democratische aspect wetgeving uitkomst van overleggen tussen regering en Staten-
Generaal.
4. Normatieve aspect recht hebben op… (hoe het hoort).
,Wat is recht voor een jurist?
- Bijzondere ordening van gedragsregels.
- Consistente samenhang + hiërarchische structuur.
- Voor iedereen een gemeenschappelijk oriëntatiekader.
- Gaat om concrete situaties.
Wat is recht voor een rechtssocioloog?
- Rechtssociologen: recht is het product van sociale verhoudingen (de sociale genese van recht).
- Cirkel: recht beïnvloed ook weer sociale verhoudingen.
- Niet: benadering die rechter, advocaat etc. kiest uitgangspunt socioloog wetten en
jurisprudentie voor de partijen aan wie ze zijn gericht andere betekenis dan voor de rechter.
- Bredere definitie recht.
De meervoudige betekenis van het begrip recht.
- Geen sluitende definitie recht mogelijk omdat alle definities elkaar gedeeltelijk overlappen en
elkaar gedeeltelijk uitsluiten.
- Wittgenstein: familiegelijkenissen bijv. spel steeds wisselend karakter.
- Rechtspluralisme: de situatie waarin binnen 1 natie verschillende groepen naast elkaar leven,
elk onder het regime van eigen recht naast recht van de centrale staat bestaan andere
rechtsstelsel met een zelfstandig regulerend vermogen.
Functies van het recht
1. Ordenende coördineert gedrag door mensen de mogelijkheid te bieden om vooruit te lopen
op het gedrag van anderen hoofdfunctie recht.
- Andere mechanismen om menselijk gedrag te ordenen:
A. Economische markt.
B. Macht de mogelijkheid die een persoon/instantie heeft om zijn wil tegen de wil van
anderen in door te zetten.
C. Informele gedragsnormen normen vormen wederzijdse verwachtingen van gedrag en
bieden mensen de gelegenheid om vooruit te lopen op elkaars gedrag.
D. Recht bijzondere categorie gedragsnormen.
recht vs. macht (wanneer geldt legitimiteit).
1 = traditie.
2 = charisma.
3 = legaliteit rationeel legaal gezag (zie hoofdstuk 2).
2. Instrumenteel gedrag mensen sturen en veranderen door wetgeving om maatschappelijk
doelen te bereiken.
4. Normatief wenselijke/onwenselijk gedrag.
- Enerzijds: materiele normen.
- Anderzijds: formele normen.
- Wettelijke regels geen index waarin de samenleving bestaande normen en idealen direct
weerspiegelt worden.
• Kwaliteit waarden en idealen verandert bij vastlegging ervan in wetten.
• Wetten omvatten en selectie van waarden en idealen.
- Recht geeft uitdrukking aan waarden en idealen.
,Samenvatting week 2
DE SOCIALE GENESE VAN HET RECHT EN LEGITIMITEIT.
Bevoorrecht positie recht ten opzichte van informele normen, om twee eigenschappen:
1. Handhaving berust op overheidsmonopolie geweldsmiddelen.
2. Bijzondere respectabiliteit die toegedicht wordt aan rechtsnormen (procedurele kenmerken).
Kenmerken op basis van het idee (democratische) rechtstaat: (procedurele grondslag)
1. Rule of law overheidsinterventie moet een wettelijke basis hebben.
2. Trias politica scheiding wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht.
3. Bescherming minderheden tegen de wil van de meerderheid.
4. Democratie volksinvloed.
Legitimeit: Algemene bereidheid om door de overheid gestelde normen of beslissingen te aanvaarden
ongeacht de inhoud ervan.
Betekenis verschuivingen binnen de Trias Politica:
Uitgangspunt 18e en 19e eeuws concept van het primaat van de wet als basis van machtsvorming: de
gedachte dat beslissingen van rechters en bestuurder bepaald worden door regels die door de wetgever
uitgevaardigd zijn politieke invloed rondom proces van de wetgeving.
Hier is sprake van een verticaal model met beheerste machtsuitvoering ( overheid aan de top).
Frissen (van piramidale structuur naar archipel verticaal naar horizontaal)
- Niet langer sprake van een machtscentrum door mondialisering en ICT.
- Instituties van politiek en democratie zijn in betekenis gedaald een machtscentrum is niet
effectief in de huidige samenleving horizontaal netwerk waarin mensen onderhandelen.
- Horizontalisering impliceert dat bestuur dichter bij de mensen wordt gebracht.
Ankersmit (kritiek op horizontalisering Frissen)
- Primaat van de wet niet zomaar prijsgeven.
- Horizontaliering dreigt uit te monden in tirannie van overheidsmanagers en recht van de
sterkste zal zorgen voor een nemocratie (= bestuur door niemand).
o Recht van de sterkste in direct contact tussen overheid en burgers, zal niet de gehele
bevolking verzekerd zijn, maar vooral de best georganiseerde en hardst roepende
mensen.
Frissens zwakke punten in zijn visie op basis visie Ankersmit:
- Zou de samenleving een horizontaal netwerk zijn als we de staat elimineren? een samenleving
zonder centrale overheid wordt wellicht snel gedomineerd door grote financieel-economische
machten (multinationals).
- Onvoldoende verwerkt: de zorg dat in een stelsel van horizontaal bestuur de macht in handen
zal komen van overheidsmanagers. Het is de vraag of iedereen gehoord zal worden!
- Horizontalisering zal gepaard gaan met een ondergang van een integrerend perspectief, het is
juist zinvol om een centrum te hebben van kennis en ervaring.
Uitgangspunt hier: beginselen hebben geen statisch karakter, maar bieden richtlijnen voor een
samenhang tussen een complex van verhoudingen ,die in verschillende maatschappelijke
verhoudingen de behoefte hebben aan een andere interpretatie.
RATIONAAL LEGAAL GEZAG
Weber: macht van heersers gebonden aan regels, en ambtenaren/rechters vooral gehouden om door
politieke verantwoordelijken genomen beslissingen te volgen.
- Recht als systeem, zwaartepunt rechtsvorming ligt bij wetgever.
- Rationeel legaal gezag: overheid gehoorzamen op onpersoonlijke en algemene wettelijke
regels (te onderscheiden van charisma en traditie).
, - Meest belangrijke ontwikkeling Weber: rationaliseringsproces het recht is uitdrukking van de
rationalisering van maatschappelijke verhoudingen.
- Formeel rationeel recht
o Rationeel:
Juridische procedures die intellectueel navolgbaar zijn (in teken van
waarheidsbevinding).
Beslissingen kunnen beargumenteerd worden (voorspelbaar).
Juridische oordelen worden geleid door algemene regels.
o Formeel: het gaat niet primair om de inhoud van regels.
- Materiële rationaliteit juridische beslissingen worden afgeleid uit algemene regels gebaseerd
op politiek of ethiek. En bij formeel rationeel recht niet laten leiden door ethiek of politiek.
(Weber heeft de materieel rationele oriëntatie niet geïntroduceerd, vanwege het risico van een
autoritair regime recht als instrument.)
3 eigenschappen formeel rationeel recht:
1. Neutraal stelsel, niet bepaald door politieke/ethische waarden.
o Doelrationeel handelen wordt mogelijk
o Voorbeeld: contract persoonlijke invulling van particuliere doelstellingen en geen
regie van bovenaf.
o Henry Summer Maine van status naar contract.
Status: verwijst naar rechten en plichten die zijn verbonden aan posities die
men heeft krachtens geboorte. Nauwelijks invloed vrije wil.
Contract: vrij en autonoom, niet o.b.v. status.
2. Compleet systematisch geheel van regels.
o Hierdoor ondubbelzinnige beslissingen in concrete gevallen.
o Voorspelbaar omdat het op de wet is gebaseerd. Het recht zou niet voorspelbaar
kunnen zijn als het rechters de ruimte zou bieden om hun beslissingen ook te mogen
funderen op ethische/politieke overwegingen.
3. Algemene regels.
o Aan regels gebonden, geen willekeur.
o Geen onderscheid tussen burgers.
Weber en bureaucratie:
- Is voor de overheid een superieur instrument om zijn taken uit te voeren.
- Logisch gevolg van formeel rationeel recht.
- Modern bestuur = toegedeeld aan een neutraal en onpersoonlijk apparaat dat niet meer
afhankelijk is van is van politieke macht en lokale afhankelijkheden.
o Het is gebaseerd op formeel rationeel recht.
o Je bent gehoorzaam aan regels en niet aan heersers (dus minder willekeur).
- Ontstaan ambtenaar (functies voor iedereen open).
o Leidraad van de ambtenaar is objectiviteit (zonder aanziens des persoons).
o Bureaucratie veronderstelt een strikte hiërarchie van rechten, plichten en
competenties.
- Bureaucratie = uitdrukking van doelrationeel handelen gestandaardiseerde besluitvorming,
mensen kunnen voorspellen hoe de bureaucratie op bepaalde verzoeken zal reageren
- Nadelen bureaucratie:
o Individuele gevallen.
o Besluitvorming star door onpersoonlijke, op regels en hiërarchie gefundeerde manier
van functioneren.
Overeenkomst formeel rationeel recht en bureaucratie:
- Schept een berekenbare omgeving waarop mensen hun handelen kunnen afstemmen, doordat
er bindende algemene regels zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 00lisa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.