Samenvatting tentamenstof Bestuur en Ethiek - SGM

Welke uitspraak is een ethische uitspraak? A. Usain Bolt liep een wereldrecord op de sprint. B. Het nieuwe nummer van Nick en Simon is echt mooi. C. Gisteren was Maartje erg boos. D. Alle genoemde antwoorden zijn fout.

Antwoord: D. Alle genoemde antwoorden zijn fout.

Een intrinsieke waarde is: A. Een waarde in de samenleving B. Een waarde die je zelf bedacht hebt (dus niet je ouders of je vrienden) C. Een waarde in zichzelf, zonder onderliggend doel D. Een waarde die afgeleid is van een norm

Antwoord: C. Een waarde in zichzelf, zonder onderliggend doel

Welke stelling is onjuist? A. Optieken corresponderen met aandachtsvelden met behulp waarvan mensen de werkelijkheid (kunnen) benaderen B. Mensen kunnen leven zonder optieken C. Over optieken valt niet te discussiëren, ze zijn er gewoon D. Een ander woord voor visie is mening

Antwoord: B. Mensen kunnen leven zonder optieken

Normen zijn: A. Opvattingen over wat uiteindelijk belangrijk en nastrevenswaardig is B. Bepaalde, min of meer bindende, verwachtingen over gedrag van mensen C. Feitelijk gedrag van mensen D. Principes die hoe dan ook nageleefd dienen te worden.

Antwoord: B. Bepaalde, min of meer bindende, verwachtingen over gedrag van mensen

Wat is kenmerkend voor een moreel dilemma? Bij een moreel dilemma is er geen discussie over… A. …hoe men menswaardig behoort te handelen B. …het goede dat men moet doen C. …conflicterende waarden D. …conflicterende normen

Antwoord: D. …conflicterende normen

Als iemand verantwoording over zijn handelen moet afleggen, dan moet aan bepaalde voorwaarden voldaan worden. Welke voorwaarde hoort hier niet bij? A. Iemand moet kennis hebben van de mogelijke keuzes om te handelen B. Iemand moet bereid zijn om zijn handelen te verantwoorden C. Iemand moet de vermogens en vaardigheden hebben om te handelen D. Iemand dient vrij te zijn om te kiezen tussen verschillende handelingsmogelijkheden

Antwoord: B. Iemand moet bereid zijn om zijn handelen te verantwoorden

In het tramdilemma kies je ervoor om de dikke man te doden door hem van de brug af te duwen voor de tram. Van welke ethische theorie is er sprake? A) Gevolgen ethiek B) Beginselethiek C) Deugdethiek D) Zorgethiek

Antwoord: A) Gevolgen ethiek

Je kiest ervoor om wissel van een tram niet om te zetten, dus mogelijk 5 doden ipv 1 dode. Van welke theorie is er sprake? A) Gevolgethiek B) Beginselethiek C) Deugdethiek D) Descriptieve ethiek

Antwoord: B) Beginselethiek

Volgens de wensentheorie van John Stuart Mill.. A) Telt ook de kwantiteit van je ervaringen B) Telt ook de kwaliteit van je ervaringen C) Telt jouw wens zwaarder dan die van anderen D) Telt de wens van anderen zwaarder dan jouw wens

Antwoord: B) Telt ook de kwaliteit van je ervaringen

De drie hoofdstromingen wat betreft ethische theorieën zijn: A) Eudemonisme, utilisme en hedonisme B) Plichtethiek, utilisme en beginselethiek C) Beginselethiek, gevolgethiek, deugdethiek D) Alle genoemde antwoorden zijn fout

Antwoord: C) Beginselethiek, gevolgethiek, deugdethiek