C1 Business models
Peecher – SSA
Aanleiding SSA
Achtergrond SSA:
Een poging om de kwaliteit van de accountantscontrole te verbeteren
Aanleiding van ontwikkeling SSA:
Vraag van de samenleving naar een betere bescherming tegen fraude met financiële
overzichten
Veranderingen in de bedrijfsstrategieën en modellen van organisaties
Opleving van vermeende FS-fraude in de 21 e eeuw
Verschil SSA met ‘Traditionele’ aanpak
4 dimensies van de audit omgeving
o New busness models, strategies and processes
o Verhoogde zorg bij en verantwoordelijkheid voor ontdekken management fraude
o Als sprake is van audit failures vanwege onvoldoende beheersing van het non-
sampling risico door de accountant
o Hanteren Audit Risk Model (maar kent inherente beperkingen voor ontdekken fraude)
Traditionele aanpak audit (substantive test en test of controls) naar verwachting
onvoldoende effectief voor ontdekken van fraude daardoor detection risk onvoldoende
gemitigeerd
Strategic Systems Audit en evidential triangulation van Peecher et al. (2007)
Belangrijke aandachtspunten
1. Analyse entities business states (Relatie met NVCOS
315: begrip van de entiteit en haar omgeving)
2. Management Information Intermediaries
3. Management business representations
Strategy-systems lens vs transaction-oriented lens
Evaluation of entity’s value generation capacities
Evidence-driven, belief-based risk assesment
Business risk of the entity
Relatie met audit risk
Eigen ‘verwachting’ opbouwen door auditor obv kennis/marktinformatie en dit vergelijken
met IST door EBS vaak externe informatie sterk mechanisme
Discussiepunten bij SSA
Poging om non audit services te verkopen (wordt nu audit of non audit services verleend?)
Te veel nadruk op analytical procedures ipv test of detail
Poging om de kosten van de audit te beheersen
Meer senior teamleden benodigd
Accountants hadden onvoldoende training in ‘systemthinking’
Bij peecher gaat het om het business model van hoe ga je je controle inrichten. Hoe krijg je nou
goede kennis van de huishouding. Waarbij de conclusie is dat we dat eigenlijk onvoldoende doen.
Dat we dat op een andere manier moeten insteken en daar heeft hij dan een model voor geschetst.
Wat hier een mooie koppeling is is dat deze gekoppeld kan worden aan Snoei. Snoei kan weer
gekoppeld worden aan Knechel (de trechter hoe ga je dus ook nog meer kijken naar de kennis van
,de huishouding. Hoe kan ik dat allemaal risk based insteken) Dus probeer die samen te pakken.
Peecher kan bijna op ele casus KENNEN + KUNNEN TOEPASSEN
Hogan (2008); Financial Statement Fraud: Insights from the Academic
Literature
Kernpunten theorie
Literatuurstudie; veel onderzoeksuitkomsten
Verantwoordelijkheid accountant ‘Accountant verantwoordelijk voor ontdekken fraude?’
Fraud triangle (incentive/pressure; opportunity + role of the auditor; attitude/rationalzation)
Werkzaamheden en vaardigheden accountant
High risk areas
Relatie met regelgeving
Aandachtspunten
Procedures en werkzaamheden om fraude te ontdekken
Red flags
Use of checklists
Use of reggression models/other aids
Analytical procedures
Impact op audit planning and testing
High risk areas, e.g. revenu recognition, unusual accruals, related parties, fair value
estimates, unusual journal entries
Relatie met regelgeving: Standaard 240, 315, 540 en 550
High risk areas
1) Revenue Recognition (het creëren van fictieve opbrengsten, het te hoog weergeven van
opbrengsten en ongebruikelijke opbrengsten)
2) Significant or Unusual accruals
3) Related party transactions
4) Fair value estimates
5) Quarterly financial information and unusual journal entries
Red flags
In het artikel wordt ingegaan op de procedures en mogelijkheden die een accountant kan gebruiken
om fraude te herkennen, hierin worden zogenaamde ‘red flags’ als leidraad gebruikt. Dit zijn
symptomen waardoor fraude mogelijk geïdentificeerd kan worden.
Boekhoudkundige afwijkingen;
Niet toereikende interne beheersingsmaatregelen
Analytische afwijkingen;
Extravagante levensstijl;
Ongewoon gedrag;
Tips en klachten.
High risk i.r.t. standaarden
1) Revenue Recognition (het creëren van fictieve opbrengsten, het te hoog weergeven van
opbrengsten en ongebruikelijke opbrengsten) Std. 240.27
2) Significant or Unusual accruals niet direct in standaarden, wel in verband brengen
met std. 240.33. Kan duidelijker terugkomen in de standaarden
3) Related party transactions Std. 315.28 en Std. 550
4) Fair value estimates Std. 315.28 en Std. 540
5) Quarterly financial information and unusual journal entries Std. 240.33
, Conclusie: Ook gehad bij continuïteit. Helpt en checklist nu wel of niet. De conclusie is dat dit semi
helpt (helft wel/niet). Maar dat het zeker niet afdoende is om je fraude analyse op een juiste
manier te doen.
Op het moment dat je een casus krijgt waar fraude naar voren komt kan je hierop richten. Waarbij
fraude er niet alleen over gaat heb ik het geconstateerd, maar wat doe je überhaupt aan je fraude
risico’s en hoe moet je deze überhaupt signaleren.
Kernpunten theorie – standaarden
Standaard 240: De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot fraude in
het kader van een controle van financiële overzichten
Standaard 250: Het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving bij een controle van
financiële overzichten
NV NOCLAR
Standaard 315: Risico’s op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten
door inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving
C2 Engagement Risk
Johnstone; Clënt-Acceptance Decisions (2000)
Johnstone heeft een model ontwikkeld en getest dat de beslissing voor de klant acceptatie
beschrijft als een proces van risico evaluatie en integratie. Het model stelt dat accountants een
risico-inschatting toepassen alvorens ze de opdracht aanvaarden. Dit om te borgen dat er geen
verlies op de opdracht wordt behaald of dat er latere claims uit voort komen.
3 soorten risico’s:
Cliënt related risks: risico dat de financiële condities van de organisatie verslechteren
o Financial condition / ratio’s
o Internal control structure
o Company/ industry trends
o Management attitude
Auditor-related risks: risico dat de auditor een verkeerd oordeel geeft
o Expertise
o Engagement timing
o Competing auditors
Auditor business risk: risico dat de auditor verlies leidt op de opdracht
o Likelihood of litigation
o Engagement profitability
Strategies to adapt the risks:
1. Screening cliënts’ risk characteristics
2. Screening audit firm’s risk of loss
3. Procatief inspelen met strategieën om in te spelen op de
klantgebonden risico’s, zoals: Adjusting audit fee, planning,
personnel assignment, data collection (relatie met Std. 220 en
Std. 315)
(1. Audit fee aanpassen, 2. Noodzakelijke controle-informatie
heroverwegen, 3. Beschikbare capaciteit (handjes) meenemen
in de overweging 4. Aanpassen van de hoeveelheid verzamelde
informatie tijdens het cliënt acceptatie proces)
T.o.v. werkelijk: H4c, H5 en H2a zijn eruit.
Observations:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RAtobe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.