Inleiding in de psychologie ll
College 8, 15-11-2021
Bewustzijn
het proces waarbij de hersenen een mentaal model creëren van onze ervaringen. Alles wat in ons
bewustzijn verschijnt, gaat door ons werkgeheugen-> we zijn ons bewust wat er door ons
werkgeheugen gaat. Nauw verband met aandacht, leren en het werkgeheugen.
Seriële verwerking: werkwijze waarbij één ding tegelijk verwerkt wordt.
Parallelle verwerking: twee of meer activiteiten.
3 verschillende visies van het bewustzijn:
1. structuralisten: ontrafelen van de geest d.m.v. introspectie ( innerlijke zelfbeschouwing)
2. behavioristen: bewustzijn is geen thema van onderzoek vanwege subjectiviteit (persoonlijk
oordeel).
3. cognitivisten: nadruk op cognitieve processen als waarneming, interpretatie en geheugen.
Cognitieve neurowetenschap: een nieuw wetenschapsgebied waar cognitieve psychologen,
neurowetenschappers, computerwetenschappers en onderzoekers uit andere vakgebieden
onderzoek doen naar het verband tussen mentale processen en de hersenen. Ontstaan doordat er na
de 3 visies steeds meer nieuwe technieken kwamen (MRI/ FMRI/ PET/ EEG) en er was behoefte aan
verklaringen van zaken die onduidelijk zijn.
Hypothalamus reguleert verschillende biologische driften buiten het bewustzijn om.
Onbewust proces: proces in de hersenen dat buiten het bewustzijn omgaat. Vb: hartslag, ademhaling
en de controle over de interne organen en klieren.
Aandacht: een proces waarbij het bewustzijn zich concentreert op één chunk in het werkgeheugen.
Metaforen voor bewustzijn:
1. de ijsberg van Freud.
2. vloeiend proces van James (golven)
3. computermetafoor
Verschillende bewustzijnsniveaus (Sigmund Freud):
1. het bewustzijn-> gedachten en perceptie.
2. het voorbewuste -> herinneringen en gebeurtenissen waar je je niet van bewust bent, maar wel
direct toegankelijk zijn-> opslagplaats (LTG)
3. het onbewuste-> het deel van de geest waarvan een individu zich niet bewust is, waar zich
onderdrukte impulsen, drijfveren en conflicten bevinden die geen toegang hebben tot het bewuste.
Onderzoeken:
Beeldvormende technieken: scans-> welk gebied is op welk moment actief.
Cognitieve taken: mentale rotatie-> pp hebben meer tijd nodig als de hoeken groter waren.
Inzoomen met de geest-> pp hebben meer tijd nodig voor de kleine details.
Priming: woorden, beelden, geluiden etc worden blootgesteld om in het brein opgeslagen informatie
te activeren zonder dat je ervan bewust bent. Vb: film focus.
Strooptask: benoem de kleuren van de woorden en niet de woorden zelf-> voor mensen met ADHD
,3 doelen:
1. restrictie: beperkt de aandacht, focust op 1 ding.
2. combinatie: legt verbanden tussen percepties.
3. manipulatie: mentaal model van de wereld creëren.
Bewustzijnstoestanden:
Coma: toestand van diepe bewusteloosheid die maximaal 2 weken lang duurt en hebben geen slaap-
waakcyclus. De ernst wordt gemeten door EMV-schore-> eye, motor, verbal.
Vegetatieve toestand: mogelijk ogen openen, normale slaapcycli, minimale hersenactiviteit.
Minimaal bewustzijn: toestand op de rand van minimaal en gewoon bewustzijn, communicatie via
woord of gebaar.
Locked-In-Syndroom: beiderzijds uitval van de hersenzenuwen, met spraakstoornissen en behoud
van bewustzijn.
Dagritme en dagdromen.
Een veelvoorkomende activiteit of staat van het bewustzijn, waarbij de aandacht verschuift van de
onmiddellijke situatie naar herinneringen, verwachtingen, verlangens of fantasieën. 30% van de tijd.
Waarom: dagdromen is gerelateerd aan een standaardmodus van de hersenen die actief blijft tijdens
de rustende waaktoestand.
Voordelen: plannen maken, problemen oplossen
Nadelen: kan net geleerde stof uitwissen, maakt je minder gelukkig (piekeren)
Slaap.
1/3 van ons leven slapen we.
Circadiaans ritme: fysiologische patronen die zich ongeveer elke 24 uur herhalen. Vb: slaap-
waakcyclus. Gereguleerd in de hypothalamus, waar de biologische klok de hartslag, vetverbranding,
lichaamstemperatuur en hormonale activiteiten bepaalt.
Circa-> ongeveer dies-> dag
Neurotransmitter-> melatonine.
Jetlag: interne circadiaans ritme wordt verstoord. De biologische klok kan zich beter aanpassen aan
langere dagen dan kortere.
Slaapcyclus
Duurt ongeveer 90 minuten, per nacht zo’n 4-6 cycli.
REM-slaap: periode in de slaap die ongeveer elke 90 minuten terugkeert. Kenmerken-> rapid-eye
movements, geassocieerd met dromen en cruciaal voor een uitgeslapen gevoel.
Non-REM-slaap: de steeds terugkerende periodes waarin de slaper geen REM vertoont.
REM-rebound: extra REM-slaap. Vb: powernap.
Slaapverlamming: toestand waarin de slaper niet is staat is zijn willekeurige spieren te gebruiken,
m.u.v. de ogen. Treed op tijdens de REM-slaap.
Normale slaap:
1. de cycli van 90 minuten
2. het feit dat de diepste slaap aan het begin van de nacht optreedt
3. het feit dat de REM-slaap steeds langer duurt naarmate de nacht vordert.
, 1. wakker
2. slaperig
3. stadium 1-> net in slaap gevallen, langzame activiteiten en snelle hersengolven
4. stadium 2-> golven met langere golflengte, slaapspoel , korte snelle activiteit
5. stadium 3 & 4-> diepe ontspannen slaap. Hersengolven, hartslag en ademhaling worden trager
6. REM-slaap
Aan het einde van stadium 4 neemt de elektrische activiteit toe en doorloop je de stadia in
omgekeerde volgorde.
Functies:
- herstellen?
- verwerken?
- opladen?
Slaaponderzoekers hebben er nog steeds geen duidelijk beeld over.
Hoeveel slaap hebben we nodig:
- genetische factoren bepalend voor slaapbehoefte
- individuele variaties in circadiaans ritme
- persoonlijke kenmerken en gewoonten
- hoeveelheid lichaamsbeweging
Slaaptekort: toestand die ontstaat als je minder slaapt dan nodig is om optimaal te kunnen
functioneren.
- grote gevolgen voor de gezondheid
- grote gevolgen voor aandacht en cognitieve functies. Vb: studeren
Slaapstoornissen:
Insomnia: chronisch onvermogen om snel in slaap te vallen, ’s nachts wakker of ’s ochtends te vroeg
wakker worden.
Slaapapneu: ademhalingsstoornis waardoor iemand tijdens de slaap regelmatig stopt met
ademhalen.
Pavor Nocturnus: episode in de diepe slaap waarbij iemand in angst lijkt te verkeren, hoewel de
beangstigende mentale ervaringen bij het ontwaken meestal vergeten is. Voornamelijk bij kids.
Praten in slaap, bedplassen en slaapwandelen.
Narcolepsie: verstoring van de REM-slaap, waardoor overdag plotselinge REM-slaap optreedt, die
meestal gepaard gaat met kataplexie (acute verslapping van skeletspieren). Vb: dat dansende meisje
Tieners: 9 uur slaap nodig
Volwassenen: 7 uur slaap nodig
Dromen
Freud: dromen hebben een diepere boodschap/ betekenis.
Manifeste inhoud: de verhaallijn van een droom, zonder interpretatie
Latente inhoud: de symbolistische betekenis van een droom
Dromen verschilt per cultuur-> verwerken van gebeurtenissen
De inhoud van een droom houdt dikwijls verband met recente ervaringen
Activatie-synthesehypothese: theorie die stelt dat dromen beginnen met willekeurige elektrische
activatie vanuit de hersenstam. Dromen zouden niet meer zijn dan een poging van de hersenen om
deze willekeurige activiteit betekenis te geven.