Samenvatting Recht Pedagogiek Jaar 3 minor COGH
Jeugdrecht in de praktijk
Hoofdstuk 1: Familierecht
Het familierecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen personen
op het terrein van families en relaties. Het regelt zowel de ‘verticale’
relaties, zoals afstamming en ouderlijkgezag, als de ‘horizontale’ relaties,
zoals huwelijk en geregistreerd partnerschap. Dit boek richt zich op
verticale relaties.
Juridisch ouderschap
Europees Verdrag de Rechten van Mens (EVRM)
(Artikel 8) Recht op eerbieding van privé, familie, en gezinsleven
1. Eenieder heeft het recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie-,
en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de
uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in
een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de
nationale veiligheid, de openbare veiligheid of et economisch welzijn
van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare
feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen
Het afstemmingsrecht regelt de afstemming tussen ouders en kinderen.
Het geeft antwoord op de vraag wie volgens de wet familie van elkaar zijn.
Het afstemmingsrecht geeft het kind een rechtsbetrekking tot zijn ouders,
broers en zussen, grootouders, ooms en tantes, neven en nichten etc.
Bij de ontwikkeling van het Nederlandse afstemmingsrecht speelt het
internationale recht een zeer belangrijke rol. Hierbij moet allereerst
worden gedacht aan het EVRM. Dit verdrag heeft in Nederland
rechtstreekse werking. Verder moet worden gedacht aan belangrijke,
richtinggevende uitspraken van het Europees Hof voor rechten van de
mens (EHRM) en aan het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het
kind (IVRK)
Moeder door geboorte
In Nederland geldt het klassieke principe uit het Romeinse recht ‘mater
semper certa est’ door de geboorte is het altijd zeker wie de moeder is.
De vrouw uit wie het kind is geboren is voor de Nederlandse wet de
juridische moeder met alle rechten en plichten die daarbij horen. Evenmin
maakt de Nederlandse wet onderscheid wat betreft de relationele situatie
van de geboorte moeder is moeder op moment van geboorte getrouwd
(of geregistreerd partnerschap) met de andere ouder.
Er zijn belangrijke afspraken zoals ten aanzien van draagmoederschap
voor de wensmoeder, of voor een homostel. Wensmoederschep wordt
door de Nederlandse wet niet erkend. Een draagmoeder wordt beschouwd
,als juridische moeder. De wensmoeder kan alleen een juridische moeder
worden via de weg van adoptie.
Ouder van rechtswege
De Nederlandse wet kent het huwelijksvaderschap: de vader van een kind
is de man die op het moment van de geboorte van het kind gehuwd is met
de vrouw uit wie het kind geboren is of geregistreerd partnerschap (of het
nou de biologische vader wel of niet is maakt niet uit)
Moederschap van rechtswege is ook mogelijk onder twee voorwaarden.
Ten eerste moet er net als bij vaderschap van rechtswege sprake van een
formele relatie (huwelijk of geregistreerd partnerschap) van de
‘meemoeder’ of ‘duomoeder’ met de geboortemoeder op het moment van
de geboorte van het kind. Ten tweed moet het kind, afwijkend van het
uitgangspunt voor het juridisch vaderschap, zijn verwekt door kunstmatige
inseminatie met behulp van een onbekende donor.
De wet sluit uit dat als twee vrouwen samen een kind hebben gekregen
met een onbekende donder, de vrouw die is getrouwd met de
geboortemoeder van rechtswege moederschap krijgt toegekend.
Ouderschap door erkenning
Erkenning staat los van biologisch vaderschap. Erkenning schept een
juridische relatie tussen de man die het kind erkent en het kind. Erkenning
kan tot stand komen wanneer de man bij de burgerlijke stand van de
gemeente verklaart dat hij het kind erkent. Dit kan voor de geboorte,
meteen erna, of (veel) later. Een cruciaal verschil met ouderschap van
rechtswege is dat voor erkenning toestemming van de moeder is vereist.
Een man die kan aantonen dat hij de verwekker van het kind is, kan de
rechter om vervangende toestemming voor erkenning vragen.
Erkenning voor vrouwenparen is nodig wanneer:
- Als ze samen een kind krijgen met een bekende donor die geen
ouderschap claimt
- Als er sprake is van een onbekende donor, maar beide vrouwen
geen formele relatie hadden op moment van geboorte kind.
Erkenning is ook in aantal gevallen niet mogelijk:
- Jeugdige heeft al twee ouders
- Erkenning is uitgesloten wanneer een man vanwege te nauwe
verwantschap geen huwelijk met de moeder mag sluiten zoals,
broer, vader, oom
- Wanneer een man nog geen 16 jaar oud is
Ouder via gerechtelijke vaststelling
Dit betreft het omgekeerde van de erkenning, omdat het hierbij (met
name) gaat om partners die geen juridische vader willen zijn. Bij het
,vaderschap gaat het hier behalve om mannen die geen juridisch vader
willen worden ook een enkele keer om een man die overlijdt voordat hij
het kind heeft erkend. Van origine had de gerechtelijke vaststelling van
het vaderschap dus enkel en alleen betrekking op de biologische
afstemming.
Voor een vrouw die het meemoederschap ontkent: het ouderschap van
een persoon kan, ook indien deze is overleden, op grond dat deze de
verwekker is van het kind of op de grond dat deze als levensgezel van de
moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot
gevolg kan hebben gehad, door de rechtbank worden vastgesteld op
verzoek van de moeder, tenzij het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt
Ouderschap via adoptie
Nederlandse wet heeft de mogelijkheid om via adoptie juridisch ouder te
worden. Alle gevolgen die de Nederlandse wet aan het ouderschap
verbindt zijn ook van toepassing op de ouders die door adoptie een kind
krijgen.
Gevolgen van het ouderschap
Afstemmingsrecht leidt allereerst tot het ontstaan van een
familierechtelijke betrekking tussen het kind, zijn ouders en
bloedverwanten. Het juridische ouderschap heeft nog diverse andere
rechtsgevolgen. Het juridische ouderschap brengt een onderhoudsplicht
jegens het kind met zich mee.
Adoptie
Voor adoptie gelden regels
- Adoptie moet in kennelijk belang van kinderen zijn
- Op het moment van adoptieverzoek moet vaststaan dat het kind
niets meer van zijn biologische ouders in de rol van ouder te
verwachten heeft
- Kind mag alleen geadopteerd worden de 18 jaar
- Mening van kind speelt een rol. Kind van 12 jaar of ouder moet
onderzocht worden hoe hij/zij over adoptie denkt kind bezwaar?
Dan gaat adoptie niet door.
Rechter kan ook luisteren naar mening van kind jonger dan 12
- Grootouders mogen kleinkind niet adopteren
Voorwaarden biologische ouders
- Adoptie gaat niet door als biologische ouders afwijzend staan
tegenover de adoptie. Wanneer biologische ouders kind mishandeld
of verwaarloosd hebben, of nauwelijks met kind in gezinsverband
hebben geleefd kan de rechter anders beslissen.
- Biologische moeder dient op moment van adoptie ten minste 16 jaar
te zijn en niet meer het gezag te hebben
Voorwaarden adoptiefouders
, - Adoptiefouders moeten al ten minste 18 jaar ouder zijn dan het kind
dat ze willen adopteren
- Er moet al iets bewezen zijn: de aanstaande ouders moeten al
minstens 3 jaar samenwonen (dus indicatie van stabiele relatie) en
het kind moet voordat de adoptie kan worden overgegaan al
minstens een jaar bij hun thuis wonen en door hen
verzorgd/opgevoed worden
Minderjarigheid
Schade door kinderen jonger dan 14 > ouders aansprakelijk
Schade door kinderen tussen 14-15 > ouders aansprakelijk tenzij ze
kunnen aantonen dat het hun niet kan worden verweten (ze waren er bijv.
niet bij)
Schade door kinderen vanaf 16 jaar> kind is zelf verantwoordelijk
Handelingsonbekwaam
Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam. Er bestaan ook uitzonderingen
op de onzelfstandigheid van minderjarigen, de zogeheten ‘handlichting’.
- Rechter kan een minderjarige op diens verzoek en met instemming
van ouders voor bepaalde rechtshandelingen handelingsbekwaam
verklaren (bijv. in familiebedrijf)
- Minderjarige vrouw die een kind heeft gekregen kan de rechter
verzoeken om maar meerderjarig te verklaren, zodat ze het gezag
over het kind kan uitoefenen.
- Toestemming medische handeling
- Procesbekwaamheid minderjarige psychische dwangopname
- Hoorrecht minderjarige
Hoorrecht
In Nederland betekent het hoorrecht van minderjarigen dat zij vanaf 12
jaar in principe in alle zaken betreffende het gezag die hen rechtsreeks
raken door de rechter in de gelegenheid moeten worden gesteld hun
mening kenbaar te maken.
Ouderlijk gezag
Alle minderjarigen staan onder gezag, van hun ouders of een ouder alleen,
of van een voogd. Net als afstemmingsrecht is gezagsrecht dwingend. Dat
wil zeggen dat het niet ter vrije bepaling van ouders of andere
betrokkenen staat.
Er zijn drie ingrijpende veranderingen in het gezagsrecht in Nederland
- Minderjarigen hebben een prominenter rechtspositie gekregen en
‘het belang van het kind’ is leidend
- Het gezagsrecht is stapsgewijze losgekoppeld van het huwelijk.
Gezamenlijk gezag is ook mogelijk wanneer je niet getrouwd bent.
Ook heb je als ouders nog gezamenlijk gezag na scheiding
- De kring van de personen die gezag over het kind kunnen krijgen is
uitgebreid