Uitgebreide college aantekeningen voor Ontwikkeling deeltentamen 1. Dit vak wordt gegeven op de studie Psychobiologie in jaar 2. Document bevat ook veel plaatjes.
Wat kunnen baby’s?
- Ze hebben alle zintuigen
- Kunnen al een beetje bewegen
o Vanuit hier gaan ze kennis ontwikkelen = basis
Schema’s -> Telkens veranderen van wat kinderen al konden
- Zijn noodzakelijk om omgeving te begrijpen en voorspellen
- Samenhangende, vaststaande reeksen van acties/ redenaties die kunnen worden toegepast
op meerdere situaties/ objecten.
- Hebben interne consistente en zijn georganiseerd in een structuur.
- Bijvoorbeeld actiepatronen (baby’s), redeneringen (kind), regels of strategieën (oudere
kinderen).
Vb. actieschema is slaan. Op basis hiervan gaat een kind leren. Daarna gaat het kind concepten leren.
Vb. concept vogel. Je kan de definitie geven, eigenschappen etc.
PLAATJE
Kind heeft bepaalde kennis (schema/assimilatie). Daarna komt er iets nieuws voorbij wat het kind
nog niet kent (disequilibrium). Dan kan het kind concluderen dat het nieuwe iets is wat het kind al
kent en dan krijg je weer opnieuw een evenwicht (equilibrium). Daarna wordt het schema aangepast
zodat het beter past bij de omgeving (assimilatie). Als het niet past dan moet er een nieuw schema
worden aangemaakt (accommodatie).
➔ In het begin moet je dingen nog heel concreet beschrijven, later kan dat pas een stuk
abstracter.
Conclusie = Je leert eigenlijk net zoals bij de biologie. Je krijgt nieuwe vertakkingen (zoals bij soorten)
van concepten etc. en daar vorm je weer nieuwe schema’s mee.
Constructivisme (Jean Piaget):
Hiervoor was het behaviorisme heel bekend, maar Piaget zei het volgende:
- Kind is geen passieve opslurper van informatie
- Een kind heeft zijn/haar zintuigen en motoriek
- Hiermee gaat het actief de omgeving exploreren
- Hiermee construeert het kind zijn/haar eigen kennis
PLAATJE STADIA
,Stadium 1 -> sensori motorisch (0-2 jaar)
Intelligentie bij kinderen op basis van zintuigen (sensorisch) en motoriek. Sensorisch : Ontdekken via
de mond (orale fase), ogen (alles willen zien), oren (motherese). Voor motoriek heb je het over leren
omrollen, zitten, kruipen en lopen.
Stadium 2 -> preoperationeel stadium: (2-7 jaar)
- Overgang van sensori-motorisch naar preoperationeel stadium
- Objectpermanentie = De kennis dat objecten permanent bestaan afhankelijk van het
perceptueel contact
o Weet het kind dus nog dat het object bestaat zonder dat ze het zelf zien
Het kind kan: taal, symbolisch spel, uitgestelde imitatie (nadoen als het er niet meer is) , mentale
representatie
Het kind denkt:
- Egocentrisme
- Zien is geloven
- Animisme (dingen hebben eigenschappen van mensen)
- Centratie : Concentreert zich op één eigenschap tegelijk
o Conservatie van aantal -> focus lengte van de rij (Allebei 5 bolletjes maar de ene
staan dichterbij elkaar dan de andere. Hier kunnen ze dat nog niet onderscheiden en
de rij waar de bolletjes verder uit elkaar staan is het langst)
o Conservatie van volume
o Conservatie van massa
Stadium 3 -> Concreet operationeel stadium (7-12)
- Conservatie wordt begrepen
- Seriatie (op grootte ordenen)
- Transitiviteit (als a > b en b > c hoe zit het dan met a en c)
- Classificatie-hierarchieën
Stadium 4 -> Formeel operationeel stadium (vanaf 12 jaar)
Hypothetisch-deductief denken (wetenschappelijk denken)
o Logisch redeneren, ook abstract
Ethiek
- Kind kan consequenties van de deelname niet inschatten
o Oplossing : Toestemming vragen aan de ouders
o Informatiebrochure
o Informed consent (2x voor de ouders eentje, voor jezelf eentje)
Deadline 20 feb -> Document lezen, quiz maken
- 10 rondjes uit karton (centen, knopen etc.)
- 2 dezelfde dikke glazen, één dunne lange
- 2 strookjes geknipt uit karton
- 2 bolletjes klei
,Hoorcollege 2:
Embryiologie/ontwikkelingsbiologie -> Van generatie op generatie waarborgt het proces van
ontwikkeling dat één cel honderden verschillend typen van cellen kan vormen (differentiatie), op een
verbazingwekkende geordend (morfogenese/ patroon-vorming) vormend het bouwplan.
Elk vertebraat embryo bezit de volgende elementen die per soort op een andere wijze en op een
ander tijdstip tot ontwikkeling zal komen:
- Bilaterale symmetrie
- Polariteit
- Kiembladen
- Lichaamsholten
- Segmentatie -2
- Chorda
- Kieuwbogen
Vroege ontwikkeling -> Orgagenese
Bij 8 weken wordt een grens gesteld. De organen zijn bij deze grens eigenlijk nog niet helemaal
ontwikkeld, maar dat is ongeveer vanaf 13 weken. Hierna gaat het van de embryionale naar de
foetale periode. Na het eerste trimester (foetale periode) zit alles er op en er aan.
-2 -> Als embrioloog kijk je vanaf het moment van bevruchting, maar in de kliniek gaat het om de
laatste menstruele periode.
Gametogenese
Gametogenese -> Vorming van de geslachtscellen
Dat is een proces waarbij een voorloper van die gameet (primordiale kiemcel die nog diploïd is) die
binnen een heel aantal stappen gameet (haploïd) wordt. Het begint er natuurlijk mee dat er cellen
geprogrammeerd moeten worden om geslachtscellen te worden.
1. Primordiale kiemcel
2. Ontstaan van primordiale kiemcellen en migratie naar gonaden (ovaria/testis)
Hier begint een verschil richting het vrouwelijke en mannelijke pad
3. Vermeerdering door mitose
4. Meiose (reductie van aantal chromosomen)
5. Functionele en structurele maturatie
6. Gameet
Primordiale kiemcellen:
- Bevruchte eicel kleurt met een marker voor totipotente
cellen, want al die cellen kunnen nog heel erg veel worden.
- Andere cellen zijn negatief doordat ze al een
ontwikkelingspad in zijn gegaan waardoor ze niet meer
alles kunnen worden.
, Die primordiale kiemcellen komen ook even buiten het embryonale lichaam te liggen, in de
dooierzak. Daarna verplaatsen ze door groei verschillen, en een beetje actieve migratie (lopen door
het embryo) komen ze uiteindelijk op de plek van de gonaden (toekomstige geslachtsorganen). De
locatie kan verschillend zijn dus ook zo het pad.
➔ Als ze verkeerd terechtkomen en niet stoppen met groeien kunnen het teratomen worden
(tumoren). Je kunt hier allerlei lichamelijke dingen in aantreffen
Wanneer de cellen gaan vermeerderen, omdat het
er maar weinig zijn, krijg je het eerste verschil tussen
mannen en vrouwen. Bij de vrouwelijke ontwikkeling
gaan al die cellen door met de volgende stap. Het
worden dan eerst oögonia, dit gebeurd in de 2e en 5e
maand 2.000 -> 7.000.000. Vanaf hier neemt de
hoeveelheid af. Bij mannen begint de ontwikkeling van spermatogonia eigenlijk pas in de puberteit,
maar daarna heb je een oneindige poel.
- Asymmetrische mitotische deling = Type B spermatogonium gaat verder ontwikkelen terwijl
type A weer type A en B kan maken.
o Type B gaat dan verder ontwikkelen en die liggen ergens in de buisjes van de
testicles. De eerste stap is dat hij door gaat met ontwikkelen via meiose (primaire
spermatociten) daarna krijg je de secundaire door meiose II. Daarna krijg je
spermatid, die zijn al wel haploïd maar nog niet helemaal volwassen. In de
spermiogenese zie je de vormverandering van een normale cel naar de specifieke
kenmerken, zoals staart en kop, en ontstaat de spermatozoa.
▪ In die vormverandering verliest hij heel veel massa. Dit komt doordat hij
alleen het genetische materiaal hoeft af te leveren. In de kop zit die energie
(acrosomal cap) en die is belangrijk voor de bevruchting.
Zitten cellen om de niet goed ontwikkelde sperma cellen deze heten :
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gittevogels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.