Aantekeningen Inleiding Orthopedagogiek colleges
College 18 november
› Primaire opvoedingsproblemen: de opvoeder slaagt er moeilijk in om de pedagogische vraag
van het kind in te schatten of er adequaat op te reageren. Context speelt geen rol.
› Secundaire opvoedingsproblemen: handelingsverlegenheid is het gevolg van kenmerken van
het kind, de ouder en/of de context. Externe factoren spelen een rol (bijv. ouder raakt baan
kwijt)
› Invloed van context: interactioneel en ecologisch
Werken vanuit contextuele, ecologische en transactionele modellen
› De orthopedagoog handelt altijd in veranderlijk normatief kader en een veranderlijke
cultureel-historische context
› Sociale constructen: plaats, tijd en cultuur
› Verschillende visies op: definities, aandachtspunten, diagnostiek etc.
Kinderen met gedrags- en emotionele problemen (hoofdstuk 1)
Onderscheid gemaakt tussen:
› Lichte, tijdelijke bepaalde situaties/bepaalde personen, leeftijds- en/of fasegebonden
› Langdurig, blijvend, in combinatie met andere problemen en/of ernstig lijden tot gevolg
hebben (kind of omgeving)
Onderzoek en etiologie
› Hoe we naar probleemgedrag kijken ligt aan de definitie en de manier waarop er onderzoek
naar gedaan wordt
› Etiologie: ecologische multifactoriële of cumulatieve verklaringsmodellen:
- Multicausaal: combinatie van factoren
- Risicofactoren vs. protectieve factoren: bijdragen of in standhouden vs. tegengaan of
beperken
- Cumulatiehypothese: kans groter naarmate er meer risicofactoren zijn en minder
protectieve factoren
› Focus op veerkracht. Wat maakt nou dat een kind veerkrachtig is?
Onderscheid:
› Biologische factoren: gedrag wordt gestuurd door biologische processen
- Bijv. impact van stress
› Leerervaringen: elk gedrag is betekenisvol en het resultaat van een leerproces.
, - Bijv. klassieke conditionering (Pavlov) en operante conditionering (Skinner
- Leren kan niet los worden gezien van de (relationele) context: systeem, school, netwerk,
gezin, politieke/culturele context
Hechting
› Gehechtheidstheorie (Bowldy)
- Veilige hechting: kinderen ervaren dat ouders consistent op een ondersteunende en
zorgende manier hen proberen te helpen, wanneer zij moeilijkheden ervaren.
- Onveilig gehecht: ouders zijn inconsistent of niet ondersteunend, dan kunnen kinderen
hun vertrouwen in de ouders verliezen.
Classificatie en diagnostiek
› Wordt gedaan zodat er een gemeenschappelijke taal ontstaat, ter bevordering van
onderlinge communicatie
› Wat speelt er, wat gebeurt er, en hoe handelen we hierna?
› Classificatie: systematisch ordenen en groeperen van gedragsproblemen op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties
› Diagnostiek: wat is er aan de hand, hoe is probleem ontstaan, hoe wordt dit in stand
gehouden, hoe kan dit behandeld worden, etc.
De verschillende vormen van diagnostiek
› Onderkennende, classificerende diagnostiek: Wat is er aan de hand? (vragenlijsten, DSM,
interviews etc.)
› Verklarende diagnostiek: condities opsporen die de oorzaak van het probleem zijn, in stand
houden of versterken.
› (Be)handelingsgerichte diagnostiek: heeft als doel inzicht te krijgen in de verschillende
factoren die samenhangen met de problemen en deze beïnvloeden om het probleem te
verminderen of te verbeteren.
Classificatiesystemen
› Klinisch psychiatrische classificatiesystemen
- Beschrijven van problematieken van individuen en het classificeren in
stoorniscategorieën
- Medisch model, beperkte validiteit in verschillende culturen, alles of niets
› Empirisch statistische classificatiesystemen
- Psychometrische invalshoek: gebaseerd op uitkomsten van grote groepen
kinderen/jongeren en met beoordeling van verschillende betrokkenen. Daarnaast wordt
er veel gebruik gemaakt van empirie.
- Minder scherpe diagnosestelling, lijsten correleren minimaal
Behandeling
Aspecten van behandeling
› Evidence-based en practise-based: kwaliteit van een interventie in de praktijk
› Steeds meer aandacht voor ‘werkzame factoren’ (bijvoorbeeld de band tussen behandelaar
en cliënt)
› Meervoudige of multimodale behandeling: complexiteit en samenhang van meerdere
factoren (kind, gezin, omgeving)
› Paradigmaverschuiving: van individu naar context & samenhang
› Specialistische aangelegenheid
,Theoretische perspectieven op behandeling:
› Psychodynamische visie (Freud): focus op intrapsychische conflicten uit het verleden die ten
grondslag liggen aan gedrags- en emotionele problemen
› Cognitieve gedragstherapeutische behandelingsmodel: achtergrond in leerervaringen –
focus op tekort of te veel aan gedrag bij gedrags- en emotionele problemen (te weinig of
verkeerde leerervaring)
- Moderne CGT: gebaseerd op sociale leertheorie & integratie van cognitieve en
omgevingsinvloeden
› Systeem- of gezinstherapeutische benadering: gezin centraal, interactie, hele gezin, focus op
hier & nu
College 19 november
Kinderen en jongeren met een leerstoornis (hoofdstuk 2)
› Prevalentie: mate waarin iets voorkomt (bijvoorbeeld ADHD 5-10%)
› Soms zijn er meerdere problemen die samen kunnen voorkomen
Algemene leervoorwaarden
Factoren die het leren op school beïnvloeden = voor- en vroegschoolse educatie (zoals
sensomotorische ontwikkeling of taal en denken)
Zijn de basis voor ontwikkeling
Specifieke leervoorwaarden
Bijzondere kennis en vaardigheden op een specifiek
domein van de schoolse vaardigheden
› Er is een integrale integratie in datgene wat je
uitspreekt en wat je schrijft.
› Het uitspreken is een fonemen (een klank) en het
geschreven teken is een grafemen. Grafemen en
fonemen moeten perfect gekoppeld zijn, dat is de
basis van het spellen. Als deze koppeling niet juist
is kan er niet op de juiste manier geschreven worden.
Definities van leerproblemen
› Aanvankelijk: tegens telling tussen IQ en leerprestaties
› IDEA niet onbesproken: de rechtbank in de VS ‘oordeelt’. Er zijn scholen schuldig bevonden
dat ze kinderen met leerproblemen niet het goede onderwijs geven.
› Iedere maatschappij moet ervoor zorgen dat er goed onderwijs is waar kinderen op de juiste
manier kunnen leren
› Laatste 15 jaar: weinig evidentie voor discrepantiebegrip tussen IQ en leerprestaties
› Idee van leervoorwaarden: wordt niet meer aanvaard
› Automatiseren = kern van leerstoornis
› Stel IQ is hoog en leerprestaties zijn laag, dan moet daar iets zijn (een discrepantie), een
verschil, een fout in de school waardoor de leerprestaties slecht zijn.
Definiëren van een leerstoornis
DSM V (classificatiesysteem): er is sprake van een leerstoornis als er aan deze drie factoren worden
gedaan
› Achterstand: lees, spelling of rekenniveau is beneden het verwachte niveau op basis van het
onderwijs, maar ook wat de input is van het kind (gevolgd onderwijs of dagelijkse
activiteiten). Achterstand ook zien in de context/omgeving (in Zweden leren kinderen lezen
vanaf 7 jaar, en zouden dus in Nederland een achterstand hebben).
, › In leerproces is er een opvallende hardnekkigheid of didactische resistentie voor
beïnvloeding: de automatisering komt niet tot stand ondanks systematische hulp.
› Exclusiviteit: problemen alleen in het domein van leren (er zijn geen andere oorzaken).
Bijvoorbeeld: bij een slecht zicht heeft niet gelijk ieder kind dyslexie.
Dyslexie
Stoornis in spellen/lezen
› Zit in de hersenen of erfelijkheid. De omgeving en school hebben er niks mee te maken, maar
kan het probleem wel uitlokken/verbeteren.
› Hoeft niet altijd problemen in het lezen te betekenen, maar wel in het geautomatiseerd
lezen. Het gaat dan moeilijk en is niet vanzelfsprekend.
› Dyslexie kan ook pas naar boven komen bij vreemde talen of bij te grote belasting.
› Ook in brailletaal kan er dyslexie voorkomen (weer foute koppeling tussen klank en ‘teken’)
Wat wordt er bedoelt met niet/slecht automatiseren?
› De vaardigheid blijft veel aandacht vragen
› Tegelijk op iets anders letten is een probleem
› De gevoeligheid voor storing is groot
› Het tempo is laag of fouten nemen toe
› Bij spanning (angst) gaat het flink slechter
› Verbetering blijft beperkt tot deze taak
Oorzaken van leerstoornissen
› Belangrijke: genetische benadering
- Erfelijkheid – chromosomaal onderzoek
› Neuro(psycho)logische benadering
- Neurologische + hemisfeerontwikkeling
- Linkerhemisfeer: taal en motoriek -> taal
- Rechterhemisfeer: visuopatiële vaardigheden/ruimtelijke vaardigheden (tekens
bijvoorbeeld) -> niet taal
Dus goede coöperatie tussen twee hemisferen is vereist
› Cognitieve benadering
- Informatieverwerkingstheorieën proberen leerproblemen te verklaren vanuit de
verschillende processen en structuren die een rol spelen bij het verwerken van
informatie.
Voorwaarden om zich goed te voelen als leerling (sociaal-emotionele ontwikkeling), bijvoorbeeld
ook: hoe wordt er gereageerd bij fouten maken?
› Psychologische basisbehoeften
› Eisen stellen: eisen moeten in evenwicht zijn met mogelijkheden van het kind
› Kwetsbaarheid: problemen in de ontwikkeling van het gevoelsleven (kwetsbare kinderen)
› Pedagogisch klimaat gericht op het ontwikkelen van waarden en normen
Belangrijke zones in hersenen
› Broca’s area: opnemen van fonemen
› Wernicke’s area: koppeling klank en teken
› Angular gyrus: geschreven gedeelte van
letter of woord
› Visual asssociation areas: centrale
‘computer’ waar alles centraal verwerkt
wordt