HOOFDSTUK 4
PARAGRAAF 1 – VERBINTENISSEN
Voor een verbinding is moet er in beginsel een wettelijke grondslag zijn. Een verbintenis is
een rechts relatie tussen twee personen, waarbij ik de enige partij (schuldenaar) verplicht is
om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij (schuldeiser) hier recht op heeft. Bij elke
verbintenis is er dus sprake van een prestatie die geleverd moet worden. Deze prestatie kan
zijn: iets geven, doen of nalaten. Dit wordt ook wel betaling genoemd.
De nakoming van een verbintenis kan worden afgedwongen.
In verbintenis kan op drie manieren ontstaan:
Overeenkomst.
Onrechtmatige daad.
Andere bron.
Overeenkomst
Overeenkomst -> een meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen jegens elkaar een
verbintenis aangaan.
Uit een overeenkomst vloeit een verbintenis voort.
(bijvoorbeeld: een koopovereenkomst. De verkoper is verplicht de gekochte zaak te leveren, terwijl de
koper verplicht is de afgesproken prijs te betalen.)
Onrechtmatige daad
Onrechtmatige daad -> een inbreuk op enig recht van een ander, alsook het handelen of
nalaten in strijd met een wettelijke plicht of in strijd met een maatschappelijke normen,
waardoor een ander schade lijdt.
De verbintenis die uit een onrechtmatige daad voortvloeit, is de verplichting om de schade
te vergoeden.
Andere bron
De voornaamste andere bronnen waaruit een verbintenis kan ontstaan, zijn:
Zaakwaarneming -> het behartigen van de belangen van een ander.
Onverschuldigde betaling -> een prestatie bijzondere rechtsgrond heeft
plaatsgevonden.
Ongerechtvaardigde verrijking -> verrijking ten koste van een ander, zonder
rechtsgrond.
De schuldeiser en de schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen volgens de
eisen van redelijkheid en billijkheid.
Redelijkheid en billijkheid -> maatstaven van het ongeschreven recht.
Partijen bij een verbintenis dienen zich dus volgens deze maatstaven jegens elkaar te
gedragen.
Het tegenovergestelde is eveneens ook mogelijk: wanneer verplichtingen van partijen niet
duidelijk zijn omdat zij niet uitdrukkelijk voortvloeien uit de verbintenis, dan kan een beroep
worden gedaan op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. Die houdt in
dat partijen volgens deze maatstaven nader invulling moeten geven aan bijvoorbeeld een
overeenkomst waaruit de verbintenis voortvloeit.
PARAGRAAF 2 – PLURALITEIT VAN SCHULDENAAREN EN SCHULDEISERS
,Pluraliteit van schuldeisers/schuldenaren -> twee of meer schuldenaren en/of twee of meer
schuldeisers.
Pluraliteit van schuldenaren
Hoofdregel: zijn er meerdere schuldenaren die de uit een verbintenis voortvloeiende
prestatie moeten leveren, dan moeten zij ieder in gelijk deel leveren. Voorwaarde hiervoor is
dat de prestatie deelbaar is.
Een prestatie die bestaat uit het voldoen van die geld schuld is deelbaar. Een prestatie die
geleverd wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst, waarbij de prestatie bestaat uit
het verrichten van bepaalde werkzaamheden, is ondeelbaar.
o Van de hoofdregel wordt afgeweken als uit de wet, een gewoonte of een
rechtshandeling voortvloeit dat de school waren niet voor gelijke delen verbonden
zijn of als daaruit voortvloeit dat de schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn.
Hoofdelijk verbonden -> de schuldenaren zijn er ook voor de gehele prestatie
aansprakelijk.
o Als schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn, heeft de schuldeiser tegenover elk van
deze schuldenaren recht op nakoming van de gehele prestatie. Heeft een van de
schuldenaren de prestatie geleverd, dan heeft het bevrijdende werking voor de
andere schuldenaren.
o Bijdrageplicht -> wanneer een hoofdelijke schuldenaar meer bijdraagt dan waartoe
hij is gebonden, kan hij zijn mede schuldenaren hiervoor aanspreken. -> regres.
Dit kan door:
1. Het te veel gepresteerde op de overigens medeschuldenaren verhalen.
2. Een van de medeschuldenaren voor het geheel aanspreken: deze kan zich op zijn
beurt weer op de overige medeschuldenaren verhalen.
Pluraliteit van schuldeisers
Hoofdregel: Zijn er meerdere schuldeisers, dan heeft elke schuldeiser in beginsel een
zelfstandig vorderingsrecht. Dat wil zeggen: elke schuldeiser heeft recht op een gedeelte van
de prestatie, dat even groot is als de delen van de andere schuldeisers. Voorwaarde hiervoor
is dat de prestatie deelbaar is.
o Wanneer uit de wet, gewoonten of rechtshandeling voortvloeit dat de schuldeisers
recht hebben op ongelijke delen van de schuld, gaat de hoofdregel niet op.
o Het kan ook voorkomen dat de schuldeisers samen één vorderingsrecht hebben. Dit
is het geval als de prestatie ondeelbaar is of een prestatie in een gemeenschap valt.
PARAGRAAF 3 – NATUURLIJKE VERBINTENISSEN
, Natuurlijke verbintenis -> een rechtens niet-afdwingbare verbintenis.
Wanneer er uit hoofde van een natuurlijke verbintenis is gepresteerd, is deze prestatie geen
onverschuldigde betaling.
(bijvoorbeeld: een verjaarde rechtsvordering. Als een rechtsvordering verjaart, dan is er nog wel een
vordering, maar deze is niet meer rechtens afdwingbaar. Als er na de verjaringstermijn alsnog wordt
betaald, vindt deze betaling plaats uit hoofde van de natuurlijke verbintenis. Deze betaling is niet
onverschuldigd, aangezien de natuurlijke verbintenis eraan ten grondslag ligt.)
Gentlemans agreement -> nakoming wordt beschouwd als een sociale verplichting.
Een natuurlijke verbintenis kan worden omgezet in een verbintenis die in de rechten is af te
dringen. De omzetting in een rechtens af drinkbare verbintenis geschiedt door een
overeenkomst tussen de schuldenaar en de schuldeiser. Haha in school naar die een aanbod
doet tot het aangaan van deze rechtshandeling, diensten te begrijpen wat de rechts
gevolgen hiervan zijn.
PARAGRAAF 4 – ALTERNATIEVE EN VOORWAARDELIJKE VERBINTENISSEN.
Alternatieve verbintenissen
Alternatieve verbintenis -> wanneer de schuldenaar verplicht is tot één van de twee of meer
verschillende prestaties, ter keuze van hemzelf, van de schuldeiser of van een derde.
o Dit wordt ook wel een keuzeverbintenis genoemd.
Keuzebevoegdheid -> de schuldenaar en schuld eiser hebben met elkaar afgesproken wie
mag bepalen welke prestatie door de schuldenaar geleverd moet worden.
o Dit kan afgesproken worden, maar ook worden bepaald door de wet of gewoonte.
Als dit niet wordt bepaald komt het keuzerecht bij de schuldenaar te liggen.
na deze keuze is het geen alternatieve verbintenis meer, maar een gewone
verbintenis/enkelvoudige verbintenis.
Het keuzerecht kan komen te vervallen. De wederpartij van de keuzebevoegde kan een
redelijke termijn stellen om te kiezen welk van de prestaties geleverd moet worden. Maakt
de keuze bevoegd en binnen de gestelde termijn geen keuze, dan gaat de bevoegdheid om
te kiezen over op de andere partij.
o Uitzondering: zolang de prestatie nog niet opeisbaar is, kan de keuzebevoegdheid
niet overgegaan op de andere partij.
Degene die het keuzerecht heeft kan niet in zijn keuze worden beperkt doordat een of meer
van de te kiezen prestaties onmogelijk is (geworden). Als de onmogelijkheid van de prestatie
toe de rekenen is aan de schuldeiser, dan mag de schuldenaar de onmogelijke keuze dus wel
kiezen.
Voorwaardelijke verbintenissen