Samenvatting van het vak bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau. Vak gegeven tijdens het tweede leerjaar van de opleiding HBO-Rechten. Saxion Hogeschool.
Samenvatting ‘de bestuurlijke kaart van Nederland’
Bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau
Hoofdstuk 1 – De bestuurlijke kaart van Nederland
1.1 Wat is openbaar bestuur?
Het openbaar bestuur in Nederland kan niet als een gesloten, helder begrensd geheel
worden gezien.
Juridisch gezien behoren alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag (= het
bestaan van de organisatie is wettelijk vastgelegd) tot het openbaar bestuur.
Om een organisatie als openbaar bestuur aan te kunnen merken, moet je kijken naar een
aantal dingen zoals:
- Financiering financieren zij zichzelf of uit de algemene middelen?
- Doel- of taakstelling deelbelang of algemeen belang?
Naast de overheid verricht een breed veld van maatschappelijke instellingen publieke taken.
Soms worden ze zelfs gefinancierd uit belastingopbrengsten en premieheffingen. Dit veld
wordt ook wel het maatschappelijk middenveld genoemd. deze organisaties:
- Hebben geen winstoogmerk.
- Maken deel uit van de private sector.
Het openbaar bestuur in Nederland kan niet als een gesloten, helder begrensd geheel
worden gezien.
1.2 Kenmerken Nederlands openbaar bestuur
o Nederland is een constitutionele monarchie koning is het staatshoofd, verankerd
in de wet.
o Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
o Nederland heeft een functioneel bestuur bestuursorganen die een beperkt,
wettelijk vastgelegd takenpakket hebben.
o Nederland is een rechtsstaat het overheidshandelen heeft altijd een wettelijke
grondslag. Ook wel legaliteitsbeginsel genoemd.
o Nederland kent een scheiding der machten.
o Nederland heeft een scheiding van kerk en staat.
o Nederland heeft een parlementair stelsel de bevolking kiest rechtstreeks het
hoogste besluitvormende orgaan. Er is ook wel sprake van een indirecte democratie.
Het parlementaire stelsel is ook dualistisch
o Er zijn twee pijlers in het parlementaire stelsel:
1. Ministeriële verantwoordelijkheid -> de ministers zijn verantwoordelijk, voor
zowel het optreden van het staatshoofd als de rijksambtenaren.
2. Vertrouwensregel -> ministers worden geacht af te treden als zij het vertrouwen
van de volksvertegenwoordiging verloren hebben.
o Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van evenredige
vertegenwoordiging het aantal zetels voor een partij is in overeenstemming met
de aanhang van die partij onder de bevolking.
,Deze kenmerken zijn deels een resultaat van wetgeving.
De Nederlandse bestuursstijl is te karakteriseren met behulp van zes co’s:
1. Coalitie
2. Collegialiteit
3. Compromis
4. Consensus
5. Coöptatie
6. Coöperatie
Hoofdstuk 2 – De Nederlandse staat
Je maintiedrai = ik zal handhaven.
Wat is een staat? 4 kenmerken:
1. Grondgebied (hoeft niet aaneengesloten).
2. Bevolking.
3. Wettelijke ordening en een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de wet- en
regelgeving kan handhaven (politie en krijgsmacht).
4. Erkend door andere staten.
De staat der Nederlanden is een rechtspersoon. De staat is bevoegd rechtshandelingen te
verrichten.
Nederland maakt deel uit van het koninkrijk der Nederlanden, dat ook Aruba, Curaçao en
Sint Maarten omvat. De Nederlandse koning is het staatshoofd van het gehele koninkrijk. In
Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt de koning vertegenwoordigd door de gouverneur.
Ieder land heeft zijn eigen gouverneur.
Hoofdstuk 2.1 Parlementair stelsel
Nederland is een democratie waar men vanaf 18 haar hoogste besluitvormende orgaan, de
tweede kamer, kiest.
Het parlementair stelsel kent twee principes:
1. De koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk = ministeriële
verantwoordelijkheid.
2. Vertrouwensregel -> het kabinet moet vertrouwen in de tweede kamer hebben.
Hoofdstuk 2.2 Rechtsstaat
Rechtsstaat de Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het recht.
Kenmerken van de rechtstaat zijn:
o Al het overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden, vastgelegd in
wetten.
o Er dient sprake te zijn van machtenscheiding in de staat.
o Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen.
o Het bestaan van grondrechten.
o Het bestaan van onafhankelijke media (persvrijheid).
, 2.3 Een gedecentraliseerde eenheidsstaat
Een eenheidsstaat wijst op samenhang en coördinatie die centraal, van bovenaf, worden
opgelegd.
- Gemeenten kunnen zelfstandig en op eigen initiatief regels vaststellen. Deze
bevoegdheid van provincie en gemeente wordt autonomie genoemd.
- Soms zijn gemeenten verplicht regels op te stellen in opdracht van een hogere
regeling. Dit wordt medebewind genoemd.
De nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen wanneer
die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang = repressief toezicht.
- In principe kan iedereen de overheid attenderen op dergelijke besluiten.
Door de indeling in bestuurslagen ontstaan er op 3 niveaus vele overheden. Samenwerking is
gewenst omdat:
1. Levert voordelen op.
2. Lagere bestuurslagen weten vaak beter wat de problemen op lokaal niveau zijn en
waaraan hun inwoners behoefte hebben.
3. Vele problemen waarmee overheden te maken hebben beperken zich niet tot hun
eigen grondgebied, zoals op het terrein van verkeer en vervoer.
De drie bestuurslagen hebben een zogenoemde open huishouding: ze zijn vrij om op
verschillende terreinen initiatieven op hun eigen grondgebied uit te voeren. territoriaal
bestuur/algemeen bestuur.
Daarnaast zijn er bestuursorganen met een beperkt, in wetten vastgelegd takenpakket. Dit
zijn de instituties van het functionele bestuur.
Hoofdstuk 3 – De politiek- bestuurlijke instituties
Het Nederlandse politiek-bestuurlijke stelsel kan worden gekarakteriseerd als een dualistisch
parlementair stelsel.
3.1 De regering
De koning en de kabinetsformatie
De koning en de ministers vormen de regering in Nederland.
In 2012 heeft de Tweede Kamer de procedure voor de kabinetsformatie in haar reglement
van orde opgenomen. Daarin staat dat de kamer direct na de verkiezingen bijeenkomt en
een (in)formateur aanwijst. Dit betekent dat de Kamervoorzitter onmiddellijk na de
verkiezingen alle fractievoorzitters bijeenroept en een ‘verkenner’ benoemt. Op basis van
diens bevindingen benoemt de Tweede Kamer een of meerdere informateurs, gewoonlijk
afkomstig uit de grootste partij, die de onderhandelingen voor de vorming van een kabinet
leiden. De taakverdeling tussen informateur en formateur ligt niet formeel vast.
Na de formatie -> regeerakkoord opstellen en ondertekenen.
Regeerakkoord = afspraken tussen de coalitiepartijen over het te voeren regeringsbeleid.
Hierna volgen de benoeming en de beëdiging door de koning en de presentatie aan het
parlement d.m.v. een regeringsverklaring.
Regeringsverklaring = het beoogde regeringsbeleid wordt uiteen gezet door de minister-
president aan de volksvertegenwoordiging.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anned3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.