Hoofdstuk 19 Risico en Beleggen
19.1 Sparen en beleggen
Als je spaart wil je voor het opgeven van je consumptie nu, beloond worden met extra
consumptie in de toekomst. Je ruilt dus over tijd. Je grotere inkomsten in de toekomst komen
door rente. Hoe ontstaat rente? De banken beleggen jouw geld waardoor ze inkomsten
maken. Een deel van deze inkomsten wordt doorgegeven aan de spaarder.
Beleggen kan op verschillende manieren. Huishoudens kunnen geld op een spaarrekening
zetten of beleggen in effecten.
Spaarrekening
Vrij weinig risico, dus geringe rente. Ook al kun je er in winkels niet meteen mee betalen is
het direct opeisbaar.
Beleggen in effecten
Effecten zijn verhandelbare rechten die een financiële waarde vertegenwoordigen. Je kan
verschillende effectenportefeuilles opstellen. Effecten hebben meer risico’s dan
spaarrekening. Deze risico’s hebben betrekking op uitkeringen (interest- en
dividendbetalingen) en het terugkrijgen van het oorspronkelijke bedrag.
Obligaties zijn verhandelbare bewijzen van deelname in een geldlening. Ze worden
uitgegeven door de overheid, ondernemingen en instellingen zoals ziekenhuizen.
Hoe? Je leent geld uit dat na verloop van een afgesproken tijd wordt terugbetaald. Ook wordt
op afgesproken tijdstippen een van tevoren vastgesteld bedrag aan rente/interest betaald.
Risico: De eigenaar van een obligatie (obligatiehouder) loopt het risico dat de schuldeiser
zijn verplichtingen niet nakomt.
Aandelen zijn deelnamen in het eigen vermogen van een naamloze vennootschap (NV) of
een besloten vennootschap (BV).
Hoe? Als de onderneming die door de NV of BV wordt uitgeoefend winst maakt, kan deze
winst (gedeeltelijk) worden verdeeld over de aandeelhouders. Is er geen winst, dan is er ook
geen winstuitkering (dividend).
Risico: Sommige ondernemingen zijn veiliger dan andere. Als een onderneming verlies
maakt is er immers geen dividenduitkering. Ook zal in de regel de waarde van de aandelen
van slechtlopende ondernemingen dalen.
(Voor het stukje sparen bij de bank een veilige belegging, kijk de film The Big Short). In
Nederland zit het zo= banken kunnen onder bepaalde voorwaarde een beroep doen op de
Nederlandse Bank, als ze in liquiditeitsmoeilijkheden raken. Wanneer de bank dan toch
failliet gaat garandeert de Nederlandsche Bank de uitbetaling van spaartegoeden tot een
bedrag van €40.000 per persoon, met een eigen risico van 10% over de laatste €20.000.
19.2 Obligaties
Je hebt staatsleningen en bedrijfsleningen. We nemen een obligatielening van de BNG.
Couponrente (%) 3,75
Valuta US-dollar ($)
Aantal obligaties 50.000
Nominale waarde 1.000
Couponvervaldag 15 juli
Uitgiftekoers ($) 993.40
Uitgiftedatum 15 juli 2003
Afloopdatum 15 juli 2013
, De rekening bestaat uit 50.000 obligaties met de nominale waarde van $1000.
Nominale waarde: de waarde waarover de rente wordt vergoed en het bedrag dat wordt
terugbetaald. Samen met het aantal stukken bepaald dit het totale leningbedrag. De
obligatielening is dus $1000 x 50.000= $50.000.000. groot.
Op 15/7/3 kon een obligatie worden gekocht voor $993,40 (uitgiftekoers). Voor een
obligatie hoefde dus minder dan de nom. waarde $1000 te worden betaald.
De uitgever van de obligatie belooft aan de obligatiehouder elk jaar 3,75% van de nominale
rente te betalen. De couponrente in dollar is dan 0,0375 x $1000= $37,50,-
Stel Carla koopt een obligatie met de waarde van $1000 met een couponrente van 3,75% op
16 juli 2010. De coupon wordt betaald op 15 juli en de lening wordt afgelost op 15/7/13.
Waarde van een obligatie
Wanneer je de huidige waarde van een toekomstig bedrag wilt berekenen, moet je het
toekomstige bedrag ontdoen van de rente. Dit is het bepalen van de contante waarde.
Dit kan hier door het bedrag aan rente keer 1/1,0375 tot de macht x te doen, maar dat kan
ook door 1-0,375= 0,9625 te doen. Dit komt op hetzelfde uit. Hier werken we met 1/1,0375.
Betalingen Contante waarde
15-07-2011 1 $36,14
$37,50 x 1
1,0375
15-07-2012 1 $34,84
$37,50 x 2
1,0375
15-07-2013 1 $33,58
$37,50 x 3
1,0375
15-07-2013 1 $895,44
$1000 x 3
1,0375
TOTAAL: $1000,1 (maar bedenk dat
dit met afgeronde getallen
is, het goede antwoord is
$1000)
In 2011 moeten we 1 jaar rente ontdoen
In 2012 twee jaar
En in 2013 3 jaar
Maken we de toekomstige betalingen precies contant tegen de couponrente, dan is de
waarde van de obligatie op 16 juli 2010 precies gelijk aan de nominale waarde van de
obligatie.
Marktrente van een obligatie
Daarnet hebben we de betalingen contant gemaakt aan de hand van de couponrente. In
werkelijkheid wordt er vaak gerekend met de marktrente. Dus bij bedrijven. Deze rente
wordt bepaald door de totale vraag naar en het totale aanbod van een bepaalde soort
obligaties op de kapitaalmarkt. Bij de totstandkoming van de marktrente spelen uiteraard