Bromell: H1, H2, H3, H4, H5, H6
Bromell - The Art & Craft of Policy Advising
Hoofdstuk 1: Introduction. Theory & Practice of effective policy advising
1.1 Who is this book for and what is it about
Beleid is “een set van ideeën of een plan over wat er moet worden gedaan in een bepaalde situatie,
waarover officieel tot overeenstemming is gekomen door een groep mensen, een bedrijfsorganisatie,
een overheid of een politieke partij”. Soms is beleid een idee of plan van wat niet te doen.
- Thomas Dye: “Public policy is whatever governments choose to do or not to do”.
Overheden maken openbaar beleid. Beleidsadviseurs zijn mensen die informatie, analyses en
aanbevelingen presenteren ter ondersteuning van publieke besluitvorming over beleid, geïnformeerd
door maatschappelijke waarden.
Het maken van overheidsbeleid wordt in dit boek beschreven als incrementele sociale
probleemoplossing.
→ Beleidsadvisering in democratische staten is grotendeels gericht op iteratieve
verandering en continue verbetering, in plaats van radicale innovatie en disruptie van de
status quo. Het doel is evolutie in plaats van revolutie, om zowel korte- als
langetermijndoelstellingen te bereiken.
Dit boek is een praktische gids voor beleidsadviseurs voor gekozen en benoemde
ambtenaren in de lokale, provinciale, centrale of federale overheid.
Verkozen en benoemde ambtenaren omvat:
- Senior managers en chief executives / hoofden van overheidsinstanties;
- Leden, commissarissen en voorzitters van de besturen van openbare instanties; en
- Politici (ministers, wetgevers, burgemeesters, leden en voorzitters van lokale autoriteiten).
Ambtenaren moeten hun ambacht van beleidsadvisering blijven verbeteren en verfijnen om
drie redenen:
1. Grote invloed van beleid: Ambtenaren werken voor overheidsinstanties met inclusieve en
dwingende bevoegdheden. Het beleid waarover we advies geven, heeft eenmaal
aangenomen en geïmplementeerd, invloed op het leven en welzijn van een zeer groot aantal
mensen. Het beleid legt kosten op en verdeeld voordelen op manieren die onbedoelde
gevolgen en blijvende effecten hebben.
2. Verantwoordelijkheid jegens belastingbetalers: Ambtenaren worden betaald uit de
staatskas en hebben de verantwoordelijkheid jegens de belastingbetalers om de best
mogelijke prijs-kwaliteitverhouding bieden door wat ze doen en hoe we het doen. Deze de
verantwoordelijkheid neemt toe, als het salaris ruim boven het gemiddelde van medeburgers
ligt.
3. Aanpassingsvermogen: De beroepspraktijk moet zich aanpassen aan nieuwe uitdagingen,
ontwikkelingen in technologie en periodieke verstoringen van de status quo van
overheidsinstellingen en -praktijken.
○ Of het nu gaat om natuurrampen, constitutionele crises of terroristische aanslagen of
“slow-burn” uitdagingen zoals klimaatverandering, we moeten omgaan met
discontinuïteit met behoud van onze waarden en tradities van openbare
dienstverlening en democratisch bestuur.
,1.2 The public servant as analyst, advisor and advocate
Beleidsanalisten/beleidsadviseurs (inwisselbare termen) betrokken bij beleidsvorming doen aan
analyseren, adviseren en belangenbehartiging. Senior managers komen vaak te pas aan de
belangenbehartiging.
Het is handig om een onderscheid te maken tussen de functies beleidsanalyse en
beleidsadvisering.
❖ Beleidsanalyse: verzamelen van relevante data en omzetting in informatie ter ondersteuning
van besluitvorming — meestal door twee of meer opties te identificeren om een probleem (of
kans) te adresseren en het beoordelen van de sterkte van het bewijs voor en tegen elke
optie. De beleidsanalyse van de publieke sector is empirisch onderbouwd, technisch
competent en politiek neutraal.
➢ Politieke neutraliteit betekent niet dat ambtenaren "niet politiek" zijn, maar dat
ambtenaren verplicht zijn om onpartijdig te handelen om het beleid van de huidige
regering uit te voeren en consistent diensten te leveren
❖ Beleidsadvisering: slaat de brug tussen analyse en besluit, ondersteunt besluitvormers om
hun favoriete beleidsopties te selecteren en uit te voeren. Favoriete beleidsopties van
besluitvormers zijn opties die aansluiten bij hun waarden en agenda, waarvan het
beschikbare bewijs erop duidt dat ze meeste kans hebben om gewenste resultaten te
behalen en omdat ze praktisch en politiek uitvoerbaar zijn.
Beleidsadvisering omvat
➢ communiceren van uitgevoerde beleidsanalyses.
➢ aanbevelingen op basis van deze analyse.
➢ ondersteuning bij de besluitvorming.
Adviseurs hebben taken op ten minste drie fronten:
1. Om de regering van vandaag trouw te dienen door gratis, openhartig en politiek neutraal
advies te geven en door beleidsbeslissingen uit te voeren zonder kritiek of re-litigation.
2. Het publiek dienen door een beter beleid te promoten en de lange termijn belangen van de
samenleving te beschermen in hoe we politici adviseren, beleid implementeren en openbare
diensten leveren.
3. Het democratische proces waarmee beleidsbeslissingen worden genomen, respecteren en
verbeteren.
Een gedegen analyse is een belangrijk onderdeel van de integriteit van beleidsadvisering, maar
adviseurs moeten meer zijn dan analisten. Adviseurs moeten ook het vertrouwen van besluitvormers
winnen en “eerlijke” bemiddelaars van beleidsalternatieven te zijn. ‘Speaking truth to power’;
adviseurs moeten aan machthebbers de beschikbare opties, de voor- en nadelen en hun mogelijke
gevolgen presenteren.
❖ Policy advocacy: probeert te overtuigen en pleiten voor aanbevolen opties. Ook al is er een
evidence-informed analyse, om politieke steun te krijgen, moeten we overtuigend zijn. Om
een effectieve beleidsadviseur te worden, is beheersing van retorische en dialectische
vaardigheden vereist: "het vermogen om een probleem te definiëren vanuit verschillende
gezichtspunten, om een argument uit veel verschillende bronnen halen, het argument aan te
passen aan het publiek en de publieke opinie te onderwijzen”.
➢ Let op: als ambtenaar moet je echter geen belangenbehartiger worden voor een
bepaalde groep. Je bent als ambtenaar immers niet gekozen en legt geen
verantwoording af aan kiezers.
, ➢ Hawke (1993): beleidsadviseurs moeten zich op het issue focussen, niet op niet op
de eigen agenda of individuele overtuigingen.
Het doel van dit boek is om de effectiviteit van de policy advice rol te verbeteren.
1.3 Policy making in theory and practice
Het maken van openbaar beleid wordt vaak weergegeven als cycli en stadia van rationele,
doelgerichte besluitvorming en toegepaste probleemoplossing.
De fasen komen echter niet noodzakelijkerwijs in lockstep-volgorde voor en zijn meestal meer
variabel dan de leerboeken suggereren.
Howlett et al. (2009) geven bijvoorbeeld het beschrijvende model van beleidmaken.
Een centrale benadering van hun boek is de representatie van beleidsvorming als "een cyclus van
probleemoplossende pogingen, die resulteert in 'beleidsleren' (policy learning) door herhaalde
analyse van problemen en experimenten met oplossingen”.
Althaus, Bridgman en Davis (2013) hebben dit uitgebreid tot een “Australische” beleidscyclus.
, Zij willen zowel descripte als prescriptive zijn:
● Descriptive: het model biedt een heuristiek - - een mentaal organiserend apparaat om leren
en problemen te helpen oplossing; in dit geval, om activiteiten te begrijpen die betrokken zijn
bij beleidsontwikkeling.
● Prescriptive: het aanmoedigen van het achttraps model; een ordelijke routine om de rollen
en verantwoordelijkheden van elke speler te definiëren langs een erkende volgorde van
besluitvorming en implementatie, terwijl wordt erkend dat beleidsvorming niet-lineair is en een
kronkelig, zig-zag, recursief pad volgt.
8 stadia in het model van Althaus et al
1. Identifying issues - een probleem herkennen en het definiëren als agendapunt voor
openbaar beleid.
2. Policy analysis - informatie verzamelen om het probleem te framen en besluitvormers
helpen het probleem te begrijpen.
3. Policy instruments - identificeren van geschikte tools en benaderingen om het probleem te
adresseren.
4. Consultation - discussies en interacties met relevante agentschappen en belangengroepen
om ideeën te testen en steun te verzamelen.
5. Co-ordination - zorgen dat er financiering beschikbaar kan komen om het beleid te
implementeren, en coherentie en consistentie met algehele richting van de overheid en ander
bestaand en gepland beleid.
6. Decision - bevestiging van beleid door de regering, vaak via overweging van kabinet.
7. Implementation - uitdrukking geven aan de beslissing door wetgeving of een programma
ontworpen om de overeengekomen doelen van het kabinet te bereiken.
8. Evaluation - herzien van de effecten van beleid en aanpassing of heroverwegen van het
ontwerp.
Probleem met policy cycles en stadiamodellen, oftewel ‘rational comprehensive approaches’:
het lijkt niet op hoe het in de realiteit gaat.
1. Er is niets in het beleidscyclusmodel zelf dat me vertelt wanneer een fase is voltooid en de
volgende zou moeten beginnen. Hoe weet je bijvoorbeeld wanneer het probleem adequaat
genoeg is gedefinieerd? Of je voldoende informatie hebt? Wat is de causale theorie onder de
cyclus die zorgt dat het ene stadia overloopt in het andere stadia?
● Het is beter om de fasen (vooral de fase van informatieverzamelen en consultation)
te zien als ongoing processes die alle andere stadia doorlopen; consultation is
bijvoorbeeld nuttig in alle fasen.
2. Een gefaseerd model vereenvoudigt complexe probleemoplossende processen die eigenlijk
iteratief zijn; herhaling, trial-and-error, vooruitgaan en teruggaan of zelfs in cirkels rond gaan
totdat er een aanpak is gevonden die politieke acceptatie wint voor nu en de nabije toekomst.
3. Modellen van de beleidscyclus richten zich vaak op besluitvorming binnen de overheid en zijn
“top-down”. Ze vangen niet goed de invloed van niet-gouvernementele actoren op openbare
beleidsvorming of betrokkenheid met burgers en gemeenschappen, die anders zijn dan
consultation.
Echter hebben modellen van beleidscycli en -fasen wel een nuttig doel; ze helpen ons het
beleidsproces te begrijpen en herinneren ons aan wat we allemaal moeten doen (hoewel niet per
se in de voorgeschreven volgorde).
Hetzelfde geldt voor modellen of lijsten met belangrijke stappen voor het uitvoeren van
beleidsanalyses.
Voorbeelden