Bestuursrecht – aantekeningen
WEEK 1 – systeem van bestuursrecht
Uitgangspunten/beginselen
Uitoefening van openbaar gezag waarmee eenzijdig de rechtspositie van burgers/bedrijven
wordt vastgesteld (ingrijpende bevoegdheden, mogelijkheid om vrijheden te beperken)
- Democratie
o Vormgeving overheidsgezag via democratisch proces (op alle niveaus)
- Legaliteitsvereiste
o Wettelijke grondslag (herleidbaar tot wet in formele zin)
o Begrenzing bevoegdheid
- Specialiteitsvereiste
o Bevoegdheid dient een speciaal (concreet geformuleerd) doel
- Rechtszekerheid
o Duidelijkheid, eenduidigheid en berekenbaarheid
o Beleidsvrijheid en flexibiliteit
- Machtenscheiding en rechterlijke controle
o Checks and balances
o Onafhankelijke (bestuurs-)rechtspraak
Hiërarchie en gelede normstelling
- Gelede normstelling:
o Burgers/bedrijven hebben vaak te maken met normstelling op meerdere niveaus
tegelijk
o Verticale en horizontale gelede normstelling
o Voorbeeld: het bouwen van een huis (een bouwwerk)
Mogelijk vergunningplichten o.g.v. art 2.1 lid 1 sub a Wabo (maar zie ook
Bor en Awb)
Art. 2.10 Wabo bepaalt dat bouwplan moet voldoen aan o.a.
bestemmingsplan (Wro, Bro), en Bouwbesluit en bouwverordening (Ww)
- Verticale hiërarchie:
o Internationaal/EU-recht
o Grondwet
o Wet in formele zin
o Koninklijk besluit (amvb)
o Ministeriële regeling
o Provinciale verordening
o Gemeentelijke/waterschapsverordening
o Beschikking (bv. vergunningsvoorschriften)
Algemeen bestuursrecht en bijzondere delen
- Algemeen bestuursrecht (Awb)
- Bijzondere delen (voorbeelden):
o Ambtenarenrecht
o Belastingrecht
o Economisch/financieel bestuursrecht
o Omgevingsrecht
o Openbare orderecht
o Socialezekerheidsrecht
o Vreemdelingenrecht
- Relatie algemeen/bijzonder
o Algemeen: dwingend, regelend, aanvullend of facultatief
o Bijzonder gaat voor algemeen (op horizontal niveau)
De algemene wet bestuursrecht
- Art. 107 lid 2 Gw: ‘De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.’
, - Inwerkingtreding op 1 januari 1994 (volgende ‘tranches’ in 1998 en 2009); voorheen
een sterk versnipperde verzameling bestuursrechtelijke wetten
- Doel: eenheid, systematisering en vereenvoudiging van inhoudelijke en procedurele
bestuursrechtelijke normen
- Structuur: trechtering van ‘algemeen naar bijzonder’ (clusters)
Drie kernbegrippen
- Van wezenlijk belang voor de toepassing en begrip van het bestuursrecht in de volle
breedte
- Bepalend voor de vraag:
o Welke normen van toepassing zijn op welk type overheidsgedragingen, en
o Voor wie tegen welke gedragingen bestuursrechtelijke rechtsbescherming open
staat
o Bevoegdheid bestuursrechter en ontvankelijkheid eiser
- Bestuursorgaan (art. 1:1 Awb)
- Belanghebbende (art. 1:2 Awb)
- Besluit (art. 1:3 Awb)
Besluiten (art. 1:3 Awb)
- “Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende en publiekrechtelijke
rechtshandeling”
- Onderscheidt zich van pirvaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen
- Onderscheid: besluiten van algemene strekking (bas) en beschikkingen
- Regels van hst. 3 en 4 Awb (deels) van toepassing (art. 3:1 Awb)
- Beroep tegen besluiten bij de bestuursrechter (art. 8:1 Awb, maar óók art. 8:2 t/m 8:5
+ bijlage Awb!) ‘appellabele besluiten’ (beperkte) bevoegdheid bestuursrechter
burgerlijke rechter = restrechter
Bestuursorgaan (art. 1:1 Awb)
- Alleen bestuursorganen kunnen ‘besluiten’ nemen (zie besluitbegrip)
- A- en B-organen (openbaar gezag, wettelijke taken en bevoegdheden; legaliteitseis)
- Wettelijke uitzonderingen (art. 1:1 lid 2 Awb) dus géén besluiten
- Uitzondering in jurisprudentie: géén wettelijke taken, toch bestuursorgaan
o Financieel vereiste (‘in overwegende mate…’, 2/3)
o Inhoudelijk vereiste (‘in beslissende mate…’)
o ABRvS 17 September 2014, Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving
Schiphol
- Verklaring: toch ‘besluiten’ (beschikkingen), dus bestuursrechtelijke normen van
toepassing en bestuursrechtelijke rechtsbescherming
Belanghebbende (art. 8:1 Awb)
- Van wezenlijk belang voor toegang tot de bestuursrechter (ontvankelijkheid) alleen
belanghebbende kan beroep instellen tegen besluiten
- Belanghebbende ALS = “Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken
is”
- Normadressaat en derdebelanghebbenden (‘OPERA’)
- Algemene en collectieve belangenbehartiging (art. 1:2 lid 3 Awb)
- Nadere invulling in jurisprudentie:
o ‘Gevolgen van enige betekenis’ (ABRvS 23 augustus 2017, Mestbasin en ABRvS
20 juni 2018, Minicamping Heksenketel)
o Streng vs soepel (ABRvS 1 oktober 2008, Stg. Openbare Ruimte en ABRvS 26
januari 2011, Belangenvereniging Indische buurt)
o Eens belanghebbend, altijd belanghebbend? (ABRvS 19 december 2014, MOB)
o Concurrent belanghebbende? (ABRvS 20 juni 2018, Minicamping Heksenketel)
o Afgeleid belang (CRvB 5 maart 2019, Intrekking Pgb)
KENNISCLIP – BELANGHEBBENDE
Belanghebbende
, - Definitie art. 1:2 Awb: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken
OPERA:
- Objectief: ‘niet louter in de subjectieve belevingswereld’
o Objectief belang blijft uit de feiten
o Woon- en werkomgeving
o Geld
- Persoonlijk:
o Voldoende onderscheid van de amorfe massa
o Adressant: degene die bovenaan besluit staat
o Gevolgen van enige betekenis
o Concurrent (zelfde marktsegment en zelfde verspreidingsgebied)
o Anders: ‘Zwarte Piet’-uitspraak ABRvS
- Eigen:
o Eigen belang heb je als het besluit primair om jou draait
o Gehandicaptenparkeerkaart
o Toevoeging (rechtsbijstand)
- Rechtstreeks
o Directe relatie tussen jou en feitelijke gevolgen
o Contractuele relatie
o Anders: fundamentele rechten
- Actueel:
o Het speelt NU
o Niet bij onzekere toekomstige gebeurtenis
Derde en eerste lid
- ‘Mede’ rechtspersonen kunnen ook binnenkomen via het eerste lid
Collectieve belangen
- Vereniging komt op voor belangen van haar leden
- Bundeling van belangen
- Soepele rechtspraak: we gaan ervan uit tenzij tegendeel blijkt
Algemene belangen
- Stichting of vereniging komt op voor natuur, ecologie, samenleving etc.
- Dus ‘concurrent’ van het bestuursorgaan dat ook altijd algemeen belang behartigt
- Strenge rechtspraak zowel bij doelen als bij werkzaamheden (is het geen
‘procedeerclub’)
KENNISCLIP – BESTUURSORGAAN
Bestuursorgaan
- Art. 1:1 Awb:
o Lid 1: onder bestuursorgaan wordt verstaan:
A: orgaan van rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
B: een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed
- A-organen: rechtspersonen krachtens publiekrecht ingesteld, dus bij wet
o Art. 2:1 BW: staat, provincie, gemeente, waterschap
o Andere wetten (bijv. Wet suwi)
o LET OP: orgaan en lichaam!!
- B-organen: enig openbaar gezag bekleed
o Specifieke overheidstaak, vaak te herkennen aan ‘eenzijdigheid’: hij bepaalt wat
jouw rechten en plichten zijn
o Bij wet opgedragen taak: APK-keuring, auto’s keuren (WVW)
o Zonder wettelijke basis (bij uitzondering): gefinancierd en ‘spelregels’ bepalen:
stichting doet wat op overheid lijkt, maar is meer overheid dan privaat
- Uitzonderingen art. 1:1 lid 2 Awb: wetgever wil niet dat het onder valt