Samenvatting application of
theories
Week 1
Hoorcollege 1 – introductie
Opinie polarisatie = opinies kunnen lokaal samenhangen op basis van regio’s, sociale demografische
groepen of internet communities.
Als een analyse niet gereproduceerd kan worden is de analyse niet wetenschappelijk. Daarom moet
er een (wetenschappelijke) methode worden gevormd waardoor je een analyse wel vaker kan doen.
In sociologie zijn theorieën en de methode om een theorie te bouwen zeer belangrijk; sociale
systemen zijn complex & sociologische theorieën gaan vaak tegen de intuïtie in. Om deze wel als
valide te beschouwen zijn goede methodes nodig.
De wetenschappelijke methode: observaties > vraag formuleren > een antwoord vormen op basis
van een theorie > een testbare hypothese opstellen op basis van die theorie > empirisch de
hypothese testen. Sociologie is gebaseerd op het idee dan onverwachte fenomenen kunnen ontstaan
uit de interactie tussen individuen. Daardoor zijn methoden die sociologische theorieën
ondersteunen zeer belangrijk.
Werkcollege 1 – waar zijn de criminelen heen?
1. Theorie 1; Sterke economie = de afname van criminaliteit begon in 1990 toen de economie sterker werd
en werkloosheid afnam.
Kritiek; gewelddadige criminaliteit nam het meest af, maar er is geen connectie tussen gewelddadige
criminaliteit en economie. In 1960 werd de economie ook veel sterker, maar groeide de cijfers van
gewelddadige criminaliteit juist.
Conclusie; de sterke economie van 1990 leek de verklaring te zijn voor de daling in criminaliteit, echter
is het bijna zeker dat het niet het criminele gedrag heeft beïnvloed.
2. Theorie 2; vergrootte afhankelijkheid aan gevangenissen = veroordelingen namen af (1960), en
veroordeelde hoefden minder lang te zitten (kwam omdat veroordeelden meer rechten kregen).
Criminelen die eerder al vrij waren gelaten, maar zich daarna weer misdroegen (vaak drugs gerelateerde
zaken) kwamen direct weer vast te zitten. Grootte toename vastzittende drugscriminelen.
Kritiek; alle criminelen zaten vast dus afname in criminaliteit (1990).
Conclusie; natuurlijk is het gevangenzetten van criminelen een oorzaak voor de afname van
criminaliteit, je zet namelijk de al ‘’bekende’’ criminelen vast.
3. Theorie 3; meer doodstraffen = de hoeveel executies in de US viervoudige tussen 1980 en 1990.
Kritiek; alsnog niet veel executies & 1 crimineel executeren staat gelijk aan 7 minder moorden.
Conclusie; doodstraffen verklaard dus maar 25% van de afname in moorden in 1990.
4. Theorie 4; meer politie = meer politie om criminaliteit te bestrijden
Conclusie; op het eerste gezicht lijkt dit te helpen maar het verklaart maar 10% van de afname in
criminaliteit.
5. Theorie 5; nieuw beleid (broken window theory) = als de omgeving wordt verbeterd (bijvoorbeeld graffiti
uit metro’s verwijderen) wordt het minder aanlokkelijk voor mensen om crimineel gedrag te vertonen
dan als de omgeving er verwaarloost uit ziet.
Kritiek; New York nam het meest initiatief in dit beleid in 1990, echter groeide de NYPD daar ook
ontzettend en nam criminaliteit overal af.
, Conclusie; niet duidelijk om te zeggen dat dit de oorzaak was voor de criminaliteit afname.
6. Theorie 6; striktere wapenwetten = een striktere aanpak van wie wel of niet een wapen mag bezitten
Kritiek; wapens zijn niet het enige probleem (Zwitserland heeft bijvoorbeeld één van de grootse
wapen bezitting onder bevolking en bijna de laagste criminaliteit cijfers). Ook zorgde de wapen
wetten (bijvoorbeeld de Brady Act; om wapen te krijgen langere wachttijden en
achtergrond/criminaliteitscheck) dat er naast het proberen een legale markt te reguleren ook een
zwarte markt komt (bijvoorbeeld bij drugs).
Conclusie; is dus lastig om een wapen terug te leiden naar de dader (vanwege illegale handel) en
verklaard maar 1 tiende van elke moord.
7. Theorie 7; het knappen van de crack-bubbel = in 1988 meer dan 25% van de moorden crack gerelateerd
in New York. Deze gewelddadigheid rondom crack nam af in 1991 (het was het niet meer waard om
iemand te vermoorden of vermoord te woorden vanwege crack).
Kritiek; de crack markt crash verklaart 15% van de criminaliteit afname in 1990 maar ook voor meer
dan 15% in de criminaliteit toename in 1980.
Conclusie; verschillende keerzijdes.
8. Theorie 8; het ouder worden van de samenleving = een grote toename in tieners etc.
Kritiek; de groep ouderen namen meer toe in 1990.
Levitt’s theorie = in 1990 (toen de kinderen net geboren na de abortus wet in 1973) hun laatste
tiener jaren in gingen (waarin mensen het meest crimineel gedrag vertonen) begon de criminaliteit
afname. Dat kwam omdat de kinderen die door abortus niet zijn geboren, geen criminelen zijn
geboren (de factoren die er voor zorgde dat Amerikaanse vrouwen abortus pleegden, lieten ook zien
dat hun kinderen anders een ongelukkig & waarschijnlijk crimineel leven zouden leven).
> Staten die al eerder de abortuswet hadden aangenomen zagen de criminaliteit al afnemen; 13% en
nadat elk staat abortus had gelegaliseerd 23% (de volgende generatie kinderen).
> De staten met de meeste abortussen in 1970 ervaarde de grootste afname in criminaliteit in 1990
in vergelijking met staten met minder abortussen.
Week 2
Hoorcollege 2 – verklaren en verwachten
Je vormt een waaromvraag om iets te verklaren (waarom won Donald Trump de verkiezingen?). Op
basis van die vragen kan je een vraag vormen waarbij je iets verwacht (Zal Donald Trump de
opkomende verkiezingen winnen?). Dit zijn ‘will’ vragen, waarbij je fenomenen voorspeld. Deze
vragen kunnen beide singular (= één fenomeen) of general (iets gaat over een algemeen
iets/meerdere fenomenen) zijn.
Voorbeeld: ‘Waarom was er een revolutie in Oost-Duitsland?’. Om de revolutie te verklaren, moeten
veel vragen beantwoord worden. De belangrijkste is ‘Waarom gingen zoveel mensen mee
protesteren in Leipzig?’. Dit fenomeen (één protest, niet alle protesten = singular phenomenon)
willen we verklaren.
Veel mensen waren ontevreden met de leefomstandigheden in Leipzig. Probleem; we weten niet
of dat de reden is dat mensen gingen protesteren, ze waren immers over veel meer dingen
ontevreden.
Echter; er is wel in 1989 geobserveerd dat veel mensen ontevreden waren met de
leefomstandigheden. Probleem; er zijn veel meer dingen ook geobserveerd.
We hebben een indicatie nodig waarom een bepaald fenomeen deze protesten heeft veroorzaakt.
Dit is lastig omdat er meerdere dingen tegelijk kunnen gebeuren die niet perse hoeven samen te
hangen. Daarom gebruiken wij theorieën.
, Theorieën = algemene statements (laws of ‘law-like’) die niet tegen worden gehouden door
specifieke dingen (landen of objecten).
*The Covering Law model:
Dit is een algemene methode voor verklaren en verwachten.
Voorbeeld: ‘Waarom deden zo veel mensen mee in het protest?’. Antwoord: In het algemeen (dit is
een wet; als iets algemeen is, is het altijd zo) als mensen ontevreden zijn met leefomstandigheden
gaan ze protesteren. In Leipzig waren veel mensen ontevreden met de leefomstandigheden & in
Leipzig gingen veel mensen protesteren. In een schema:
In het algemeen als mensen ontevreden zijn met leefomstandigheden gaan ze protesteren (L1).
In Leipzig waren veel mensen ontevreden met de leefomstandigheden (a1) ( = explanans).
In Leipzig gingen veel mensen protesteren (= explanandum p).
Op basis van logica volgt de explanandum (singular statement p die we willen verklaren) vanuit de
explanans (de statements die p verklaren). De explanans bestaan altijd uit ten minste één algemene
statement (L1) en één assumptie (a1).
Het vaste model bestaat dus uit de explanans met een law (is het waar voor alle x; als Dx dan Px) en
een singular statement (Da) en de explanandum met ook een singular statement (Pa). a is een deel
van x (een individu die ontevreden is met de leefomstandigheden in Leipzig).
*Vier voorwaarden van adequaatheid (Hempel en Oppenheim):
1. De explanandum komt logisch voort uit de explanans; als alle statements in de explanans waar
zijn, dan is de explanandum dat ook.
2. De explanans moeten tenminste één algemene statement (wet) en één algemene assumptie
bevatten.
3. De explanans zijn op basis van empirie; de explanandum moet getest kunnen worden, sommige
begrippen kunnen dus niet als ze nog niet gedefinieerd zijn.
4. Alle statements van de explanans moeten waar zijn; dit is een veel gediscussieerde voorwaarde
want wanneer is iets waar (theorieën zijn abstract en daarom onwaar). Volgens Friedman kunnen
explanans onwaar zijn mits de verwachtingen waar zijn. Anderen zeggen dat we naar
verklaringen streven en niet naar verwachtingen en dat verwachtingen alleen betrouwbaar
kunnen zijn als de theorie plausibel is.
Dit zijn allemaal deterministische wetten (als het een klopt, klopt het andere ook sowieso). Echter
veel theorieën maken gebruik van probalistische statements en wetten. Dit zijn statements die met
een bepaalde kans waar of niet waar zijn.
95% van de mensen die protesteren zullen niet mee doen in de verkiezingen
100,000 mensen hebben geprotesteerd.
95,000 deden niet mee in de verkiezingen
Problemen met probalistische wetten:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadiaschadenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.