100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Criminaliteit & Veiligheid Rijksuniversiteit Groningen bachelor Sociologie €7,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Criminaliteit & Veiligheid Rijksuniversiteit Groningen bachelor Sociologie

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting van alle hoorcolleges van het vak criminaliteit & veiligheid

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • 28 februari 2022
  • 27
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
nadiaschadenberg
Samenvatting Criminaliteit &
Veiligheid
Hoorcollege 1
Antisociaal gedrag is crimineel gedrag. Vaak is er een kleinere groep die nooit experimenteert met
ASB, maar er zijn ook groepen die dit wel doen. Veel jongvolwassenen komen in aanraking met
crimineel gedrag, voornamelijk in de puberteit. Kinderen die antisociaal gedrag vertonen is een van
de beste indicatoren om antisociaal gedrag bij volwassenen te voorspellen (Anti-Social Behaviour in
volwassenheid vereist ASB in kindertijd).

Moffit: geeft aan dat een vroege diagnose van problemen bij kinderen nuttig kan zijn & dat
onderzoek van antisociaal gedrag bij kinderen een onderbelicht onderzoeksonderwerp is. Er is een
universele piek dat criminaliteit plaats vind in de adolescentie.

Tegengeluid: de curve is gevolg van een definitie. Agressie is er altijd wel maar als jongeren ouder
worden dalen zaken met agressie omdat ze verbaal sterker worden. Jongeren die niet in staat zijn het
verbaal te redden & geen probleemoplossend vermogen hebben gaan vaak door met antisociaal
gedrag.

Moffit onderscheidt twee groepen van antisociaal gedrag; adolescence-limited en life course
persistent.

1. Adolescence-limited = is tijdelijk antisociaal gedrag bij jongvolwassenen. Na een bepaalde leeftijd
zal dit niet meer voorkomen. Als op een gegeven moment de risico’s voor deze jongeren te hoog
worden of als ze voelen dat ze de verantwoordelijkheid hebben van een volwassene stoppen zij vaak
met antisociaal gedrag. Verklaringen:

 Sociale processen =
o Kloof tussen biologische en sociale volwassenheid: jongvolwassenen moeten lang wachten op
erkenning van uit de omgeving voor maatschappelijke rol. Jongeren kunnen biologisch gezien
al volwassen zijn, maar sociaal nog niet (niet mogen stemmen/drinken/werken etc.). Dit kan
leiden tot onvrede waarin antisociaal gedrag de uitlaat klep kan zijn.
o Als jullie ons niet willen testen, dan testen we ons zelf wel (Block & Nieder Hoffer): antisociaal
gedrag is een manier om populair te zijn en de kloof tussen biologische en sociale
volwassenheid te overbruggen.
 Bij sociale kansarmen is er frustratie door eindeloos uitstel, ook hebben ze vaak veel tijd en
weinig geld.
 Gebrek aan structuur en supervisie.
 Stedelijke cultuur van materialisme (genotscultuur)
 Spanning tussen westerse en allochtone opvoedstijlen
 Entertainment geweld als gedragsvoorbeeld

2. Life-course persistent = als volwassenen crimineel gedrag vertonen is dat vaak een structureel
probleem. Bij criminele volwassenen komt crimineel gedrag vaak al voor tijdens de kindertijd. Door
een opstapeling van negatieve omgevingskenmerken (cumulatieve continuïteit; verslaafd, slechte
baan, schulden, dakloos, instabiele relaties, slechte ouder, psychiatrische stoornissen, etc.) wordt het
heel lastig voor deze mensen om te stoppen met het vertonen van ASB. Verklaringen:

 Aanleg: tekorten in verbaal, probleemoplossend vermogen en aan concentratie en zelfcontrole

, o Te kort aan zelfregulatie: adolescenten willen graag steeds meer mogen en volwassenen
laten hen steeds meer hun gang gaan. Steeds vaker vragen ze leeftijdsgenoten voor hulp
terwijl hulp van volwassenen effectiever is. Ze hebben steun nodig van volwassenen omdat
zelfregulatie in de puberteit nog niet genoeg is.
 Vroege jeugd: kind van een problematische zwangerschap of opvoeding

Verschil LCP en AL (Moffit): in LCP is het gedrag inflexibel en ongevoelig voor veranderende
omstandigheden. In AL wordt deelgenomen aan antisociaal gedrag in situaties waarin dergelijke
acties winstgevend zijn. AL zijn dan ook in staat om het antisociale gedrag achter hen te laten
wanneer prosociaal gedrag meer beloningen oplevert en antisociaal gedrag verlies. AL heeft controle
over hun antisociale gedragingen en gebruiken deze alleen voor een functie (hierbij werkt educatieve
straf omdat het gedrag dan niet winstgevend is, voor LCP niet).

Bij LCP ontstaan uitingen van antisociaal gedrag al heel vroeg en blijven ze aanhouden; de instelling
blijft hetzelfde, alleen uit het zich op andere manieren naarmate er nieuwe kansen voor doen. Voor
LCP is de motivatie voor antisociaal gedrag niet ingesteld op winst.

Een groot deel van antisociale kinderen (90%), stoppen met antisociaal gedrag als ze volwassen
worden. Dit komt door voortschrijdend inzicht, betere driftbeheersing en het stabiliseren van hun
leven (krijgen relaties of werk wat ze niet op spel willen zetten). Deze jongeren krijgen meer keuze in
vrienden omdat ze de middelbare school afronden en er komen meer volwassen rollen beschikbaar.
Ook veranderen hun consequenties van positief naar negatief. De groep die niet stopt, is de
adolescene-onset.

Risicofactoren zoals alcohol- en drugsgebruik en beschermende factoren zoals ouderlijke steun en
tevredenheid met school lijken grote invloed te hebben op de prevalentie van delinquentie
(Verklaring daling jeugddelinquentie tussen 2005 en 2015 (Van der Laan).

Gen-omgeving correlaties:

 Passief = de genen die je erft van je ouders kunnen van invloed zijn op je gedrag. Als je ouders
impulsief zijn en jij dat gen overneemt is er grote kans dat jij ook impulsief bent & dat de ouders
ook impulsiever waren in de opvoeding (genen + omgeving).
 Actief = als kinderen ouder worden beginnen ze een omgeving te zoeken die bij hun past. VB;
Kinderen met talent voor muziek zoeken andere kinderen die muziek leuk vinden.
 Evocatief/reactief = verwachtingen van de omgeving spelen een belangrijke rol. Meer investering
vanuit de omgeving zorgt betere prestaties, VB; voetbal kinderen.

Golem effect: als we van mensen minder verwachten dan gaat dit gevoel van negatieve behandeling
vaak werken als een zelf waarmakend proces. Het is een soort nocebo waardoor slechte leerlingen
nog verder achterblijven, daklozen de hoop opgeven, eenzame tieners kunnen radicaliseren.

Sampson & Laub: net als Moffit vinden zij ook dat criminaliteit en andere vormen van antisociaal
gedrag in de kindertijd sterk is gerelateerd aan crimineel gedrag onder volwassenen. Volgens hun
komt dit door een cumulatief nadeel (= ernstige delinquentie en de bijna onvermijdelijke
tegenhangers/gevolgen daarvan). Die zorgen er voor dat latere banden van sociale controle (zoals
bijvb. kansen op een baan) worden verminderd en de kans op antisociaal gedrag weer vergroot.

Waarom beginnen en stoppen mensen met criminaliteit? Sommige mensen hebben iets te verliezen
(sociale banden bijvb.). Volgens Sampson & Laub wordt antisociaal gedrag in toom gehouden door
sterke sociale banden; sterke relaties met werk en familie verminderen criminaliteit en antisociaal
gedrag.

, Life-course desistance = op een gegeven moment stopt iedereen met crimineel gedrag.

 Human agency = de keuzes die mensen binnen hun keuze gebied maken zijn belangrijk voor het
vertonen van crimineel gedrag. Hier moet rekening mee gehouden worden.
 Omslagpunten = bepaalde omslagpunten kunnen in een leven bepalend zijn voor het wel of niet
vertonen van crimineel gedrag. Zo bleken mensen op het moment dat ze getrouwd waren
minder crimineel gedrag te vertonen dan op het moment dat deze zelfde mensen niet getrouwd
waren (meer structuur in leven verminder criminaliteit). Belangrijk hier bij is dat deze situaties
allemaal omvatten:
o Nieuwe situaties die het verleden van de toekomst scheiden.
o Nieuwe situaties die zorgen voor supervisie en monitoring als ook nieuwe kansen op
sociale steun en groei.
o Nieuwe situaties die zorgen voor verandering en structuur in routine situaties.
o Nieuwe situaties die kunnen zorgen voor een verandering van identiteit.

Dunedin onderzoek van Moffit & Collega’s: onderzoek naar het effect van zelfcontrole van kinderen
op de kansen van succes voor hen op latere leeftijd. Het onderzoek is gedaan op basis van de
Dunedin Study, waarbij meer dan 1000 baby’s tot hun 38e jaar zijn onderzocht. De boodschap van
het artikel is dat zelfcontrole op jonge leeftijd het succes van een volwassene kan voorspellen.
Kinderen die een goede mate van zelfcontrole hebben, zijn op latere leeftijd succesvoller, gezonder
en mindersnel crimineel.

Hoorcollege 2
Incidentie, melding en registratie van criminaliteit; een kwart eeuw stijging in geregistreerde
criminaliteit.

Perceptie van criminaliteit; de daadwerkelijke hoeveelheid criminaliteit daalt. De politie wordt
minder vaak gebeld en de OM en strafrechter hebben minder zaken. Eysink Smeets en Vollaard
tonen aan dat criminaliteit en het onveiligheidsgevoel afneemt (crime drop en fear drop), ondanks
het beeld wat de media schetst (bad news is good news & good news is no news). Ook de politiek zet
politiecijfers vaak in om mensen bang te maken (werkt repressief).

Crime drop vs. Fear drop: deze twee hangen samen omdat het inschatten van onveiligheidsgevoel
lastig is. Als je afgaat op je eigen ervaringen leidt dit namelijk vaak tot onderschatting. Aan de andere
kant leidt het beschrijven van het risico vaak tot overschatting. Minder mensen voelen zich onveilig,
ze voelen zich zelf objectief veiliger. Dit is belangrijk en voorkomst stress (als mensen hun omgeving
onveilig vinden levert dit 4x meer stress dan als mensen werkloos zijn).

Verklaringen voor afname (jeugd)criminaliteit: minder alcohol gebruik door nieuwe wet leeftijdsgrens
op 18, gezinsdomein is verbeterd (grotere emotionele steun van ouders, meer openheid, meer
informeren door ouders over gedrag en meer controle) en minder delinquente vrienden. Jongeren
worden minder blootgesteld aan crimogene factoren (=factoren die bijdragen aan het plegen van
delicten en die ook ten aanzien van de kans op recidive een voorspellende waarde hebben). Echter,
de gevoeligheid van jongeren voor crimogene factoren is niet veranderd. Ook zijn er geen duidelijke
trends over hoe die factoren op jongeren werken.

Life history theory = jongeren van tegenwoordig zijn veel online met gevolg dat ze minder rebels zijn
en dit minder uit in delinquent gedrag. Ze zijn ook minder voorbereid op volwassen worden, omdat
ze met alles later starten. Sommige groeien snel op & sommige langzaam. De hedendaagse jeugd

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadiaschadenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,48
  • (0)
  Kopen