Dit document is een oefentoets voor module 5 op de AVAG, bestaande uit 88 vragen inclusief antwoorden en uitwerkingen op de vragen. De laatste week van deze module bevat maar 9 vragen, omdat dit een moeilijk onderwerp is om vragen over te formuleren. De andere weken bevatten wel gemiddeld 15-20 vra...
1. Bij het Ventrikel Septum Defect (VSD) stroomt er bloed van de rechterventrikel
naar de linkerventrikel.
A. Onjuist
B. Juist
2. Bij welke congenitale hartafwijking komen ‘cyanotic spells’ voor?
A. VSD
B. ASD
C. Tetralogie van Fallot
D. Transpositie van de grote vaten
3. Palpitaties in de zwangerschap kunnen behandeld worden met:
A. Magnesiumsulfaat
B. Digoxine
C. Aspirine
D. Methyldopa
4. Het overslaan van slagen is een voorbeeld van een ventriculaire of atriale ectopie
A. Juist
B. Onjuist
5. Welke laag van het hart bestaat uit collageen bindweefsel?
A. Pericard
B. Endocard
C. Epicard
D. Myocard
6. Wat is de intrinsieke hartfrequentie (sinusknoop)?
A. 60 slagen/min
B. 80 slagen/min
C. 100 slagen/min
D. 120 slagen/min
7. In rust wordt de hartfrequentie verlaagd door het:
A. Parasympatische zenuwstelsel
B. Sympatische zenuwstelsel
8. Welk ion zorgt voor snelle depolarisatie van de celmembraan?
A. Natrium
B. Kalium
C. Calcium
9. Het QRS-complex is:
A. Repolarisatie van de ventrikels
B. Depolarisatie van de atria
C. Depolarisatie van de ventrikels
,10. Waardoor wordt de 2e harttoon veroorzaakt?
A. Rapid filling
B. Sluiten van de SL-kleppen
C. Sluiten van de AV-kleppen
11. De tricuspidalisklep sluit (in een normale situatie) iets eerder dan de mitralisklep
A. Juist
B. Onjuist
12. In welke harthelft is de druk hoger?
A. Linkerharthelft
B. Rechterharthelft
13. Welke invloed heeft noradrenaline op het hartminuutvolume?
A. Positief inotroop
B. Positief chronotroop
C. Negatief chronotroop
D. Negatief dromotroop
14. Hoe noem je tachycardie die veroorzaakt kan worden door emoties?
A. Sinustachycardie
B. Supraventriculair
C. Ventriculair
D. Premature ventriculaire contracties
15. De obstructie van de bloedtoevoer bij het vena cava inferior syndroom kan
worden weggehaald door op de zij te gaan liggen. Welke zij wordt aangeraden om
op te liggen?
A. De linkerzij
B. De rechterzij
16. De placenta heeft een hoge weerstand
A. Juist
B. Onjuist
17. Welke shunt zorgt voor een omleiding van de levercirculatie?
A. Foramen Ovale
B. Ductus Arteriosus
C. Ductus Venosus
18. De zuurstofspanning is intra-uterien laag vergeleken met extra-uterien
A. Juist
B. Onjuist
19. Wat is geen gevolg van het wegvallen van de placenta en het functioneel worden
van de longen, na de geboorte?
A. Toename van de perifere weerstand
B. Meer bloed door pulmonale circulatie
C. Stijging bloedtoevoer naar vena cava inferior
D. Afname weerstand pulmonale arteriën
, 20. Wat is geen reden voor het sluiten van het foramen ovale na de geboorte?
A. Door de afname van PGE2
B. Door lage druk in het rechterhart
C. Toenemende weerstand in perifere vaten
D. Daling van de bloedtoevoer
Week 2 Bloedbestanddelen, bloedvorming en hemostase
1. Regulaire antistoffen zijn van:
A. IgG-klasse
B. IgM-klasse
2. Welke stelling(en) is/zijn juist?
Stelling 1: Bloedgroepimmunisatie is de toestand waarbij erytrocyten van de foetus
worden afgebroken door de antistoffen van de moeder.
Stelling 2: Bloedgroepantagonisme betekend dat er verschillen zijn tussen de
bloedgroep van moeder en kind.
A. Stelling 1 is juist
B. Stelling 2 is juist
C. Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist
3. Wat is niet waar over Kell?
A. Bij anti-Kell is de kans op ernstige ziekte bij de foetus 50-60%
B. Kell veroorzaakt voornamelijk hemolyse
C. Kell-antistoffen kunnen hechten aan erytroblasten
D. Kell-antistoffen kunnen hechten aan erytrocyten
4. Wat is geen symptoom (bij de foetus) van bloedgroepimmunisatie?
A. Verlaagde bloedstroom in de a. cerebri media
B. Hepatosplenomegalie
C. Minder leven voelen
D. Hydrops foetalis
E. Decompensatio cordis
5. Wat is geen symptoom van een nierinsufficiëntie?
A. Oedeem
B. Lage RR
C. Botgroeistoornissen tijdens jeugd
D. Anemie
6. Hemocromatose is een overschot aan ijzer
A. Juist
B. Onjuist
7. Welke waarde wordt over het algemeen, los van amenorroeduur, gebruikt om
anemie aan te duiden bij zwangeren?
A. Hb <7.5 mmol/L
B. Hb <7.0 mmol/L
C. Hb <6.8 mmol/L
D. Hb <6.3 mmol/L
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noah_boshuizen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,49. Je zit daarna nergens aan vast.