Deze samenvatting bevat de stof voor het correlationele deel van TOE (de theorie). Het bevat dus de stof behandeld in de colleges, en boek(en) (research methods (incl. aparte H7), Statistics review). Belangrijke begrippen zijn (gekleurd) dikgedrukt aangegeven en er zijn plaatjes bij ter verduidelij...
H7 (t/m 214) / Hoorcollege 1 correlationeel
Primary data collection: data verzameld door zelf (als onderzoeker) de surveys af te nemen
secondary data source: onderzoeksverzameling van iemand anders
Key informant: het deskundige persoon bij een locatie, die info geeft over de survey vragen namens
de organisatie
Self-administered questionnaire (SAQ): Survey volledig ingevuld door respondent
Modes of administration: hoe de survey is afgenomen, bijv. via de telefoon, face-to-face, online etc.
Als surveys closed-ended zijn moet de respondenten kiezen uit vaste response categorieën
Open-ended vragen zijn open…dus geen vaste antwoordopties
Cross-sectional survey: enkele observatie survey (nadeel: wel associatie, maar geen causaal verband
aangeven (wat komt door wat))
Longitudinal survey: data verzamelen op verschillende momenten
Soorten longitudinaal:
Repeated cross-sectional surveys: verschillende steekproeven op verschillende momenten
Panel survey: zelfde steekproef op verschillende momenten (nadeel: attrition: mensen
stoppen met deelnemen / panel conditioning (een ander antwoord zeggen, omdat het je
bijv. tijd scheelt))
Poll: zeer korte survey over 1 onderwerp
Omnibus-survey: uitgebreide enquête, die meerdere onderwerpen bevat
Split-ballot design: je deelt je participanten in groepen en laat ze verschillende onderdelen
beantwoorden, zo hoeft niet iedereen alles te doen, bespaart tijd
Interviewer effects: de mogelijkheid dat alleen al de aanwezigheid van een interviewer of de
persoonlijke kenmerken van de interviewer ertoe kunnen leiden dat een respondent vragen op een
bepaalde manier beantwoordt, waardoor de antwoorden mogelijk vertekend worden
Bij een face-to-face interview stelt de interviewer vragen van het interview schema (alle vragen die
hij/zij wil stellen)
Paradata: data over hoe de enquêtes gedaan
Hoe data gegenereerd:
Incidentally / organic (al bestaande data gebruiken)
Purposively / designed (zelf data
verzamelen, bijv. met een enquête)
Inferentie: generaliseren van de steekproef
naar de populatie
Inferentie doelen:
, Coverage error (dekkingsfout): je hebt geen beschikbaarheid tot de hele doelgroep (niet iedereen op
de lijst bijv.)
Sampling error (steekproeffout): verschil tussen echte waarde (populatie) en de steekproefwaarde
(bijv. alleen vrijwilligers reageren)
Nonresponse error: mensen reageren niet, doen niet mee
unit-nonresponse: doet het hele onderzoek niet
item- nonresponse: sommige vragen niet beantwoorden (ligt bijv. gevoelig)
Nonresponse bias: systematisch verschil tussen respondenten die meedoen en de non-response
respondenten
Adjustment error: omdat sommige mensen niet reageren of nieuwe mensen bij de populatie zijn
gekomen klopt je uitkomst niet meer met de populatie, je wilt dan een adjustment doen (bijv. iets
zwaarder laten wegen), hier gaat het dan soms fout
Measurement error: respondenten geven verkeerde antwoorden, bijv. doordat de vraag slecht
gesteld is of hun gedrag
Processing error: antwoord wordt verkeerd genoteerd (gaat fout bij opschrijven / verwerken)
Vroeger schreef de interviewer de antwoorden in op een afgedrukte enquête en werd het daarna
ingevoerd (paper-and-pencil interview (PAPI)), nu doet hij het direct online (computer-assisted
personal interview (CAPI))
bij een audio computer-assisted self-interview (ACASI): de participant luistert via een laptop naar de
vraag en vult daar ook het antwoord op in
computer-assisted telephone interview (CATI): zorgt ervoor dat de interviewer en participant de
goede volgorde volgen, wordt duidelijk aangegeven wat de volgende vraag is
Showcard: kaartje die de respondent helpt herinneren wat de antwoordopties zijn bij bepaalde
vragen
Skip pattern: de vragen die je krijgt worden bepaald door wat je antwoord op andere vragen,
hiervoor begin je met een screener question
Social desirability bias: respondenten geven sociaal wenselijke antwoorden
(hangt van de persoon af wat ze sociaal wenselijk vinden)-(vorm van interviewer effects)
(tegengewerkt door te zeggen dat het anoniem is)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Samenvattingenvoorieder. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.