HC 1) Inleiding, rechtvaardiging strafrecht en legaliteit
Functie van strafrecht
Belang materieel strafrecht: legitimeert strafrechtelijk optreden overheid
↳ of en hoe de overheid kan optreden
Formeel en materieel strafrecht: onderscheiden maar niet gescheiden
Formeel staat ten dienste van de uitvoering van het materiële strafrecht
De methode van het materiële strafrecht
- algemene leerstukken niet gedefinieerd in de wet
- criteria uit standaardarresten van de HR van groot belang
- toepassing van deze criteria op de casus
Kanttekeningen:
● De HR is geen feitenrechter: er is dus een beperkte toetsing in cassatie (over de
begrijpelijkheid en motivering)
● sommige leerstukken spelen een beperkte rol in de rechtspraak, maar wel een
belangrijke rol in opsporing en vervolging (bv. strafuitsluitingsgrond)
Strafrecht grijpt indringend in in het leven van de burgers
Het is een dynamisch en problematisch rechtsgebied
“In het strafrecht wordt de mens, meer dan waar ook, diepgaand geconfronteerd met zijn
eigen menselijke problematiek, met vragen omtrent de vrije wil, het onduldbare, de
lotsbestemdheid, het handelen ondanks zichzelf, het veroorzaken van fatale gevolgen
zonder dit te willen, kortom met de tragische kanten van het menselijk bestaan.”
Vergeldingstheorieen
Misdrijf is de grondslag van de straf: de daad staat centraal
Klassieke richting (o.a Beccaria).
- uitsluitend geschreven wetboeken
- geen onnodige strafbaarstellingen
- duidelijke en heldere formuleringen
- proportionele straffen
- effectieve bestraffing
- geen preventief optreden door de overheid
- openbare bestraffing
★ Preventietheorieën
Straf is het middel om verschillende doelen te bereiken: de dader staat centraal
Moderne richting (o.a Internationale Kriminalistische Vereinigung)
Verenigingstheorie in Nederland
In Nederland: een compromis tussen Klassieke en moderne richting= verenigingstheorie ligt
ten grondslag
Pompe (1959):
Het wezen van straf is vergelding van schuld:
Het doel van straf is de behartiging van het algemeen welzijn
De werking van straf is de speciale en generale preventie
,De tijdsgeest: van ultimum remedium naar:
● Modderman: door ingrijpende en pijnlijke karakter van het strafrecht: alleen
toepassing als uiterst redmiddel
Naar optimum remedium
● Maatschappelijke ontwikkelingen: toename zware georganiseerde
criminaliteit en terrorisme mede onder invloed van internationalisering en
digitalisering → het veiligheidsdenken komt op.
● Misdaad is geen uitzondering maar een normaal sociaal probleem dat de overheid
behoort te managen
● Juridische ontwikkelingen: strafbaarstelling voorbereidingshandelingen, versterking
positie slachtoffer, internationale invloeden zoals harmonisatie materieel strafrecht
via de EU
Strafrecht als optimum remedium: aanpak die het best bijdraagt aan het oplossen van
maatschappelijke problemen?
Betekenis ultimum remedium nu: stemt tot terughoudendheid, bezinning
Legaliteitsbeginsel
Art. 1 lid 1 Sr: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling
↳ art. 16 Gw, art. 7 EVRM, art. 15 IVBPR, 49 Handvest EU
→ Nullum delictum, nulla poena sine praevia lege poenali (Von Feuerbach)
Zowel de strafbaarstelling als de op te leggen straffen moeten al zijn opgenomen in de wet
Beoogd de waarden van rechtszekerheid en rechtsstaatgedachte (rule of law) te
beschermen
1. verbod van terugwerkende kracht
- strafbaarstellingen en strafbedreigingen
- de meest gunstige bepaling moet worden teruggebracht
2. lex scripta: alleen geschreven recht
- strikter dan het EVRM
3. Lex certa: toegankelijke en scherpe normen in strafbaarstellingen
- duidelijke, “accessible” en “foreseeable” bepalingen
4. Grenzen aan de interpretatieruimte voor de strafrechter
- verbod op analogische toepassing op de norm
- verbod vanuit de gedachte van de trias politica
- EHRM: consistent with the essense of the offense
- interpretatiemethoden zijn wel toegestaan dus er is wel enige ruimte
- extensieve interpretatie mag ook
,HC 2) Strafbaar feit en wederrechtelijkheid
De betekenis, functie en doel van wederrechtelijkheid in het strafrecht
Wederrechtelijkheid als element
Algemene voorwaarde voor strafbaarheid Gedraging
Betekenis: in strijd met het recht en
- formele wederrechtelijkheid= in strijd met de wet Wederr
(wederwettelijkheid) echtelijk
Strafb
- formele wederrechtelijkheid= in strijd met het
recht (geen rechtvaardigingsgronden)
aar
Wederrechtelijkheid als bestanddeel
Twee leren:
- totaalwederrechtelijkheid
- facetwederrechtelijkheid
“Wederwettelijkheid” → materiële wederrechtelijkheid
Democratische wetgever stelt wat strafbaar. Alleen hetgeen strafbaar is gesteld mag
strafrechtelijk genormeerd worden.
Wat strafwaardig is wordt mede door andere factoren dan democratische legitimatie bepaald
(rassenwetten WOII).
Modderman: Dat alleen datgene mag gestraft worden, wat in de eerste plaats “onrecht” is,
en in de tweede plaats: als geen andere middelen openstaan (ultimum remedium).
Wat is strafwaardig?
Morele overtuigingen als basis voor strafwaardigheid
Normaal ←→ immoreel
Rechtsdelicten= moreel verwerpelijk (malum in se) → bescherming meest
essentiële rechtsgoederen
Wetsdelicten (malum prohibitum): om de ordening van de maatschappij te ondersteunen,
terwijl ze op zichzelf niet helemaal moreel verwerpelijk zijn (verkeersovertredingen)
Wat moreel verwerpelijk is is gebonden aan tijd/plaats/cultuur
Materieel wederrechtelijk gedrag: schadelijk gedrag waarvoor geen rechtvaardiging bestaat
wetgever
individ sa
u me
nle
vin
g
, Wanneer gedrag strafwaardig is en strafbaar kan worden gesteld
Wanneer strafbaar stellen
Criteria voor strafbaarstelling / regulerende strafrechtsbeginselen, zoals
● Negatieve criteria van Hulsman (1972)
○ zo min mogelijk strafrecht
○ je mag niet strafbaar stellen alleen om een morele opvatting op te leggen
○ wanneer strafbaarstelling bedoeld is om gestraften hulp te verlenen
→ om niet te paternalistisch te werk gaan
○ capaciteit van strafrechtelijk apparaat mag niet door strafbaarstelling worden
overschreden
○ de strafbaarstelling mag geen schijnoplossing zijn voor het probleem
● Relatieve criteria
○ als aan meerdere is voldaan moet een strafbaarstelling eventueel achterwege
blijven
○ aanmerkelijke groep bevolking heeft de veronderstelling dat het geoorloofd is,
gedrag komt zeer veel voor, moeilijk te omschrijven wat precies strafbaar is,
wanneer het vooral in privésfeer is etc.
● Positieve criteria van Van Bemmelen (1973)
○ nadruk op immoraliteit en schadelijkheid gedrag
○ noodzakelijkheid strafbaarstelling van individuele en gemeenschaps
rechtsbelangen die nog niet voldoende werden beschermd door andere
rechtsgebieden
● De Roos (1987)
○ crimineel politiek toetsingsschema
○ zes gezichtspunten die aan bod moeten komen wil de wetgever tot
strafbaarstelling komen
○ nodigt uit tot pragmatische discussie naast principiële discussie over
wenselijkheid
■ aannemelijkheid en motivering van schade, tolerantie, legaliteit,
proportionaliteit en subsidiariteit, praktische hanteerbaarheid,
effectiviteit
Wet wetsgeschiedenis, rechtspraak, literatuur
⇓ ⇓ ⇓ ⇓
Beginselen
1. Schadebeginsel: het gedrag moet (risico op) schade van een belangrijk rechtsgoed
veroorzaken, afhankelijk van het belang van het rechtsgoed zullen meer gedragingen
als strafwaardig worden aangemerkt
- John Stuart Mill: schade aan anderen voorkomen
Leer van rechtsgoederen:
Belangen die van grote waarde zijn (leven, vrijheid, lichamelijke integriteit, privacy,
veiligheid, openbare orde etc.
2. Wederrechtelijkheidsbeginsel: het gedrag moet strijdig zijn met geschreven en
ongeschreven normen (strafwaardig, niet alleen storend)