Pluriforme samenleving
Maatschappijleer
1. Verschil en verdraagzaamheid
1.4 Een gepolariseerde tijd
Scherpere politieke en sociale conflicten. Oorzaken: toegenomen globalisering.
Polarisatie: Het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen partijen of
bevolkingsgroepen. Mensen staan tegenover elkaar en zijn het totaal niet eens, ze zijn tegenpolen. Erg extreem,
hebben het gevoel alsof ze helemaal geen overeenkomsten meer hebben.
Sociale cohesie onder druk. = gevoel van saamhorigheid.
2. Cultuur en identiteit
2.1 Wat is een cultuur?
Cultuur: alle normen, waarden en andere aangeleerde kenmerken die leden van een groep of samenleving met
elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
- Veel veranderingen: positie vrouw, geloof, lijfstraffen kinderen, slavernij
2.2 De functies van een cultuur
- Cultuur bepaald deel van je persoonlijkheid.
- Gemeenschappelijk referentiekader met dezelfde normen, waarden en gewoonten
- Gedrag regulerend: cultuur doet het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen.
Dominante cultuur: het geheel van waarden, normen, kenmerken en gewoonten dat door de meeste mensen
binnen een samenleving wordt geaccepteerd.
Subcultuur: een groep met afwijkende normen, waarden en gewoonten van de dominante cultuur. (bijna iedereen
in een samenleving behoort tot verschillende subculturen)
Tegencultuur: verzetten zich tegen, of bedreiging van, de dominante cultuur. (anonymous)
2.3 Hoe wordt cultuur overgedragen?
Socialisatie: het proces waarbij iemand bewust en onbewust de normen, waarden en andere cultuurkenmerken van
zijn groep krijgt aangeleerd. (Kan via imitatie)
Socialiserende instituties: Overheid, media, school, gezin, vriendengroep
Sociale controle: de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te
houden.
- Formeel: regels, wetten
- Informeel: beleefdheidsvorm en ongeschreven regels
Negatieve sancties: bekeuring (formeel), uitfluiten bij wedstrijd (informeel)
Positieve sancties: diploma (formeel), compliment (informeel)
Internalisatie: het eigen maken van een andere cultuur
Cultuur = groepsindentificatie: Je verwant voelen met de dominante cultuur en met de cultuur van kleinere
groepen.
, 2.4 Waarin verschillen culturen?
Dimensies van Hofstede:
Machtsafstand: omgang met gezag. Relatie ouders, docenten, werkgevers. Democratie of absolutisme
Individualisme vs. Collectivisme: groepsgevoel
Masculiniteit vs. feminiteit: rolverdeling mannen en vrouwen. Zorgzaam, aandacht gevoelens of niet
Onzekerheidsvermijding: risico’s toekomst. Wetten om die te vermijden of niet. Hoog= veel zekerheid
Oriëntatie op de lange vs. de korte termijn: is de maatschappij meer gericht op de toekomst of het heden?
Veel plannen/sparen of niet. Snelle resultaten, pluk de dag.
3, Immigratielanden vergeleken
3.1 lange geschiedenis van immigratie
Veel immigratie 17e en begin 18e eeuw, 19e en begin 20e veel minder omdat het economisch minder goed
ging, sinds 1960 weer toegenomen.
- Reden om je land te verlaten: pushfactoren: armoede, vervolging.
- Redenen om naar een land te komen: pullfactoren: welvaart, veiligheid.
Mythe van terugkeer; voor veel migranten blijkt dat terugkeer onmogelijk is. De verandering die migratie
meebrengt wordt vooral zichtbaar door de kinderen. Die groeien hier op en kennen geen ‘terug’
3.2 terminologie
2015: 12% bevolking immigranten
In grote steden nog hoger, Rotterdam 2015: 50%. Jeugd: 2/3 uit migrantengezin.
Allochtoon: wanneer iemand zelf, of ten minste een van de ouders in het buitenland is geboren.
Autochtoon: iedereen die in NL is geboren en waarvan de (groot)ouders ook hier zijn geboren en
opgegroeid.
Migratiegeschiedenis: als je een x hebt gemigreerd
Allochtonen worden nu vaak Inwoners met een migratieachtergrond genoemd.
3.3 internationale vergelijken
Klassieke migratielanden: VS, Canada, Australië. Hun samenlevingen zijn vanaf het begin gevormd door de
komst van migranten. Vergelijkbare migratiegeschiedenis. Kolonisering van Europeanen.
Herkomst van migranten valt op; voornamelijk uit Europa.
Beleid op migratie:
- Selectie van migranten: uit bepaalde landen wel toestaan en anderen niet. Canada en Australië.
- Regulering van Migratie. VS,
Vanaf jaren 60 deze ^ veel losgelaten. Veel Aziaten naar Australië en Canada. Momenteel is het aandeel
van de Aziaten in de migratie ongeveer 40%. 2015 iets meer dan 27% buiten land geboren in Australië,
Canada 20% en VS 13%.
Veel uit Latijns-Amerika naar VS.