Immuniteit en afweersystemen BGZ2023
Immuniteit = weerstand tegen (infectie) ziekte.
Het immuunsysteem bestaat uit de cellen, weefsels en moleculen die de weerstand waarborgen. Het
immuunsysteem beschermt het lichaam ook tegen tumorcellen en spelen een rol bij weefselschade
en herstel.
Er zijn 3 niveaus van bescherming tegen pathogenen:
1. Binnendringen verhinderen via huid of slijmlaag in de keel.
2. Aangeboren afweer
3. Verworven afweer
Er zijn twee verschillende typen van immuniteit: Innate (aangeboren) en adaptive (verworven)
immuniteit.
Innate immuniteit bestaat uit: de huid, slijmlaag en bepaalde lymfocyten. Het adaptieve
immuunsysteem bestaat uit specifieke lymfocyten en antilichamen. De twee immuunsystemen
werken samen om een ziekteverwekker op te ruimen.
Het adaptieve immuunsysteem is onder te verdelen in humorale immuniteit en cell-mediated
immuniteit. Humorale immuniteit is ondersteunt door antilichamen geproduceerd door B-cellen.
Cell-mediated immuniteit is ondersteunt door T-cellen.
Immuniteit wordt op twee verschillende manieren opgebouwd:
- Actieve immuniteit: Individu wordt blootgesteld aan antigenen of ziekteverwekker en een
infectie reactie treedt op, waarbij weerstand wordt opgebouwd.
- Passieve immuniteit: Individu krijgt antistoffen toegediend van een individu die een actieve
immuniteit heeft opgebouwd. De antistoffen kunnen gebruikt worden om tegen de
ziekteverwekker te werken. Dit is vooral om het immuunsysteem te ondersteunen zodat een
actieve immuniteit kan worden opgebouwd. Passieve immuniteit wordt gebruikt in
noodgevallen zoals slangenbeet.
Fagocytose:
,De antigenen van pathogenen kunnen gepresenteerd worden op MHC II. Alle lichaamscellen kunnen
antigenen presenteren op MHC I. Cellen die fagocytose doen kunnen dit op MHC I.
De dendritische cel is de schakel tussen aangeboren en verworven afweersysteem.
- Fagocytose
- Antigen presentatie op MHC II en MHC I
Antigen presentatie:
Dendritische cellen activeren cellen van het verworven immuunsysteem dat doen ze door te binden
aan T-cellen, via antigen presentatie:
- TCR herkent MHC receptor (CD8 bindt aan MHC I, CD4 bindt aan MHC II)
- Co activatie door bindingen van CD28 aan B7 receptor van dendritische cel.
Er zijn twee soorten T cellen
- T helpercellen (CD4)
- Cyto toxische cellen (CD8)
B-cellen
,Activatie van B cellen kan door herkenning van antigenen, zonder antigen presentatie op MHC
receptoren. Er zijn veel verschillende B cellen in het lichamen. Alleen antigen specifieke B cellen gaan
zich profileren. Activatie van B cellen gebeurd op twee manieren
B cel maakt eerst IgM. Immunoglobuline is antilichaam (antistof). Zit met name in de bloedbaan.
Vervolgens door activatie van T-cellen kan de B cel meerder immunoglobuline aanmaken.
Antilichamen
- Neutralisatie: afschermen en onschadelijk maken
- Opsonisatie: fagocytose faciliteren.
Taak 1: Aangeboren afweersysteem
Leerdoelen ontstekingsreactie
1. Wat is het aangeboren afweersysteem?
Twee hoofd reacties van aangeboren immuunsysteem zijn ontstekingsreactie en antivirale
verdediging. Het innate immuunsysteem herkent bepaalde componenten van pathogenen. Dit
worden Pathogen-associated-molecular-patterns of PAMPS genoemd. Receptoren van innate
immuunsysteem genaamd pattern recognition receptors kunnen aan de PAMPS binden.
Het innate immuunsysteem herkent ook DAMPS (damage-associated-molecular patterns) om
beschadigde lichaamseigen cellen op te ruimen, en om weefselherstel te stimuleren.
Het innate immuunsysteem valt de lichaamseigen cellen niet aan. Dit komt doordat:
- De receptoren alleen binden aan lichaamsvreemde PAMPS en lichaamseigen DAMPS
- Lichaamseigen cellen hebben speciale moleculen die voorkomen dat innate immune reactie
optreedt.
Functies van aangeboren afweer:
- 1e respons tegen micro-organismen (voorkomt, controleert en elimineert infectie)
- Inflammatie
- Antivirale verdediging.
- Herkenning van beschadigde of dode gastheercellen → verwijderen van cellen en in gang
zetten van herstel proces.
- Stimulatie van het verworven immuunsysteem
Kenmerken verworven immuunsysteem:
- Directe bescherming
- Lage specificiteit groot reactievermogen
- Belangrijk bij eerste blootstelling.
2. Welke soorten verdediging niveaus zijn er? (aangeboren, epitheelcellen, 1ste, 2de, fysieke
en chemische)
Bescherming tegen pathogenen vindt plaats op 3 niveaus:
1. Binnendringen van pathogenen verhinderen (contact met buiten: huid, slijmlagen)
2. Aangeboren afweer (in bloed en weefsels)
, 3. Verworven afweer: eerst activatie nodig (in bloed en lymfen)
Barrière vormen: fysiek, biochemisch en biologisch.
Dit is de epitheellaag die in contact staan met de buitenlucht: oog, longen, darmstelsel, huid.
Bepaalde eigenschappen dragen bij aan de bescherming: cilia, slijm, luchtstroom, zuurgraad, urine.
Deze fysieke barrière heeft ook nog een biochemische barrière:
Cellen maken antimicrobial eiwitten aan als verdediging. Voorbeeld
hiervan zijn lysozyme in het speeksel. Dit eiwitten knipt bacteriewand.
En een biologische barrière: dit bestaat uit het eigen microbioom, in het maagdarmstelsel, in de huid
en in de longen. Dit microbioom gaat competitie aan met pathogenen waardoor zij geen plek hebben
om binnen te dringen.
Micro-organismen worden herkent door het afweersysteem door PAMP’s (pathogen associated
molecular patterns).
Herkenning van beschadigde lichaamscellen gebeurd door DAMP’s (damage associated molecular
patterns)
De PAMP’s en DAMP’s worden herkent door PRR (pattern recognition receptors) op cellen van het
aangeboren afweersysteem. PRRs zitten niet op cellen van de specifieke afweer.
Er zijn verschillende soorten PRRs:
- TLR: toll like receptoren: hebben allemaal een vergelijkbaar structuur en een deel naar
binnen toe.