Literatuur – Multidisciplinair
project
Bruno Latour & Timothy Lenoir
Bruno Latour, ‘Introduction: Opening Pandora's Black
Box’
(P. 1) Scene 1: Op een ochtend in oktober 1985 ging John Whittaker naar zijn kantoor in het gebouw
voor moleculaire biologie van het Institut Pasteur, en zette zijn Eclipse MV/800 computer aan. Enkele
seconden na het laden van de speciale programma’s die hij had geschreven, flitste een
driedimensionaal beeld van de dubbele helix van DNA op zijn scherm. John, een bezoekend
computerwetenschapper, was door het instituut uitgenodigd om programma’s te schrijven die
driedimensionale beelden konden produceren van DNA en deze in verband konden brengen met
duizenden nieuwe nucleïnezuursequenties die elk jaar in verschillende tijdschriften en databanken
terechtkwamen. "Mooi plaatje, hè?" zei zijn baas, Pierre. “Ja, en nog een goede machine ook”,
antwoordde John.
Scene 2: In 1951 in het Cavendish laboratorium in Cambridge waren de röntgenfoto’s van het
gekristalliseerd desoxyribonucleïnezuur geen ‘mooie plaatjes’ op het computerscherm. De twee
onderzoekers, Jim Watson en Francis Crick, hadden moeite om ze te verkrijgen van Maurice Wilkins
en Rosalind Franklin in Londen. Het was nog onmogelijk om uit te maken of de vorm van het zuur een
drievoudige of een dubbele helix was, of dat de fosfaatbindingen zich aan de binnenkant of aan de
buitenkant van het molecuul bevonden, of dat het überhaupt wel een helix was. Voor hun baas, Sir
Lawrence Bragg, maakte het niet veel uit, aangezien de twee toch al niet aan DNA zouden werken,
maar voor Watson en Crick was het van groot belang. Linus Pauling, de beroemde chemicus, zou
namelijk op het punt staan om de structuur van DNA over een paar maanden te ontsluieren.
Scene 3: In 1980 waren Tom West en zijn team in een gebouw van Data General aan Route 495 in
Westborough nog steeds bezig met het debuggen van een provisorisch prototype van een nieuwe
machine met de bijnaam Eagle die het bedrijf aanvankelijk niet van plan was om te bouwen, maar die
de belangstelling van de marketingafdeling begon te wekken. Het debuggingsprogramma liep al een
jaar achter op schema. Bovendien bleef de keuze van West om de nieuwe PAL-chips te gebruiken de
machine, omgedoopt tot Eclipse UV/8000, vertragen, omdat niemand er op dat moment zeker van
was of het bedrijf dat de chips produceerde ze op verzoek kon leveren. Intussen verkocht hun
belangrijkste concurrent, DEC, veel exemplaren van haar VAX 11/780, waardoor de kloof tussen de
twee bedrijven steeds groter werd.
(P. 2) Looking for a way in
Waar begint een studie van wetenschap en technologie? Dit hangt af van een goede timing. In 1985
krijgt John Whittaker ‘mooie plaatjes’ van DNA op een ‘goede machine’. In 1951 worstelen Crick en
Watson met het definiëren van een vorm voor DNA die verenigbaar is met de plaatjes die zij in het
kantoor van Wilkins hebben gezien. In 1980 vecht een ander team van onderzoekers in de kelder van
een gebouw om een computer te laten werken en de achterstand op DEC in te lopen.
Wat is de betekenis van deze ‘scenes’? Ze voeren ons terug door ruimte en tijd (denk aan flashbacks).
DNA heeft in het verleden niet een vorm die vaststaat in computerprogramma’s, want computers
bestonden nog niet. Het is in deze periode nog twijfelachtig of DNA een rol van betekenis speelt bij
het doorgeven van genetisch materiaal van generatie op generatie. Crick en Watson hadden al twee
,keer aangekondigd dat zij het raadsel hadden opgelost en beide keren kwamen ze hierop terug. De
‘goede machine’ van Eagle kan helemaal geen programma uitvoeren. Niemand in het team weet of
dit project weer een mislukking wordt net zoals de EGO computer waaraan zij jaren hebben gewerkt.
In Whittaker’s onderzoeksproject zijn nog veel dingen onduidelijk. Hij weet niet of zijn beurs wordt
verlengd, of een programma miljoenen basenparen kan verwerken, en of ze kunnen worden
vergeleken op een manier die biologisch significant is. Er zijn tenminste wel twee elementen die voor
hem geen problemen opleveren: de dubbele helixvorm van DNA en zijn Data-General-computer. Wat
voor Watson en Crick een uitdaging was, is nu het basisdogma van zijn programma. De machine van
het team van West (waar ze jarenlang aan hebben gewerkt), is nu heel betrouwbaar.
Het woord ‘blackbox’ wordt door cybernetici gebruikt wanneer een stuk machine of een reeks
commando’s te ingewikkeld zijn. (P.3) In plaats daarvan tekenen zij een blackbox, waarover zij niet
meer hoeven te weten dan alleen de input en output. Het werk van John Whittaker tellen ook alleen
hun input en output. Wanneer de Eclipse wordt aangezet, voert hij de programma’s uit die worden
geladen; wanneer men nucleïnezuursequenties vergelijkt, dan gaat men uit van de dubbele
helixvorm.
De verschillende scenes geven twee totaal verschillende beelden van elk van deze twee objecten:
een wetenschappelijk feit (de dubbele helix) en een technisch artefact (de Eagle minicomputer). John
Whittaker gebruikt twee blackboxen, omdat zij onproblematisch en zeker zijn; tijdens de scenes
worden de blackboxen heropend en worden zij verlicht door een fel gekleurd licht. In het eerste
plaatje hoef je niet meer te beslissen waar je de fosfaatruggengraat van de dubbele helix plaatst,
want dit is al onderzocht en het zit gewoon aan de buitenkant.
Tijdens de scenes komen een heleboel mensen in beeld van wie velen hun carrière inzetten op de
beslissingen die zij nemen:
- Franklin besluit de aanpak van modelbouw van Jim en Francis te verwerpen en zich in plaats
daarvan te concentreren op elementaire röntgenkristallografie om betere foto’s te
verkrijgen.
- West besluit 32-bit compatibele machine te maken, ook al betekent dit dat hij een
geknutseld ‘kludge’ moet bouwen, en dat hij een aantal van zijn beste ingenieurs kwijtraakt
die een keurige nieuwe machine willen ontwerpen.
- In het Pasteur Instituut neemt John Whittaker geen groot risico door te geloven in de
driedimensionale vorm van de dubbele helix of door zijn programma op de Eclipse te laten
draaien. Dit zijn nu namelijk routinekeuzes. De risico’s die hij en zijn baas nemen liggen
elders: in dit gigantische programma voor het vergelijken van alle basenparen die door
moleculaire biologen over de hele wereld worden gegenereerd.
Als we teruggaan naar Cambridge, dertig jaar geleden, wie moeten we dan geloven? Rosalind
Frankling die zegt dat het misschien een driestrengs helix is? Of Bragg die Watson en Crick opdraagt
dit hopeloze werk op te geven en weer serieus aan de slag te gaan? Dezelfde onzekerheid doet zich
een paar jaar geleden voor in Westborough. Hoelang moet West doen alsof hij niet aan een nieuwe
computer werkt? Moet hij het risico nemen de nieuwe PAL-chips te gebruiken in plaats van de
oudere maar veiliger chips?
, (P. 4) Onzekerheid, beslissingen, concurrentie en controverses zijn wat men krijgt als men een
flashback maakt van onproblematische blackboxen naar hun recente verleden. Als men twee
beelden neemt, het ene van de blackboxen en het ander van de openlijke controversen, zijn zij
volkomen verschillend. Ze zijn even verschillend als de twee kanten in de afbeelding hierboven: de
ene is levendig en de ander is streng. Het is een Janus met twee gezichten met ‘science in the
making’ aan de rechterkant en ‘all made wetenschap’ of ‘ready made wetenschap’ aan de andere
kant; dat is Janus Bifrons (de persoon in de afbeelding).
In het kantoor van Janus kunnen en mogen de twee blackboxen niet heropend worden. De twee
controversiële werkzaamheden in Cavendish en in Westborough worden voor ons opengelegd door
wetenschapper die hiermee aan het werk zijn. De onmogelijke taak om de blackbox te openen wordt
haalbaar door in ruimte en tijd te bewegen tot men het controversiële onderwerp vindt waaraan
wetenschappers en ingenieurs druk aan het werk zijn. Dit is de eerste beslissing die we moeten
nemen: onze toegang tot wetenschap en technologie zal via de achterdeur van science in the making
zijn, niet via de meer grandioze ingang van ready made science.
In het kantoor van John Whittaker staan het dubbele helix model en de computer duidelijk los van de
rest van zijn zorgen. Zij hebben geen invloed op zijn psychologische stemming, de financiële
problemen van het instituut, de grote subsidies die zijn baas heeft aangevraagd, of op de politieke
strijd die zij allen voeren om in Frankrijk een grote gegevensbank voor moleculaire biologen op te
richten. Ze staan namelijk op de achtergrond. Dit betekent dat de wetenschappelijke of technische
inhoud keurig is gescheiden van de zorgen van Whittaker. Als hij iets wilt weten over de DNA-
structuur of over de Eclips, slaat hij de Molecular Biology of the Gene of de User’s Manual open. Het
zuivere onderscheid tussen context en inhoud verdwijnt in Westborough of Cambridge.
(P. 5) Scene 4: Tom West sluipt naar de kelder van een gebouw waar een vriend hem ’s nachts
binnenlaat om een VAX-computer te bekijken. West begint de printplaten uit te trekken en
analyseert zijn concurrent. Al in zijn eerste analyse worden technische en snelle economische
berekeningen samengevoegd met een reeds genomen strategische beslissingen. Na een paar uur is
hij gerustgesteld: “Ik heb een jaar in angst voor VAX geleefd”, maar hij vond dat de VAX te
ingewikkeld. Hij hield bijvoorbeeld niet van het systeem waarmee de verschillende onderdelen van
de machine met elkaar communiceerden. Er kwam naar zijn smaak te veel protocollen bij kijken. Hij
besloot dat de gebreken van VAX de bedrijfsorganisatie van DEC belichaamde. De machine
weerspiegelde de voorzichtige, bureaucratische stijl van het succesvolle bedrijf. Was dit waar? West
zei dat het er niet toe deed, want het was slechts een bruikbare theorie. Daarna herformuleerde hij
zijn mening. Met VAX probeerde DEC het risico te minimaliseren, terwijl West probeert de winst te
maximaliseren.
Deze heterogene evaluatie van zijn concurrent is geen marginaal moment in het verhaal; het is de
cruciale episode waarin West besluit dat ondanks de vertraging van twee jaar, de tegenstand van de