,WC 1.06
Anatomische terminologie
1. a.: arteria (slagader)
inf. : inferior (voorzijde)
ant. : anterior (voorzijde)
aa. : arteries (slagaders)
sup.: superior (achterzijde)
post. : posterior (achterzijde)
art.: articulatio (gewricht)
lat.: lateraal (van het midden af)
m.: musculair (spier)
v. : vena (ader)
med. : medialis (naar het midden toe)
n. : nervus (zenuw)
2. holte: antrum
ader: vena
gewricht: articulatio
tuberositas: uitstekende knobbel
pees: tendo
bot: os
slagader: arteria
margo: rand
caput: kop
voet: pes
kraakbeen: cartilago
spier: musculus
spina: staartbeen
basis: vlak uiteinde van een bot
trochanter: grote knobbel
huid: cutis
zenuw: nervus
tuber: grote knobbel
corpus: de anatomie
tuberculum: knobbel
3. -pathie: ziekte, afwijking, aandoening
Hypo-: weinig, onvoldoende, verminderd
-algie: pijn
-itis: ontsteking
Hyper-: veel
Dys-: gebrekkig, gestoord, verkeerd, moeilijk
-ose: vol van
Tachy-: snel
-penie: te weinig
Brady-: langzaam
, 4. Anterior= voor
Posterior=achter
Plantair = (met voet) naar beneden wijzen
Mediaal = naar midden toe (wijzend)
Lateraal = zijdelings (buitenkant)
Craniaal = vanaf punt naar boven toe
Caudaal = vanaf punt naar beneden toe
distaal = het verst verwijderd van het anatomisch centrum
proximaal = het meest nabij het anatomisch centrum
Ventraal = op de buik (voorkant)
Palmair = de handpalm
Dorsaal = (met voet) naar boven wijzen / achterzijde
Er zijn drie botstukken betrokken bij het enkelgewricht (bovenste
spronggewricht/articulatio talocruralis). Het betreft hier twee botstukken in het onderbeen en één
botstuk uit de achtervoet, het sprongbeen(talus). Het onderbeen bestaat uit het scheenbeen (tibia)
en het kuitbeen (fibula).
En het onderste spronggewricht (articulatio talocalcaneonavicularis) wat op zijn beurt bestaat uit de
verbinding tussen sprongbeen, hielbeen en één van de voetwortelbeentjes.
Om ervoor te zorgen dat de enkel stabiel blijft, zitten er aan de buitenkant drie enkelbanden.
Ondanks deze banden kan het voorkomen dat de enkel omklapt, meestal naar buiten. Bij het
verzwikken van de enkel (enkeldistorsie) kunnen de enkelbanden uitrekken (enkelverstuiking) of
inscheuren (enkelbandruptuur).
Zo’n enkelverstuiking is erg p ijnlijk en de enkel wordt vaak snel dik en blauw. Toch herstelt het in de
meeste gevallen vanzelf weer.
In een aantal gevallen, zeker als er sprake is van meerdere verstuikingen, blijven de klachten bestaan
omdat de enkelbanden niet voldoende zijn genezen. Hierdoor verzwikt men de enkel weer sneller en
het geeft vaak een gevoel van instabiliteit. Het kan zijn dat ook het kraakbeen van het enkelgewricht
is beschadigd. De enkel is dan meestal gevoelig of zelfs pijnlijk bij het lopen en belasten. Als de
klachten blijven bestaan, wordt er wel gesproken van een chronische enkelinstabiliteit.
Aan de binnen- en buitenkant van de enkel zijn 2 grote knobbels zichtbaar. Dit zijn de malleolus
lateralis aan de buitenkant en de malleolus medialis aan de binnenkant.
Lichaamsvlakken
• Een frontaal vlak deelt het lichaam in een voorste en achterste deel.
• Een sagittaal vlak deelt het lichaam in een linker en rechter deel; een
mediaan vlak deelt het lichaam in een linker en rechter helft.
• Een transversaal vlak deelt het lichaam in een bovenste en onderste deel.
Drie-assig coördinatenstelsel (zie bijv. de figuren op de 1e bladzijde van de
atlas van de menselijke anatomie “Sobotta”)
De topografische anatomie gebruikt een drie-assig coördinatenstelsel om
bewegingen van lichaamsdelen te kunnen beschrijven. Deze assen staan
loodrecht op elkaar:
1. longitudinale as = de lengte as (verticaal).
2. frontale of transversale as = een horizontale as die van links naar rechts loopt.
3. sagittale as = een horizontale as die van voor naar achter loopt.
, Bewegingsaanduiding
Om een frontale (transversale) as :
• anteflexie = naar voren buigen (als in een gewricht ook naar achter buigen mogelijk is).
• retroflexie = naar achter buigen (als in een gewricht ook naar voren buigen mogelijk is).
• flexie = buigen
• extensie = strekken
Om een sagittale as:
• abductie = van het lichaam (= de romp) af
• adductie = naar het lichaam (= de romp) toe
Om een longitudinale as:
• exorotatie = naar buiten draaien
• endorotatie = naar binnen draaien
Goed om te kijken, welke spiegel je niet aan diggelen slaat
bij de assen → in dat vlak beweeg je
Supinatie = voet naar binnen bewegen (ezelsbruggetje:
soep(inatie) eten, dus naar binnen bewegen)
Pronatie = voet naar buiten bewegen
ligamenten bij talus → talo…
ligamenten bij calcaneus → calcaneo
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mikevdvooren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,38. Je zit daarna nergens aan vast.