Advance auditing
Verordening Gedragscode
Definities
a. aan assurance verwante opdracht: de opdracht tot het verrichten van
overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële
informatie en de opdracht tot het samenstellen van financiële overzichten,
bedoeld in de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden.
b. accountant in business: de registeraccountant die werkzaamheden verricht, maar
niet als openbaar accountant, intern accountant of overheidsaccountant;
c. accountantsafdeling: de organisatorische eenheid, die behoort tot een
onderneming, een instelling of de overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst,
waarbij één of meer registeraccountants werkzaam zijn die:
- binnen die onderneming, instelling of overheid en daarmee gelijk te stellen dienst
verbijzonderde toetsende activiteiten verrichten, waaronder begrepen het
onderzoek naar en de evaluatie en bewaking van de toereikendheid en effectiviteit
van de administratieve organisatie en interne beheersing; of
- binnen die onderneming, instelling of overheid en daarmee gelijk te stellen dienst
dan wel bij derden verbijzonderde toetsende activiteiten verrichten ter zake van
een door die onderneming, instelling of de overheid en de daarmee gelijk te
stellen dienst, dan wel genoemde derden af te leggen financiële verantwoording
en daarover verslag uitbrengt aan de onderneming, instelling, overheid en de
daarmee gelijk te stellen dienst waartoe de accountantsafdeling behoort;
d. accountantskantoor: hieronder wordt verstaan:
- de organisatorische eenheid waarbij een registeraccountant werkzaam is of
waaraan een registeraccountant verbonden is en waarbinnen één of meer
registeraccountants of Accountants-Administratieconsulenten voor een cliënt
bedrijfsmatig professionele diensten verrichten, bestaande uit
assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige
opdrachten, die niet beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de
Wet toezicht accountantsorganisaties; of
- de accountantsorganisatie ter zake van uitgevoerde professionele diensten
bestaande uit assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten en
eventueel overige opdrachten, die niet onder de werkingssfeer van de Wet
toezicht accountantsorganisaties vallen;
e. accountantsorganisatie: de onderneming of instelling die bedrijfsmatig wettelijke
controles verricht, dan wel een organisatie waarin zodanige ondernemingen of
instellingen met elkaar zijn verbonden, als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, waaraan een
vergunning als bedoeld in artikel 5 van die wet, is verleend, uitsluitend ter zake
van de werkingssfeer van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
f. accountantspraktijk: het accountantskantoor en de accountantsorganisatie;
g. assuranceopdracht: de opdracht, waarbij de openbaar accountant, de intern
accountant of de overheidsaccountant een conclusie formuleert die is bedoeld om
het vertrouwen van de beoogde gebruikers, niet zijnde de verantwoordelijke partij,
in de uitkomst van de evaluatie van of de toetsing van het object van onderzoek
ten opzichte van de criteria, te versterken. De uitkomst van de evaluatie of de
toetsing van het object van onderzoek is de informatie die het gevolg is van de
toepassing van omschreven criteria. Bij de door een intern accountant of de
overheidsaccountant uitgevoerde assuranceopdracht zal de verantwoordelijke
partij doorgaans eveneens de beoogde gebruiker zijn. Onder een
assuranceopdracht is begrepen de opdracht tot het uitvoeren van een vrijwillige of
wettelijke controle, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel o en p, van de Wet
toezicht accountantsorganisaties;
h. bedreiging: het risico dat de registeraccountant één of meer van de fundamentele
beginselen niet of niet volledig naleeft;
i. bestuur: het bestuur van het Nederlands Instituut van Registeraccountants;
j. cliënt: de natuurlijk persoon of rechtspersoon die, anders dan in het kader van een
gezagsverhouding, aan een registeraccountant opdracht geeft tot het verrichten
, van een professionele dienst. Hieronder is begrepen de controlecliënt, bedoeld in
artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
k. fundamentele beginselen: de beginselen integriteit, objectiviteit, deskundigheid en
zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag. Het in de Wet toezicht
accountantsorganisaties vermelde begrip vakbekwaamheid omvat de hiervoor
genoemde fundamentele beginselen deskundigheid en zorgvuldigheid en
professioneel gedrag;
l. gezinslid: een financieel afhankelijk persoon of een andere persoon met wie
samen een huishouding wordt gevoerd;
m. intern accountant: de registeraccountant, niet zijnde een overheidsaccountant, die
werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantsafdeling;
n. intern, openbaar of overheids Accountant-Administratieconsulent: de Accountant-
Administratieconsulent die in de zin van de Verordening gedragscode voor de
Accountant-Administratieconsulent werkzaam is als intern accountant, openbaar
accountant of overheidsaccountant;
o. naaste verwant: een niet financieel afhankelijke eerste of tweedegraads
bloedverwant of aanverwant of stiefkind;
p. opdracht: de tussen een cliënt en een accountantspraktijk of een
registeraccountant gesloten overeenkomst tot het verrichten van een
professionele dienst;
q. openbaar accountant: de registeraccountant die werkzaam is bij of verbonden is
aan een accountantspraktijk. Hieronder is begrepen de externe accountant,
bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
r. overheidsaccountant: de registeraccountant die werkzaam is bij of verbonden is
aan een accountantsafdeling behorende tot de overheid of daarmee gelijk te
stellen dienst. Tot een overheidsaccountant wordt eveneens gerekend de
registeraccountant die werkzaam is bij de belastingdienst en belast is met de
controle van door belastingplichtigen ingeleverde aangiften en de
registeraccountant die aan deze controle direct leiding geeft;
s. overige opdrachten: de door een registeraccountant voor een cliënt bedrijfsmatig
uitgevoerde professionele diensten, bestaande uit andere dan assurance-
opdrachten of aan assurance verwante opdrachten, voor zover geen sprake is van
opdrachten uitgevoerd als interim-manager bedoeld in artikel C-300.1, onderdeel
b;
t. professionele dienst: de door een registeraccountant verrichte diensten waarvoor
accountantsdeskundigheid en aanverwante kennis is vereist, waaronder die op het
terrein van financiële verslaggeving, controle, belastingen, administratieve
organisatie en bedrijfseconomie;
u. registeraccountant: de natuurlijk persoon die is ingeschreven in het in artikel 55
van de Wet op de registeraccountants bedoelde accountantsregister.
Deel A Gedragscode voor iedere registeraccountant
Inleiding
Het onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te
handelen in het algemeen belang. Daarom is de verantwoordelijkheid van de
registeraccountant niet beperkt tot het behartigen van het belang van de individuele
cliënt of werkgever.
Een bedreiging dient geëvalueerd te worden naar aard en belang. Indien deze niet van te
verwaarlozen betekenis is, dient de registeraccountant waarborgen te treffen die de
bedreiging wegnemer of terugbrengen tot een aanvaardbaar niveau, zodat de naleving
van de fundamentele beginselen geen geweld wordt aangedaan. Indien de accountant
niet in staat is adequate waarborgen te treffen weigert of beëindigt hij een opdracht tot
het verlenen van een professionele dienst.
Fundamentele beginselen:
De accountant neemt de volgende fundamentele beginselen in acht:
- Integriteit
De accountant treedt in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen eerlijk en
oprecht op. Dit houdt in dat hij eerlijk zaken doet en de waarheid geen geweld aan
doet. Dit betekent dat de accountant vermijdt dat hij in verband wordt gebracht