Samenvatting SW + EP
Week 1 – inleiding: grondslagen SW en uitgangspunten EP
Hoorcollege
Budgettair aspect = schatkist moet gevuld worden.
Draagkrachtbeginsel = sterke schouders moeten de lasten dragen; hoe sterker de schouders
hoe meer lasten zij moeten dragen.
Buitenkansbeginsel = je verwachtte het niet, je krijgt zomaar uit het niets iets; richt zich met
name op verkrijgingen die afkomstig zijn van wat verder gelegen familieleden of derden,
waarvan je niet zo snel verwacht dat je iets zou krijgen. Dit beginsel rechtvaardigt eerste
progressie; dat mensen die dicht bij de erflater staan minder betalen dan mensen die verder
weg staan.
Hebben twee heffingen schenkbelasting en erfbelasting.
= verkrijgersbelastingen.
Richten ons voor de heffing op iedere afzonderlijke verkrijging.
Tegenovergestelde = boedelbelasting = maak niet uit wie wat krijgt, kijken naar de boedel als
zodanig.
Criterium voor heffing woonplaats erflater/schenker in NL.
+ woonplaatsfictie; NL nationaliteit, verhuizen, dan nog 10 jaar achtervolgd door NL
belasting.
Gaat om wereldwijde heffing.
Draagkrachtbeginsel hoog in rangorde grondslagen zou logisch zijn in dat kader als we
kijken naar de woonplaats van de verkrijger/begiftigde, diens draagkracht wordt vergroot.
Sluiten toch aan bij woonplaats schenker/erflater, omdat a. voor NL makkelijker
controlemiddelen in te zetten, b. hebben internationaal organisaties en verdragen die
rekening houden met woonplaats van de erflater, c. meeste landen hebben in nationaal
systeem ook daadwerkelijk de woonplaats van de erflater als uitgangspunt.
Buitenkansbeginsel hebben twee progressies:
1. Eerste is afhankelijk van wie wat erft of geschonken krijgt, hoe dichterbij hoe minder
betalen
2. Tweede is grootte van de verkrijging; als je meer verkrijgt betaal je ook meer
Sommige landen hebben nog derde progressie = als je als verkrijger al veel vermogen hebt
dan betaal je ook meer. Wij hebben het niet; argument = discriminatie.
Week 2 – huwelijksvermogensrecht en het partnerbegrip in de SW
Hoorcollege
Hoofdregel = wat u krachtens huwelijksvermogensrecht verkrijgt leidt niet tot heffing.
,Periodiek verrekenbeding = alles wat aan het einde van het jaar aan overgespaarde inkomen
over is delen we bij helfte. Na drie maanden na het jaar moet je aan de bel trekken om te
verrekenen anders vervalt het recht om verrekening te vorderen.
HR tegemoetgekomen; is in strijd met redelijkheid en billijkheid dat vrouwen niets
krijgen, dus zegt HR als aan het begin van het huwelijk niks is, alles tijdens huwelijk
opgebouwd dan ontstaat vordering schuld verhouding.
Finaal verrekenbeding = als een van de partners komt te overlijden doen ze net alsof partijen
gehuwd waren in gemeenschap van goederen.
Wordt voor de erfbelasting alleen gevolgd indien het gaat om een verplicht wederkerig
finaal verrekenbeding.
Besluit staatssecretaris van Financiën van 29 maart 2018 (wijziging van Besluit van 5 juli
2010)
Hoofdpunten:
- Het aangaan van een huwelijk zonder opstellen van huwelijkse voorwaarden is geen
schenking
- Overgang naar de wettelijke algehele gemeenschap van goederen (van vóór 1-1-
2018) is geen schenking
- Aangaan of wijziging naar een algehele gemeenschap van goederen (van vóór 1-1-
2018) (voor gelijke delen) bij huwelijkse voorwaarden is geen schenking
- Aangaan of wijziging naar een verplicht wederkerig finaal verrekenbeding (met
gelijke gerechtigdheid) is geen schenking
- Uitsluiten van vermogensbestanddelen
- Algehele gemeenschap met ongelijke aandelen
Geen belastbare feiten voor de schenkbelasting.
Tijdens huwelijk overgaan van koude uitsluiting naar algehele gemeenschap van goederen,
zelfs op sterfbed, is geen schenking. Ook niet als je algehele gemeenschap creëert met
ongelijke aandelen; geldt hetzelfde voor, geen schenking.
Gedachte HR = is geen voltooide/onvoltooide waarde verschuiving. Kan nog van alles
gebeuren. Voor schenkingen heb je een voltooide waarde verschuiving nodig. Kan pas
constateren dat er sprake is van een verrijking of verarming als het huwelijk is geëindigd.
Zelfde besluit, 29 maart 2018
- Finaal verrekenbeding is ook geen schenking, maar kan bij overlijden wel betrokken
worden in heffing erfbelasting ex art. 11 SW
- Maximeren vordering op grond van verplicht wederkerig verrekenbeding is ook geen
schenking, is vermoedelijk niet belast, want werkt twee kanten op
Zelfde besluit, 29 maart 2018
Creëert beperkte gemeenschap, niet wettelijke, maar maakt huwelijkse voorwaarde, koude
uitsluiting + beperkte gemeenschap staatssecretaris heeft altijd gezegd dat kan een
schenking zijn.
MAAR HR 7 mei 2021 meneer en mevrouw gingen trouwen, meneer opende
bankrekening en stortte daar 10 miljoen op, huwelijkse voorwaarden opgesteld en
bankrekening viel in beperkte gemeenschap.
,HR = is in dit geval geen voltooide waarde verschuiving, kan nog van alles gebeuren,
rekening kan aan het einde van het huwelijk leeg zijn. Dus onbelast.
Staatssecretaris zegt overgang van koude uitsluiting naar beperkte gemeenschap kan
schenking inhouden (bijv. 1 brengt pand in en de ander niets) tenzij sprake is van
voldoening aan natuurlijke verbintenis, art. 33 onder 12 SW.
Zelfde besluit, 29 maart 2018
Van wettelijke gemeenschap van goederen naar huwelijkse voorwaarden; per ongeluk
getrouwd in gemeenschap, maar wilde eigenlijk huwelijkse voorwaarden maar waren te laat.
Maar willen uiteindelijk nog wel huwelijkse voorwaarden opstellen, dus alles weer verdelen,
ongelijke verdeling kan schenking opleveren. Wijziging kan schenking opleveren.
Per ongeluk getrouwd in gemeenschap? In twee situaties geen schenkbelasting:
1. Wijziging houdt verband met herstel van aanspraken van kinderen uit een eerder
huwelijk (= redelijk onbeperkt in tijd)
2. Op grond van een misverstand zijn voorafgaand aan het huwelijk geen huwelijkse
voorwaarden gemaakt (=binnen drie jaar alsnog huwelijkse voorwaarden opmaken)
HR 15 juni 1994 – ongelijke verdeling
Meneer en mevrouw getrouwd in algehele gemeenschap van goederen, dan gaan ze
scheiden, dus gemeenschap verdelen. Mevrouw wilde niks hebben. Belastingdienst zegt dat
is een schenking aan je ex-man. Mevrouw zegt is natuurlijke verbintenis; voel me moreel
gedwongen om geld niet aan te nemen.
HR zegt maakt niet uit, zijn niet geïnteresseerd in motieven, gaat om verarming, verrijking
en bevoordelingsgedachte/liberaliteit; bevoordeling is ook bewustheid van het feit dat je
verarmt en iemand anders verrijkt.
(Ging hier om een gift, niet om een schenking want geen overeenkomst).
Dus bedrag dat zij te ‘weinig’ ontving was belast gaat hier om voltooide waarde
verschuiving.
Als je ongelijke verdeling in echtscheidingsconvenant vastgelegd dan vermoedelijk niet
hoger tarief van toepassing maar verlaagde tarief.
Ongelijke aandelen
- Is het creëren van een gemeenschap met ongelijke aandelen een schenking? NEE
- Is bij overlijden artikel 11, lid 4 SW 1956 van toepassing? NEE
Rechtbank Noord-Holland 20 november 2020 ongelijke aandelen, andere verdeelsleutel
De rechtbank is van oordeel dat de arresten van de Hoge Raad van 1959 en 1971 (HR 28
februari 1959, nr. 13.787, ECLI:NL:HR:1959:AY1786 en HR 17 maart 1971, nr. 16.473,
ECLI:NL:HR:1971:AX5018) nog steeds van toepassing zijn. Hieruit volgt dat het aangaan van
de huwelijkse voorwaarden geen voltooide vermogensverschuiving oplevert, met als gevolg
dat er geen grondslag is voor het heffen van schenkingsrecht. Van een verblijvensbeding is
alleen sprake wanneer het beding is gekoppeld aan het overlijden. Met het aangaan van de
huwelijkse voorwaarden is alleen een wijze van verdeling opgenomen met het oog op de
ontbinding van de gemeenschap. Overlijden is niet de enige grond waarop de gemeenschap
ontbonden kan worden en daarom is geen sprake van een verblijvensbeding in de zin van
, art. 11, lid 4, SW 1956. Ook kunnen de gesloten huwelijkse voorwaarden niet worden
aangemerkt als een gekunstelde constructie waarop het leerstuk van fraus legis ziet.
Samenwoners Belastingdienst Den Bosch 14 oktober 2013: het opnemen van een
wederkerig finaal verrekenbeding in een samenlevingsovereenkomst is geen schenking.
Werkgroep
Art. 1 lid 1 SW woonplaats schenker in NL
Partner jonger dan 40 en jij niet, maar jij krijgt schenking kan o.g.v. besluit wel beroep
doen op grotere vrijstelling.
Echtpaar, partners, gekwalificeerde samenwoners worden gezien als 1 persoon voor de SW
art. 25 en 26 SW.
Woonplaatsfictie art. 3 lid 2 SW =
1. Lid 1 ziet op personen met Nederlandse nationaliteit + gaat om schenking en
overlijden tien jaarstermijn
2. Lid 2 ziet op eenieder + gaat om schenking 1 jaarstermijn
Heffen over waarde in het economisch verkeer art. 21 SW
Verkrijging van afstammeling in de tweede graad of verdere graad (dus bijv. kleinkinderen)
art. 24 SW = verschuldigde belasting berekenen volgens juiste kolom + 80% daarvan
Art. 19 lid 1 onderdeel b SW op moment dat een relatie eindigt door overlijden dan
worden aanverwanten gelijkgesteld met bloedverwanten.
Gelijksteling m.b.t. vrijstelling + tarief.
AMBI is vrijgesteld van erfbelasting en schenkbelasting art. 5b AWR + art. 32 lid 1 onder 3
SW.
Art. 36 SW belasting wordt geheven bij verkrijger.
Art. 38 SW de erfgenamen moeten aangifte erfbelasting doen.
Woonplaatsfictie geldt bijv. voor ene ouder niet en andere ouder wel, die schenken aan
kind, dan hak je bedrag door middel (helft mogelijk belast indien woonplaatsfictie van
toepassing is).
Civielrechtelijk schenking komt tot stand op moment van aanbod en aanvaarding.
MAAR fiscaal anders voor de SW komt een schenking onder opschortende voorwaarde
tot stand zodra de voorwaarde in vervulling gaat, art. 1 lid 9 SW (=fictiebepaling).