Het studie onderwerp van een wetenschap wordt het object genoemd.
Er is binnen dit vakgebied niet duidelijk zoals bij wiskunde of geschiedenis wat het
allemaal inhoud, het zijn wetenschappen die de mens bestuderen, bij de psychologie
is er intern en extern geen eenduidigheid over het object. Veel onderwerpen binnen
dit vakgebied worden ook behandeld in andere wetenschappen (biologie en
sociologie) zoals emoties.
Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt
bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het
ervaren van hun gedrag en de omstandigheden waarin dit plaatsvindt.
Het verschil met andere wetenschappen is erin gelegen dat in de psychologische
theorieën de beschrijving en verklaring van het object vooral plaatsvinden op
individueel niveau.
Wat betekent dat een wetenschap getypeerd kan worden aan de hand van (A) de
soorten vragen en problemen (het object) en (B) de methoden en theorieën. (C) de
grenzen en legitimiteit van een wetenschap worden beïnvloed door het
maatschappelijk draagvlak van een wetenschap. (De wetenschap vindt in de
maatschappij).
Maatschappelijke betekenis van een wetenschap is af te leiden uit hoe sterk
persoonlijke theorieën gekleurd worden door wetenschappelijke kennis.
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan.
Wetenschappelijke theorieën vervullen 3 functies:
Functie 1: systematiserende of ordenende. De ordenende functie van theorieën vind
alle eerste plaats op het niveau van beschrijving anders geformuleerd: de eerste stap
is een systematische weergave van wat er wordt waargenomen. Wetenschappelijke
kennis verwerving verloopt via expliciete regels. In de wetenschap tracht men
bevindingen te rapporteren, daaraan word een eis gesteld dat ze herhaalbaar zijn; wat
in het ene onderzoek word aangetroffen, moet in een ander onderzoek opnieuw
aangetroffen worden. (Het ordenen van de werkelijkheid)
Functie 2: verklaren en voorspellen, de resultaten kunnen verklaard worden door aan
te geven dat ze in specifieke omstandigheden bereikt worden. De gehoorzame
persoon moet bijvoorbeeld extreem afhankelijk zijn van de opdrachtgever op grond
daarvan kan voorspeld worden dat in een experiment waarin de proefpersonen minder
afhankelijk zijn zij ook minder gehoorzaam zullen zijn. (Het verklaren en voorspellen
van gedrag)
Functie 3: heuristische, met dit begrip wordt aangegeven dat op grond van het inzicht
dat de theorie heeft opgeleverd nieuwe voorspellingen gedaan kunnen worden. (Het
stimuleren van nieuwe ideeën)
Naast de functies zijn er andere kenmerken van psychologische theorieën of
stromingen.
De toekomstige psychologie, dacht men, zou de mens helpen bij het vinden van zijn
bestemming. Over de manier waarop dit doel gerealiseerd zou moeten worden, liepen
,de meningen uiteen. Aan de ene kant was er de opvatting dat de psychologie over een
alomvattende theorie van het psychisch functioneren moet beschikken voordat er
begonnen kon worden aan praktische toepassingen. Aan de andere kant was er de
opvatting waarin gesteld werd dat kennis dienstbaar moet zijn aan concrete
maatschappelijke doelstellingen. De maatschappelijke problemen moesten de
theorievorming bepalen. Al spoedig ontstonden er meerdere stromingen. Deze
bestonden uit groepen wetenschappers met eigen specifieke vraagstellingen en
onderzoeksmethoden. Binnen de stromingen in de psychologie ontstond
schoolvorming dit is te vergelijken met de vorming van politieke partijen.
Fusies in de psychologie zijn te illustreren aan de hand van de hedendaagse
gedragstherapie waarin behavioristische en cognitieve opvattingen samen gaan.
Pragmatische aanpak: op verschillende manieren iets bekijken.
Iedere psychologische stroming is te karakteriseren aan de hand van een meer of
minder uitgewerkt mensbeeld. Hierin komt tot uitdrukking hoe de mens opgevat
wordt. Mensen speelden bestaan niet alleen binnen wetenschappen wij hebben
allemaal een opvatting over typisch menselijk is deze opvattingen zijn historisch
cultureel en religieus bepaalt het is een “voorbeeld ter navolging”.
Een mens beeld ken twee aspecten: een beschrijving van de kenmerkende
eigenschappen en een verwijzing hoe mensen behoren te zijn zogenaamde doelbeeld.
(Morele visie). Mensbeelden worden beïnvloed door historische, culturele en religieuze
invloeden.
In het begin van de psychologie was er geen samenwerking tussen de verschillende
stromingen maar het is de laatste jaren veranderd dit uit zich in het overnemen van
elkaars begrepen en het integreren van verschillende visies.
Retie stromingen in de psychologie kunnen op verschillende manieren ingedeeld en
onderscheiden worden het is belangrijk te weten wat voor impliciete voor
onderstellingen door psychologische theorieën worden gebruikt.
Om structuur te brengen in de psychologische theorieën maken we een onderscheid
tussen drie niveau's van menselijk gedrag, elk niveau correspondeert met een mens
speelt men maakt onderscheid tussen het niveau van het mechanisme het organisme
en de persoon in de moderne opvattingen wordt de visie uitgedragen dat alle drie de
niveaus in menselijk gedrag aanwezig zijn, waarbij het persoonlijk niveau het hoogste
en meest complexe is. Menselijk gedrag is in te delen in drie niveau's hoe hoog het
niveau hoe complexer het gedrag.
Het mechanistische mensbeeld:
Als we de mens als een mechanisme opvatten dan betekent dit dat hij net als een
machine is samengesteld uit afzonderlijke delen. De mechanistisch visie houdt in dat
delen van mensen zelfstandig bestudeerd kunnen worden het betekent ook dat
mensen bestudeerd kunnen worden los van de sociale of materiële omgeving waarin
ze functioneren.
Het organistische mensbeeld:
Het organistische mensbeeld worden mensen opgevat als groeiende organisme als
een geheel er vindt geen opdeling plaats de onderdelen beïnvloeden elkaar en zij niet
los van elkaar te zien het organisme bestaat een wisselwerking met zijn omgeving
(externe dynamiek). Word beïnvloed door de omgeving en beïnvloed de omgeving.
Het personalistische mensbeeld:
,In de personalistische visie wordt het unieke karakter van mensen binnen de levende
natuur benadrukt. Mensen lijden niet alleen een biologisch maar ook een cultureel
leven zij worden niet alleen beïnvloed door de cultuur maar scheppen zelf cultuur. Dit
is een essentieel verschil met de organistische visie waarin deze bijzondere culturele
positie van mensen niet benadrukt wordt dat de mensen zelf zijn wereld schept
betekent ook zeggen dat hij zin of betekenis verleend aan de wereld.
Methoden in de psychologie:
De eerste benadering die vrouw correspondeert met het mechanistisch en soms zit de
organistische mensbeeld worden de objectiviteit en controleerbaarheid van de
kennisverwerving centraal gesteld kennis moet verkregen worden door objectieve
verbanden aan te tonen en door algemeen geldende wetten te formuleren dit wordt
ook wel de harde kant van de psychologie genoemd. De tweede benadering stelt
retorische vraag of de verklarende benadering de hele mensen omvat. De mens is
principieel meer dan een optelsom van onderdeeltjes dit wordt ook wel de zachte kant
van de psychologie genoemd.
De methode die uitgaat van theoriegelaten waarneming in de hulpverlening wordt
hermeneutisch genoemd, niet zo zeer het waarnemen maar het interpreteren wordt
centraal gesteld. Dit interpreteren geschiedt vanuit eerder opgedane kennis. Met deze
kennis komt iemand tot het begrijpen van het gedrag van mensen. De
hermeneutische methode zoekt niet zo zeer naar wetten, zoals de verklarende
methode maar naar wat gebeurtenissen en situaties betekenen voor de mensen.
Hoe moeten we gebruikmaken van de mensbeelden en methoden?:
Het gaat er om ze allemaal te kunnen gebruiken en toe te passen, daarmee wordt
bedoeld dat een hulpverlener of opvoeder de manier van kijken als een bepaalde
stroming toepast als je met een bepaalde problematiek geconfronteerd wordt
toepassen is het gebruik maken van de verschillende methodieken die deze stroming
hebben opgeleverd. Met de begrippen bril of zoeklicht zijn de functies van
theoretische stromingen te verduidelijken elke stroming levert een bril waarmee men
de werkelijkheid waarneemt en interpreteert, een andere bril levert een andere kijk op
de werkelijkheid.
Menselijke hersenen worden wel voorgesteld als een gebouw dat uit 3 lagen bestaat,
de eerste laag (oudste laag, fundament voor het gebouw)
1e : Reptielenbrein: (de hersenstam) hier worden vooral de automatisme van ons
gedrag geregeld zoals instincten, reflexen en ander vanzelfsprekend gedrag zoals
slapen en ademhalen.
2e : Zoogdierenbrein: (limbische systeem) het regelt de emoties.
3e : Neocortex: (de nieuwe hersenschors, menselijk brein) hier worden typisch
menselijke mogelijkheden geregeld zoals taal denken persoonlijkheid en
levensbeschouwingen.
Voor ons zijn twee implicaties van dit model belangrijk, aller eerst blijkt dat het
functioneren van de drie lagen net zoals bij de mensbeelden oploopt in complexiteit,
de onderste laag functioneert mechanistisch wat met causale wetten goed te
beschrijven is bij het functioneren van de bovenste laag staat juist begrip intelligentie
centraal. Leer processen die in de hersenschors geregeld worden zijn te typeren als
argumenteren overwegen en zin geven. Dit betekent dat het gedrag van mensen door
verschillende hersen lagen bestuurd wordt en dat elke hersenlaag vraagt om een
eigen benadering.
En tweede impliceert dit model dat het functioneren van de bovenste laag afhankelijk
is van de lagen er onder ook dit is te vergelijken met het model van de drie
, mensbeelden mensen kunnen niet functioneren zonder de hersenstam maar
functioneren zonder de neocortex is wel enigszins mogelijk denk hierbij aan dementie.
Om systematiek aan te brengen in de complexe werkelijkheid en om de verschillende
inzichten uit diverse wetenschappen te integreren, gebruikt met in de wetenschap
sinds een aantal decennia de algemene systeemtheorie (AST). Deze theorie biedt een
overkoepelend kader waarbinnen zowel verschillende wetenschappen als de
uiteenlopende inzichten uit al deze wetenschappen hun plaats krijgen. De AST wordt
een metatheorie genoemd, dat wil zeggen een theorie over theorieën.
Uitgangspunten AST:
-Binnen de algemene systeemtheorie wordt de werkelijkheid onderscheiden in een
aantal lagen. Deze lagen zijn hiërarchisch geordend, men spreekt van hiërarchische
niveaus. Deze niveaus gaan van simpel naar complex.
-Elk hiërarchisch niveau wordt opgevat als een systeem met als kenmerk dat het
zichzelf in stand houdt. Dit doet het systeem door het interne en externe evenwicht te
handhaven. Een systeem staat in contact met zijn omgeving en wisselt er materiaal,
energie, of informatie mee uit. Men spreekt daarom van een open systeem. De AST
biedt een model dat het gehele biologische, psychische en maatschappelijke gebeuren
omvat.
-Een hiërarchisch hoger niveau is complexer van aard dan het niveau eronder. Een
hoger niveau omvat kenmerken van het lagere niveau, maar heeft tevens ets
specifieks dat daar niet toe te herleiden is. Ook in de AST geld het uitgangspunt; het
geheel is meer dan de som der delen.
-Geen enkel niveau is te herleiden tot de niveaus eronder en dit geldt ook andersom;
geen enkel niveau is te herleiden tot de niveaus die hoger in de hiërarchie staan.
-Het niveau persoon, beleving en gedrag is het niveau waar de psychologie zich
voornamelijk mee bezighoud.
Dynamisch denken:
Het systeemdenken is te illustreren door de kenmerken van een open systeem te
vergelijken met de kenmerken van een ding. Ding denken is bekend uit het dagelijkse
spraakgebruik maar ik vind ook plaats in de wetenschap het heeft te maken met hoe
wij taal gebruiken. Zonder erbij na te denken praten we over mensen alsof het dingen
zijn in systeemtheorie denkt mij niet statisch maar juist dynamisch of procesmatig.
Een persoon of een kenmerk van een persoon wordt niet gezien als het eindproduct
van iets maar als een kenmerk dat café veranderen en mede afhankelijk is van de
omgeving. Binnen de systeemtheorie wordt juist de relatie tussen iets of iemand en
het andere benadrukt de koffiemolen is pas een koffiemolen als we koffie in gemalen
wordt geest bestaat niet zonder lichaam een persoon of voorwerp kan pas jezelf zijn
via het andere. In het systeem denken staan de relaties tussen een systeem en de
omgeving voor op een systeem kan daarbij een orgaan een persoon of een organisatie
zijn.
Hoe moeten we gebruik maken van de algemene systeemtheorie?:
Een belangrijke reden om de algemene systeemtheorie te gebruiken in de psychologie
is dat zijn visie biedt op de werkelijkheid die in tegenstelling tot afzonderlijke
wetenschappen alles omvattend is het wordt een holistische visie genoemd. Er is een
tweede overweging waarom de AST van belang is voor de psychologie, net zoals er in
de psychiatrie van ouds her een overwaardering was van een biologische ten koste
van de psychosociale zo was er in de psychologie een overwaardering van
psychosociale ten koste van de biologische de AST geeft daar een correctie op.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evelienfonk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.