100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting artikel 'Dealing with uncertainty: challenges and possibilities for the early childhood profession' - M. Urban (2008) - Kind & Jeugd - NVO Pluspakket - SPO/ RUG Groningen €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting artikel 'Dealing with uncertainty: challenges and possibilities for the early childhood profession' - M. Urban (2008) - Kind & Jeugd - NVO Pluspakket - SPO/ RUG Groningen

3 beoordelingen
 16 keer verkocht

Samenvatting van het artikel 'Dealing with uncertainty: challenges and possibilities for the early childhood profession' geschreven door Urban in 2008. Dit artikel is tentamenstof voor het vak Kind & Jeugd, onderdeel van het NVO Pluspakket, verzorgd door SPO/RUG Groningen.

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 13 maart 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: johandrenth2011 • 10 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: noahlast0236 • 11 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: kimberleyarling • 1 jaar geleden

avatar-seller
xjeaninexx
1

Samenvatting artikel ‘Dealing with uncertainty: challenges and possibilities for the early
childhood profession’ (Urban, 2008)

Inleiding: Professionaliteit; een nieuwe paradigma/zienswijze in de vroege kinderjaren
De beroemde inleiding van D.W. Winnicot omvat het hele dilemma van volwassenen die werken in
instellingen voor jonge kinderen. Volgens Winnicot is er een dilemma in het concreet, spontaan en
autonoom moeten handelen in steeds veranderende, onzekere situaties die voor een groot deel worden
bepaald door externe factoren EN om ook nog om te gaan met de druk die voortkomt uit toenemende
sociaal-culturele en sociaal-economische verwachtingen om vooraf bepaalde resultaten te behalen.
De afgelopen 2 eeuwen is de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van jonge kinderen steeds meer
verschoven van ouders (familie) naar publieke instanties (kinderopvang bijv.). Hierdoor is men het
onderwijs en de opvang voor jonge kinderen ook steeds verder gaan ontwikkelen. Zorg en vroege
educatie, wat eerst een normale gelegenheid was, is steeds meer gespecialiseerd.

De OECD heeft een rapport over het beleid voor onderwijs en zorg voor jonge kinderen opgesteld.
Hierin hebben zij de wens om arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten, de demografische
uitdagingen (bijv. dalende vruchtbaarheidscijfers en vergrijzing) en de noodzaak om kinderarmoede en
onderwijsachterstand aan te pakken, omschreven.

De Europese Unie wil het aantal kinderopvangplaatsen vergroten, evenals de volledig gesubsidieerde
kinderopvangplaatsen voor 33% van de kinderen van 0-3 jaar en voor 90% van de kinderen van 3-4
jaar. Dit doel hebben maar 5 landen bereikt (België, Frankrijk, Denemarken, Noorwegen en Zweden).
De grootste zorg bij welvarende landen is dat de economische welvaart afhangt van de verhouding
hoge werkgelegenheid versus bevolkingsverhouding. Het is de vraag of het legitiem is om over
voorzieningen voor kinderen te spreken wanneer de drijvende factoren om in hen te investeren in de
eerste plaats zo duidelijk economisch is.`

Kinderopvanginstellingen zijn niet alleen belangrijk voor de gendergelijkheid op het werk (dat meer
vrouwen kunnen werken), maar ook voor het onderwijsniveau van jonge kinderen. Dit is de basis voor
levenslang leren en sociale inclusie en gelijkheid.

Ontwikkeling kwaliteit:
 De instellingen voor ECEC (Onderwijs en zorg voor jonge kinderen) moeten kwalitatief goed
zijn. Er zijn veel discussies over wat nu kwaliteit inhoudt. De Quality Targets in Services for
Young Children is dan ook in 1996 ingevoerd. Het biedt een multidimensionaal kader voor
kwaliteit met o.a. doelstellingen voor beleid, investeren, participeren en professionaliseren.
 Het National Quality Initiative in Duitsland volgde ook een systematische benadering van
‘kwaliteit’, waarbij voor het eerst na de hereniging kwaliteitsnormen en evaluatieprocedures
werden ontwikkeld voor een sector voor jonge kinderen die voornamelijk wordt gekenmerkt
door de principes van het federalisme en subsidiariteit. De politieke en administratieve
verantwoordelijkheid werd hier losgekoppeld van de nationale overheid en de diensten werden
voornamelijk door vrijwilligers geleverd.
 In 2004 introduceerde Vlaanderen een Quality Decree (kwaliteitsbesluit) waarin kwaliteit
werd gezien als een doorlopende constructie, bepaald door ouders, personeel, kinderen en
management.
 In 2006 werd het nationale kwaliteitskader (Siolta) gelanceerd met als doel ‘ondersteuning van
individuele beroepspraktijk en ontwikkeling’. Het is een instrument voor management,
strategische planning en beleidsontwikkeling.

Samenvattend kan er gesteld worden dat het begrip ‘kwaliteit’ problematisch is. Urban vindt de wijze
waarop ‘kwaliteit’ en ‘professionaliteit’ worden versmolten, interessant. Tegenwoordig wordt
algemeen erkend dat het personeel centraal staat om de ambitieuze beleidsdoelen (verhoging kwaliteit
en kwantiteit) te behalen. Personeel die met jonge kinderen werken moeten dus gekwalificeerd en
opgeleid zijn.

, 2

In veel landen is het personeelsbestand verdeeld tussen leerkrachten voor jonge kinderen en
kinderopvangmedewerkers, wat een weerspiegeling is van een diepe institutionele kloof tussen
onderwijs en opvang voor jonge kinderen. Het werk zelf wordt ook steeds meer gezien als
veranderend en veeleisender, vanwege de toenemende diversiteit onder kinderen en gezinnen en de
complexiteit van het werk in de instellingen die zijn opgericht om hen te dienen.




Aan de linkerkant zie je hier de randvoorwaarden voor het organiseren van kinderopvang. Zijn
indicatoren die met de context te maken hebben (ruimte, materialen en inrichting). Ook die verzorging
is de randvoorwaarde voor kinderopvang. Hier gaat het om wat de meeste mensen nog kunnen (luier
verschonen, aankleden etc.). Het is niet het type verzorging waar je een opleiding voor nodig hebt.
Aan de rechterkant zie je de persoonsgebonden kenmerken: Je moet een bepaalt opleidingsniveau
hebben, het is handig als je wat ervaring hebt, je moet goed kunnen communiceren, je bent flexibel en
je kunt je aanpassen (kinderopvang is geen dag hetzelfde) en je moet kennis hebben van en je kunnen
houden aan procedures. Al deze kenmerken hebben te maken met hoe wij pedagogische kwaliteit
definiëren.

Talking the talk: Dominante verhandelingen en leefregels van waarheden?
Wat de feitelijke praktijk in een bepaald beroep ook is, het is ingebed in een systeem van
kennisproductie en kennistoepassing dat de beroepspraktijk onderscheidt van andere vormen van
productie van goederen of diensten in elke samenleving. De Amerikaan Parsons heeft het begrip
‘beroep’ ontwikkelt en daarmee het ‘sociale systeem’. Parsons werkte zijn algemeen theoretisch
raamwerk van ‘structureel-functionalisme’ uit door de relevantie ervan voor verschillende
subsystemen van de moderne samenleving te onderzoeken. Zijn verklaring van een beroep als een
maatschappelijk subsysteem is tot op heden nog steeds effectief.
 Professionaliteit= Attitude, houding en vaardigheden die horen bij je uitoefening van een
bepaald beroep. Het gaat dus om vakkundigheid en je moet een sterke koppeling hebben
tussen die attitude, houding en vaardigheden.
 Professioneel systeem (Parsons; veel invloed gehad op wat wij van professionaliteit vinden).
Volgens Parson is een professioneel systeem:
- Een Centrale regulering en regelgeving die bepaalde regels heeft opgesteld waaraan
we moeten voldoen. Dus regels wat je kennisniveau moet zijn, wat je moet kunnen,
hoe je moet gedragen etc. Het waarborgt de kwaliteit.
- We willen een Gedragscode: Wat vinden we normaal? Hoe gedraag je je in bepaalde
situaties?
- Entreevoorwaarden: Er zijn entreevoorwaarden, dat je alleen aan het werk kunt als je
een bepaald diploma hebt behaald (soort kennisbank)
 Specialistische kennis= We willen een systeem hebben om kennis te genereren en te
beheersen.
 Professionalisering= Een poging om de ene orde van schaarse middelen (speciale kennis en
vaardigheden) te vertalen in sociale en economische beloningen. Dit leidt vaak tot monopolie
posities.

De manier waarop we over praktijk praten geeft niet alleen een verklaring van wat er aan de hand is.
 Discoursen= Praktijken die systematisch de objecten vormen waarover ze spreken.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xjeaninexx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€2,99  16x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd