1.1 Planeet aarde
De derde planeet vanaf de zon
De aarde is een van de Mercurius, Venus, de Aarde en Mars vormen de binnenplaneten in de
zonnestelsel en Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunes vormen de buitenplaneten. Ondanks de
enorme afstand tussen de zon en de planeten zorgt de zon voor voldoende warmte en licht op de
aarde. Anders zou er geen leven mogelijk zijn hierop aarde. Ons zonnestelstel bestaat uit de planeten
Uranus, Jupiter, Mars, Venus, Mercurius, Aarde, Saturnus, Neptunes en de Aarde.
Tijdschalen
De ouderdom van de aarde wordt geschat op ongeveer 4,6 miljard jaar oud. Dit is zo’n lange periode
dat het niet te bevatten valt, daarom hebben geologen deze in een geologische tijdschaal
aangegeven. Dit is onderverdeeld in tijdperken, perioden en tijdvakken.
Eerder was er een relatieve tijdschaal, in deze was alleen de volgorde van de tijdperken was bekend,
maar de werkelijke ouderdom in jaren kon niet worden vastgesteld. Om deze volgorde vast te stellen
gebruikte men fossielen die kenmerkend waren voor een bepaald tijdvak.
Pas later kon men aan de van radioactieve verval van gesteenten de werkelijke ouderdom schatten
van gesteenten. Jaartallen konden aan de tijdschaal gekoppeld worden. Dit noemen we ook de
absolute ouderdomsbepaling.
Opbouw van de aarde
De aarde is opgebouwd uit een aantal bolschillen: de kern, de mantel en de korst. De kern van de
aarde en bestaat uit nikkel en ijzer. De mantel is het binnenste van de aarde en staat vast, door hoge
druk. En de korst is het buitenste van de aarde en is een beetje vloeibaar door de lage druk.
De mantel ligt om de kern heen en bestaat uit siliciumverbindingen met veel ijzer en magnesium,
hierbij bestaat de binnenmantel uit vaste stof en is de buitenmantel taai-vloeibaar of plastisch.
Boven de buitenmantel ligt de aardkorst dit de buitenste schil. Deze bestaat uit gesteenten die
grotendeels verbindingen zijn van zuurstof met ijzer, calcium, magnesium, natrium en aluminium. De
dikte van school 7 tot 10 km onder de oceaan en de onder de continenten is het 30 tot 40 km.
De grens tussen de korst en de mantel is de Moho-laag.
Twee sferen
De zuurstofrijke gesteenten van de korst en de zuurstofarme gesteenten van het vaste buitenste deel
van de mantel vormen samen de lithosfeer.
De continenten bestaan voornamelijk uit graniet en de oceanische korst bestaat voornamelijk uit
basalt. Basalt is zwaarder dan graniet. De massa van graniet is 2,8 en die van basalt is 3,0. Daarnaast
is de continentale korst lichter dikker dan de oceanische korst.
Onder lithosfeer ligt de asthenosfeer, deze is minder hard dan lithosfeer, doordat er hogere
temperaturen zijn. Ookwel de buitenmantel.
, Deelvragen 1.1:
1. Hoe wordt de ouderdom van de aarde gemeten?
De aarde wordt geschat op 4,6 miljard jaar oud. Om deze lange periode te overzien,
beschrijven geologen dit met een geologische tijdschaal. Die is verdeeld in tijdperken, perioden
en tijdvakken.
Vroeger had men een relatieve tijdschaal. Ze konden weten van welk tijdperk het kwam, maar
hoe oud het was in jaren dat niet.
Nu komt men door onderzoek van radioactief gesteente in de bodem tot een absolute
ouderdomsbepaling, waarbij jaartallen aan de tijdschaal zijn gekoppeld.
Bij relatieve ouderdomsbepaling kijken we naar de ouderdom van de ene plaat ten opzichte
van de andere. De hoger liggende platen is jonger dan de plaat die daar onder ligt.
2. Hoe is de aardbol opgebouwd?
De aarde is opgebouwd uit bolschillen: de kern, de mantel, de korst.
De kern is de binnenste schil en bestaat uit een mengsel van nikkel en ijzer. Het binnenste deel
van de kern is vast, doordat de druk hoog is. De druk op de buitenkern is laag, daardoor is het
min of meer vloeibaar.
De mantel bestaat uit siliciumverbindingen met veel ijzer en magnesium. De binnenmantel
bestaat uit vaste stof en de buitenmantel is taai-vloeibaar.
De korst is de buitenste schil. Hij bestaat uit verbindingen van zuurstof met ijzer, calcium,
magnesium, natrium en aluminium. De dikte van de aardkorst varieert van 7 tot 10 kilometer
onder de oceanen en van 30 tot 40 kilometer onder de continenten.
De grens tussen de korst en de mantel is de Moho-laag.
1.2 Drijvende continenten
Catastrofe of niet?
Catastrofetheorie Wetenschappers gingen ervan uit dat ingrijpende veranderingen vrij plotseling
en op rampzalige manier aan het aardoppervlak tot stand kwamen.
Men ging beseffen dat de aarde veel langer bestaat, dat de geologische processen en krachten niet in
het heden anders zijn dan in het verleden. Catastrofetheorie maakte plaats voor het
actualiteitsbeginsel.
Alfred Wegener
Alfred Wegener kwam in 1912 met nieuwe aanwijzingen. Hij vond grote overeenkomsten tussen de
fossielen flor en fauna in delen van de wereld die tegenwoordig ver uit elkaar liggen.
Hij vond sporen van vroegere ijskappen in Afrika, Zuid-Amerika, India en Australië. In dezelfde
periode kwamen op andere plekken tropische moerassen voor, dus het kon niet dat de aarde onder
een ijskap had gelegen.
Gesteenten en gebergten bij de kusten van Afrika en Zuid-Amerika waren afgebroken en sloten
precies aan elkaar aan.
Pangea