Bijzonder bestuursrecht
Hoorcollege week 1
Plaatsbepaling en een blik vooruit
• Ruimtelijke ordening deel van het omgevingsrecht
• Gaan ons beperken tot een paar wettelijke regelingen waarbij we beginnen
met bestemmingsplan (en het omgevingsrecht dat wij gaan behandelen in het
algemeen) regelt gebruik van grond, om een idee te hebben waar je naar
moet kijken in het kader van je recherche en informatieplicht. Ook omdat je
dan een idee hebt waarover andere collega’s het hebben.
• Belangrijkste omgevingsrechtelijke plan is het bestemmingsplan en is te
vinden in de wet op de ruimtelijke ordening, basis van wat we vervolgens
gaan doen, wat de overheid kan, wat het voor een particulier betekent en of
je er van af kan wijken.
• Al heel lang streven naar integratie
Begrip ‘omgevingsrecht’
Wet ruimtelijke ordening is deel van het omgevingsrecht. Wat is dit nou eigenlijk?
Recht dat betrekking heeft op alle menselijk handeling die van invloed kunnen zijn op de
fysieke ruimte/gevolgen kunnen hebben voor fysieke leefomgeving.
Op terrein van omgevingsrecht en streven naar integratie. Waarom? Onze leefomgeving
kent tal van elementen, bijvoorbeeld natuur, grond en industrie, wonen, werken. Je hebt
verschillende activiteiten, vergunning nodig voor bomen kappen of huis wilt bouwen en je
een bouwvergunning nodig hebt. Sommige andere activiteiten die je wilt ontplooien, heeft
andere toestemming nodig.
Omgevingswetgeving in vogelvlucht
Hinderwet was de eerste omgevingsrechtelijke wet. Zag op overlast, stank, geluid van
bedrijven. Later in 1960 is erbij gekomen een wet ruimtelijke ordening vanuit besef van
overheid dat er tal van belangen zijn die strijden om het gebruik van de schaarse grond.
Grond kan je maar 1 keer gebruiken, een huis erop gebouwd kan je er geen bedrijf bouwen
en is geen natuur meer.
Dus overheid moest daar leiding aan geven/sturen. Daarom wet ruimtelijke ordening, die
gebruik van grond regelde waarbij bestuur afweging maakt tussen verschillende belangen
om vervolgens te bepalen waarvoor en voor welk gebruiksdoeleinde een specifiek stuk
grond mag worden gebruikt.
Naast ruimtelijke ordeningen zijn er ook andere belangen die een rol spelen, bijvoorbeeld
natuurbeschermingswet. Dit leiden, alles bij elkaar, tot een verwarrend kluwen van
wetgeving. En voor 1 project had je heel veel vergunningen nodig obv verschillende wetten.
Omdat vele activiteiten samenhangen en door vertraging bij de ene vergunning, kon je met
hetgeen waar je wel toestemming voor had niet verder. Dit is onwenselijk want dan kon je
als projectontwikkelaar vaak niet door, dit kan ontwikkeling hinderen.
,Gegeven het belang van de maatschappelijke ontwikkelingen/oog op het mogelijk maken
van de noodzakelijke ontwikkeling, is het wenselijk zoveel mogelijk te integreren. Hinderwet
was er 1 van en er kwamen nog meer bijzondere milieurechtelijke wetten en dan moet er
ook een wet algemene bepalingen milieuhygiëne komen, Hinderwet ging hierin op. Wet
algemene bepalingen milieuhygiëne werd later opgevolgd door Wet milieubeheer op basis
waarin (in gedachte) dat er een meer integrale milieuvergunning kon worden verleend.
Integratiestreven (bundeling)
• (Onderdelen) milieuwetten > Wet milieubeheer = integratie
• Verschillende ‘waterwetten’ > Waterwet = integratie
• Vergunningenstelsels wetten mb.t. fysieke leefomgeving: Wabo = Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht
• Stel voor een bepaald project verschillende activiteiten wilt ontplooien en een
milieuvergunning/kapvergunning/afwijkingsvergunning verplicht dan vraag je
al deze verschillende toestemmingen in 1 keer aan door een aanvraag op een
omgevingsvergunning in te dienen en dan behandelen met 1 bevoegd gezag,
1 procedure, 1 rechtsbeschermingsregime. Zo loopt het gestroomlijnder.
Hoop dat bij het bekijken van die verschillende aspecten die bij een project
komen kijken, bij scheiden van voorwaarden/voorschriften aan vergunning
verbonden er zo een afgebogen mogelijk resultaat komt.
Verdergaande integratie (bundeling)
• Zoveel mogelijk alle hiervoor genoemde wetten plus nog veel andere voor benutting
omgeving belangrijke regelgeving > Omgevingswet
Wabo sinds 2010. De toenmalige minister van infrastructuur en milieu wilde nog verder
gaan. Want Wabo haalde ook alleen de individuele toestemmingsvereisten uit een aantal
wetten. Er was ook een waterwet maar hoe zat het met de natuurbescherming en grond
beleid bijvoorbeeld? Dus voorstel omgevingswet in procedure brengen, voorstel aanhangig
gemaakt bij kamer en deze als zodanig leidt er toe dat een aantal bijzondere wetten zal
verdwijnen.
Omgevingswet nog steeds niet in werking. Probleem hier is dat er invoeringsregelingen
moeten worden opgesteld en de gedachte is dat het gebruikersvriendelijk moet zijn. Dan
een goed computersysteem nodig die het aankan. En dit is nog niet klaar, is een probleem.
Inwerktreding op 1 januari 2021, staat ook in de studiegids, dus kijken naar oude recht en
Omgevingswet. Maar inwerkingtreding weer uitgesteld. DUS minder nadruk op dan in eerste
instantie! Maar met oog op de toekomst belangrijk is om te zien hoe de wet is
opgebouwd/structuur! Inleidende bepalingen, definitie bepalingen, vervolgens veelal
instrument(en) die de wetten bestuur aanreikt, daarna wie over instrument beslist (bevoegd
gezag), vervolgens over inhoud van het instrument, procedurele bepalingen en
rechtsbeschermingsbepalingen.
Wro en ‘daaronder’ Bro (amvb)
• Vastgesteld door Staten generaal, een formele wet. Kenmerkend is fenomeen van de
gelede normstelling (dit fenomeen vergeten!!). Wel realiseren dat onder een formele
, wet nog lagere regelingen hangen. Bij Wro het besluit ruimtelijke ordening, dit is een
amvb. Geen formele wet, maar een lagere wet, vastgesteld door de kroon! Regering
en minister. Dit is gedetailleerder en vult de Wro verder in. De Bro is makkelijker aan
te passen dan een formele wet. Onder de Bro hangen vaak nog ministeriële
regelingen. Regeling ruimtelijke ordening en bij Wabo zie je wat soortgelijks, het
besluit omgevingsrecht, amvb en daaronder weer ministeriële regelingen die heel erg
in detail gaan.
• Drie bestuursniveaus: gemeente, provincie, Rijk (laag naar hoog, niet politiek correct)
• Zie je terug in de wet in het zogenaamde structuurplan. Maar eerst iets
zeggen over een ander onderscheid/tweedeling in de Wro (en andere
omgevingsrechtelijke wetten):
• Twee kolommen
- beleidskolom (structuurvisies, art. 2.1 e.v. Wro)
- Onderscheid maken tussen beleid waarin de plannen worden weergeven
die de overheid ergens mee heeft, in meer of minder algemene termen,
maar toch vaak algemeen want plannen voor de toekomst de lange en
minder lange termijnen, en hierin wordt geschetst hoe men voornemens
is met bijvoorbeeld een bepaald stuk grond om te gaan. Beleid is niet
bindend, overheid kan er niet zomaar van afwijken, moet je goed
beargumenteren. Door motiveringsvereisten is beleid tot op zekere
hoogte wel bindend voor overheid die het plan heeft vastgesteld. Maar is
niet bindend in absolute zin en beleid niet bindend voor burgers.
Beleidskolom terug te zien in Wro en andere omgevingswetten.
- juridische kolom (bestemmingsplan e.d., art. 3.1 e.v., 3.26 e.v., 3.38 e.v., 4.1 e.v.
Wro)
- Juridische kolom. Bepalingen die zien op besluiten die burgers wel binden.
Te illustreren aan Wro 3.1 e.v. structuurplan en bestemmingsplan van de
gemeente regelt, je ziet ook de drie niveaus terug. Art 2.1 Wro moet de
gemeenteraad een structuurplan/visie vaststellen. 2.2 spreekt over structuurplan
vast te stellen door prov overheid. 2.3 structuurplan vast te stellen door
rijksoverheid. Beleidsaspect (de structuurvisies) en niet juridisch bindend, alleen voor
bestuur die het vaststelt via band van motiveringsplicht en je ziet de drie niveaus. In
hoofdstuk 3 wordt het bestemmingsplan geregeld en in plaats 1 zie je duidelijk de
juridische kolom, want bestemmingsplan waarvoor basis is 3.1 e.v. deze zegt dat
gemeenteraad verplicht is voor het gehele grondgebied van de gemeente een of
meer bestemmingen vast te stellen, waarin gebruik van grond wordt geregeld. Hierin
staat in een kaart dat er op een bepaald stuk grond een bepaalde bestemming rust
en in de bestemmingsplanregels kun je zien wat de bestemming inhoud/wat er mag
op dat stuk grond en vervolgens zie je een aantal voorschriften die het nader
inkleuren. Dit is bindend voor de burger (en overheid), wat het bestemmingsplan
toelaat dat mag maar iets anders niet. Bij agrarische bestemming mag je geen
woonwijk neerzetten, dan moet het bestemmingsplan worden gewijzigd of
afwijkingsvergunning aanvragen.
• Bestemmingsplan is een bevoegdheid voor de gemeente, vanuit de gedachte dat je
op dit niveau, kleinere schaal niveau, beste kunt bepalen welke belangen er spelen
en ingezetene kunt horen, en het beste kunt beslissen waarvoor je een stuk grond
, mag gebruiken en welke regels aan een bepaalde bestemming moeten worden
gekoppeld. Waarom de gemeenteraad? Dit is het orgaan die de burgers
vertegenwoordigt, omdat het bestemmingsplan amvb bevat, is het van belang dat de
regels worden vastgesteld door het volk vertegenwoordigende orgaan.
Gemeenteraad kan van alles regelen in het bestemmingsplan en er zijn tal van
activiteiten die van puur lokaal belang zijn maar wetgever ook gerealiseerd dat
gemeente tal van dingen zouden kunnen willen en willen doen en zou haaks kunnen
staan op wat hoger overheid er mee wil. En hogere overheid kan dingen willen en
vaststelt dat dingen moeten waar de lokale overheid niks voor voelt. Met het oog
daarop is er ook een bestemmingsplanbevoegdheid op prov niveau en op rijksniveau.
Daar wordt het inpassingsplan genoemd en geen bestemmingsplan. Middels dit
instrument (en andere binnen Wro) heeft de hogere overheid ook mogelijkheid om
grondgebruik bindend te regelen. Ze hebben ook een zekere doorzettingsmacht, als
zij wat hebben geregeld dat iets moet dan kunnen zij dat met bepaalde instrumenten
doordrukken op gemeentelijk niveau en regels te stellen waaraan de gemeenteraad
zich moet houden bij de vaststelling van de inhoud van een bestemmingsplan. Enkel
kijken naar een gemeentelijk bestemmingsplan om vast te stellen waarvoor een
bepaald stuk grond mag worden gebruikt, niet genoeg is!! Ook realiseren dat er
algemene regels kunnen zijn die vastgesteld zijn op prov en rijks niveau, die afwijken
van bestemmingsplan maar wel bindend zijn maar nog niet verwerkt in
bestemmingsplan. Wel een deel van voorzien want op www.ruimtelijkeplannen.nl
kan je plan zien wat voor een stuk grond waar jij woont geldt. Kan je ook zien welke
regelingen voor dat stuk grond nog meer gelden. En er te vinden is wat er bij een
bepaald stuk grond mogelijk is of juist niet als het gaat om activiteiten die van invloed
zijn op de fysieke leefomgeving.
Bestemmingsplan
• Inhoud: art. 3.1 e.v. Wro en hoofdstuk 3 Bro
• 3.1 de kern bepaling voor de inhoud van een bestemmingsplan! Hierin staat
dat de gemeenteraad verplicht is voor het gehele grondgebied van de
gemeente een of meer bestemmingen vast te stellen, waarin gebruik van
grond wordt geregeld en voor zover nodig regels hiervoor worden vast
gesteld.
• Onder grond wordt water mede begrepen.
• Procedure en rechtsbescherming (Wro en Awb):
• procedure: art. 3.8 Wro i.c.m. afdeling 3.4 Awb en hoofdstuk 3 Bro
• rechtsbescherming: hoofdstuk 8 c.a. Awb en art. 8.2 e.v. Wro
Inhoud bestemmingsplan
• Artikel 3.1 e.v. Wro (en hoofdstuk 3 Bro)
• Aanwijzing bestemming: art. 3.1 lid 1 Wro
• Doeleindenomschrijving: art. 3.1.3 Bro
• Regels ‘met het oog op die bestemming’ (noodzakelijkheidseis): art. 3.1 Wro (zie ook
3.1.2 e.v. Bro en 3.2.1 e.v. Bro)
• Flexibiliteitsinstrumenten (art. 3.6 Wro en 3.1.4 Bro)
Inhoud bestemmingsplan (2)