Overdrachts- en omzetbelasting
Hoorcollege 1a – ovb – vogelvlucht, juridische en economische verkrijging
Inleiding
- Overdrachts- en Omzetbelasting
- Onderdeel van overdrachtsbelasting:
o Wat/waar/waarom
- Belang voor notariaat
o Onroerend goed/ondernemingsrecht/familierecht
- Benodigdheden
- Hoe wordt dit onderdeel gegeven/hoe dit onderdeel te bestuderen
- Systematiek
Schematisch: de wet in vogelvlucht (I)
- Wet
o Hoofdstuk II: overdrachtsbelasting (19 artikelen)
o Hoofdstuk VI: algemene bepalingen
o Hoofdstuk VIA: bijzondere bepalingen
- Uitvoeringsbesluit
o Hoofdstuk I: overdrachtsbelasting
- Bijlage
Schematisch: de wet in vogelvlucht (II)
- Belastbaar feit
- 2 (verkrijging, Ned oz, beperkte rechten, juridisch/economisch)
o Verkrijging civiel rechtelijk: als de koop is gesloten, levering bij notaris en
inschrijving bij openbare registers heeft plaatsgehad.
o Deze wet fixeert voor het begrip ‘verkrijging’ met name naar het moment
voor de levering bij de notaris. Vóór de inschrijving openbare registers,
waarom? Omdat de notaris vaststelt wat de hoogte is van de te betalen
belasting en die ook namens de fiscus de belasting moet innen (art 8).
o Elke verkrijgen van oz? Nee in NL gelegen oz!!
o Alleen oz? Nee, ook om rechten waarin die zaken zijn onderworpen. Denk aan
vormen van beperkte rechten.
o Juridische verkrijging: je verkrijgt een huis, stenen, grond. Ook nog gaan zien
dat er andere vormen van verkrijging zijn die belast zijn, zoals economische
verkrijgingen. Wat de voorwaarden zijn om bij economisch belang belasting
verschuldigd te zijn zonder dat je juridisch het goed op naam krijgt.
o Veel ontgaanswetgeving.
- Beperkingen
o 3
Boedelmening
Erfrecht: stel oz erf je. Dan verkrijg je als erfgenaam, stel een in NL
gelegen oz dit is een verkrijging in de zin van art 2. Dan ovb
, verschuldigd, maar in dit geval geen ovb verschuldigd. Waarom is dit
zo? Wetgever gezegd dat erfrechtelijke verkrijgingen in andere wet
worden geregeld: de SW. Niet nodig om via WBR de verkrijging ook
nog eens te belasten
o 5
Dit is een uitzondering op het slot van art 2. Ovb heffen bij rechten die
erop betrekking hebben, maar zijn er een paar van uitgezonderd. Zoals
recht van grondrente en pand en hypotheek. Wat zijn de laatste twee
voor rechten? Beperkte rechten? Ja, bepaalde categorie: beperkte
zekerheidsrechten. Daarvan zegt wetgever, bij art 2, ik bedoel niet
beperkte zekerheidsrechten maar wel beperkte gebruiks- en
genotsrechten, bijvoorbeeld erfpacht en opstal.
o 15
Enorme reeks aan vrijstellingen. Onder bepaalde omstandigheden
sommige verkrijgingen vrijgesteld.
verschil tussen deze 3? Eerste zijn uitgezonderde verkrijgingen, twee uitgezonderde
rechten en laatste vrijstellingen. Is er een verschil? Uitgezonderde verkrijging is wel een
civielrechtelijke verkrijging maar wordt niet gekwalificeerd als verkrijging als zin van de wet,
als het geheel fiscaal voor deze wet niet, hoef je niet meer naar te kijken. Laatste zijn
vrijstellingen, karakter is dat het in beginsel wel een belaste verkrijging is, maar onder
omstandigheden zijn ze vrijgesteld. Hier moet je een beroep op doen en kwalificeren aan de
vrijstelling.
- Uitbreiding
o 4
Gaat om als je als particulier een huis verkrijgt, krijg je het op naam en
ben jij eigenaar. Een rechtspersoon kan ook eigenaar worden van een
oz. Beide vallen onder art 2. Kan ook zijn dat iemand een BV heeft en
als aandeelhouder aandelen houdt in BV en BV verkrijgt oz dan BV
belast ogv art 2, maar hoe zit het met de aandeelhouder? Met de
aandelen verkrijgt u ook een bepaald belang, niet rechtstreeks of op
naam maar indirect. Via aandelen een belang. Wordt gezien als een
fictief belang bij oz en onder omstandigheden kan dat ook worden
belast.
o 6
Situaties waarin je civielrechtelijke geen verkrijging ziet en valt dus
niet onder art 2, maar fiscale wetgever zegt deze verkrijgingen
beschouw ik als verkrijging in de zin van art 2.
Schematisch: de wet in vogelvlucht (III)
- Maatstaf van heffing
o 9 jo. 52: WEV
Art 9 lid 1: je verkrijgt oz waard 300.000, dan is dit ook maatstaf van
heffing.
, Art 52: onder waarde verstaan de waarde WEV. Waarom van belang?
Soms koopsom lager dan WEV en dan verschil tussen ene kant WEV en
tegenprestatie.
- Tarief
o 14 (in procenten: 2, 8)
Twee smaken, of 2% voor woningen (en ook als woning gebruikt), of
8% voor overige oz.
- Wijze van heffing
o 16
Belasting geheven van de verkrijger. Verkrijger op wie de belasting als
zodanig drukt, dus ook een directe belasting.
o Let op 8 lid 1:
De verkrijging [vindt] plaats op het tijdstip waarop de akte wordt
opgemaakt.
Gek want 2 sluit aan bij civielrechtelijke verkrijging en vindt plaats als
de eigendomsoverdracht een feit is, dus ook na inschrijving. Maar 8 lid
1 zegt dat verkrijging plaatsvindt op tijdstip dat akte wordt
opgemaakt. Waarom is dit het geval? Notaris altijd betrokken, want
verplicht notariële regeling, dan moet in de akte duidelijk zijn hoeveel
ovb er betaald moet worden, de akte dient ook als aangifte. Notaris
zorgen dat het wordt geïnd en draagt af aan de fiscus. Dit om
praktische redenen. Berekenen hoeveel ovb fixeer ik naar moment dat
de akte wordt opgemaakt, want dan ben je bij notaris en kan die
kijken wat is de waarde en wat verschuldigd.
- Cumulatie
o 13
Cumulatie van belasting. Gaat over situatie dat een en dezelfde oz
binnen 6 maanden wordt geleverd aan een andere persoon. A-B en B-
C. Die 6 maanden zijn aanleiding voor wetgever om maatstaf van
heffing, bedrag waarover belasting wordt geheven, ga ik matigen. A-B
oz waard 100, B betaalt bij verkrijging over 100. B binnen 6 maanden
verkopen en leveren aan C tegen waarde van 120, dan C verschuldigd
over 120. Wetgever zegt dan nee teveel ophoping belasting C niet
over 120 maar over bedrag waarbinnen 6 maanden nog geen belasting
is betaald, dus over 20. Heeft voordeel voor C. Voordeel vaak weg
gecontracteerd, zien we later.
o 9 lid 4
Gaat het over situatie dat je eerst economische verkrijging hebt gehad
en de macht/bezit hebt maar nog niet op naam hebt. Economische
verkrijging belast en daarna de juridische verkrijging is ook belast. Dan
is ook matiging op zijn plaats.
Artikel 2 (I)
- 2 lid 1
, - Onder de naam ‘overdrachtsbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van de
verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken of van rechten waaraan deze
zijn onderworpen.
- Wat zijn de “rechten waaraan deze zijn onderworpen”?
- Let op uitzondering in art 5:
o “als rechten waaraan zaken zijn onderworpen worden niet aangemerkt de
rechten van grondrente, pand en hypotheek.”
- Dus rechten bedoeld in art 2: beperkte gebruiks- en genotsrechten
o Opstal, erfpacht
- Geldt art 2 voor alle titels?
- Nee, zie art 3 (uitgezonderde verkrijgingen).
Artikel 2 (II)
- 2 lid 2: “Voor de toepassing van deze wet wordt onder verkrijging mede begrepen de
verkrijging van de economische eigendom. Onder economische eigendom wordt
verstaan een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot de in het
eerste lid bedoelde onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen,
dat een belang bij die zaken of rechten vertegenwoordigt. Het belang omvat ten
minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de
eigenaar of beperkt gerechtigde (zelf: risico waardeverandering kom al toe aan de
koper op moment dat hij zich vastlegt over het betalen van bepaalde prijs in de
toekomst. Enig risico van waardeverandering overgaat, is al voldoende). Onder de
verkrijging van de economische eigendom van onroerende zaken of van rechten
waaraan deze zijn onderworpen wordt mede verstaan de verkrijging van een
samenstel van rechten en verplichtingen dat een belang als hiervoor bedoeld
vertegenwoordigt bij een bestanddeel van een onroerende zaak dat zelfstandig aan
een recht kan worden onderworpen, dan wel bij een recht waaraan een onroerende
zaak kan worden onderworpen. De verkrijging van uitsluitend het recht op levering
wordt niet aangemerkt als verkrijging van economische eigendom.”
Vroeger bestond verkrijging van eco eigendom niet als belaste verkrijging in de wet. Waarom
toegevoegd? Toen alleen juridische verkrijgingen werden belast, de economische verkrijging
werd gebruikt om belastingheffing te omzeilen. Huis verkocht en koopprijs betaald, koper
nam bezit van woning en oefende in feitelijke zin alle rechten uit die een eigenaar kan
uitoefenen maar was niet formeel juridisch eigenaar, geen levering en inschrijving openbare
registers. Vaak wil een koper toch jurid eigendom maar gebeurde wel te veel dus ook eco
eigendom te belasten. Hoe omschrijven? Wat is eco eigendom? Door de jaren heen veel
definities en vaak aangepast.
Huidig definitie bevat enkele elementen of er sprake is van economische verkrijging:
- Wetgever zegt op moment dat iemand een samenstel van rechten en verplichtingen
verkrijgt die een belang vertegenwoordigen en dit belang tenminste enig risico van
waardeverandering omvat en komt toe aan een ander dan de eigenaar of beperkt
gerechtigde, bijvoorbeeld de koper, dan is er op dat moment dan een economische
verkrijging, wat betekent dat dan voor de praktijk? Koopovk tussen A en B tegen prijs