Casus 1.1 – Appartementen in Sint-Petersburg
De in Shanghai (China) gevestigde investeringsmaatschappij Yellow Dragon Ltd. en het in
Amsterdam gevestigde bouwbedrijf Topstar BV hebben in het voorjaar van 2017 een
overeenkomst gesloten waarbij Topstar de verplichting op zich heeft genomen om voor
rekening van Yellow Dragon een appartementencomplex in de Russische stad Sint-
Petersburg te renoveren. Stellende dat Topstar het complex drie maanden te laat heeft
opgeleverd, weigert Yellow Dragon de laatste termijnen van de aanneemsom te betalen.
Daarop spreekt Topstar Yellow Dragon voor de rechtbank Amsterdam aan tot betaling van
de resterende termijnen.
a. Gesteld dat de rechtbank Amsterdam zich bevoegd verklaart, welk recht zal zij dan
toepassen op de vordering van Topstar jegens Yellow Dragon tot betaling van de
resterende termijnen?
Stap 1: Met welke IPR-vraag hebben we te maken? Er zijn er 4;
1. Internationale bevoegdheid
2. Toepasselijk recht
3. Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen
4. Internationale rechtshulp
Wij richten ons alleen op de eerste drie vragen in dit vak.
Het gaat hier om de vraag naar toepasselijk recht. Welke regelingen komen in aanmerking?
Het gaat om een overeenkomst dus Rome I komt in aanmerking.
Stap 2: Rome I van toepassing?
- Materieel: art. 1
o contractuele verbintenis,
o burgerlijke of handelszaak,
o internationaal element, en
o geen uitzondering van lid 2 (NB art. 10:154 BW: met name toepasselijk recht
op een forumkeuze beding)
zoals familierecht, pre contractuele aansprakelijkheid, forumkeuze en
arbitrage
is er geen internationale of nationale specifieke conflictenregeling
voor een uitzondering, dan vangnet in art 10:154: Rome I analoog
toepassen.
- Formeel: art. 2 (universeel, dus geen beperkingen op dit gebied, verordening van
toepassing ongeacht of het recht dat wordt aangewezen het recht van een EU
lidstaat is of partijen gevestigd zijn in EU lidstaat of niet)
o Dus ondanks aanknopingspunten met China en Rusland is de verordening
toch formeel van toepassing. NL past hem toe ogv dit artikel.
- Temporeel: art. 28 (overeenkomst gesloten of of na 17 december 2009)
De regeling is dus van toepassing.
Stap 3: toepassing Rome I
- Rechtskeuze art. 3: partijautonomie. Wordt vaak gebruik van gemaakt, daarom de
hoeksteen van Rome I genoemd. In deze casus is dat echter niet gebeurd.
, - Bijzondere conflictregels art. 5 t/m 8 (voor bepaalde type overeenkomsten), maar
hier niet van toepassing.
- Dus we vallen terug op de hoofdregel: art. 4
o is de overeenkomst in kwestie genoemd in art. 4 lid 1? In casu is dat het geval,
want wordt genoemd in art. 4 lid 1 sub b: een dienstovereenkomst er
wordt gezegd dat de overeenkomst wordt beheerst door het recht van het
land waar de dienstverlener zijn gewone verblijfplaats heeft. Gewoon
verblijfplaats wordt gedefinieerd in art. 19: gewone verblijfplaats van een
vennootschap is de plaats van hun hoofdbestuur. Dus waar Topstar zijn
gewone verblijfplaats heeft, want die is de dienstverlener. Het hoofdbestuur
van Topstar zit in Amsterdam, Nederland.
NL recht in beginsel van toepassing.
Wel moet je altijd nagaan of er een kennelijk nauwere band is met een ander land. Dat is de
uitzondering uit art. 4 lid 3. In casu is hier geen sprake van. Let op: hier is verplichte
jurisprudentie over: ICF/Balkenende
In conclusie is NL recht van toepassing. Vordering van Topstar wordt beheerst door NL
recht.
b. Hoe zou uw antwoord op vraag a luiden indien partijen ten processe een rechtskeuze
doen voor Russisch recht?
Stap 1: Met welke IPR-vraag hebben we te maken? Er zijn er 4;
1. Internationale bevoegdheid
2. Toepasselijk recht
3. Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen
4. Internationale rechtshulp
Wij richten ons alleen op de eerste drie vragen in dit vak.
Het gaat hier om de vraag naar toepasselijk recht. Welke regelingen komen in aanmerking?
Het gaat om een overeenkomst dus Rome I komt in aanmerking.
Stap 2: Rome I van toepassing?
- Materieel: art. 1 (contractuele verbintenis, burgerlijke of handelszaak, internationaal
element, geen uitzondering van lid 2 (NB art. 10:154 BW: met name toepasselijk
recht op een forumkeuze beding)
- Formeel: art. 2 (universeel, dus geen beperkingen op dit gebied)
- Temporeel: art. 28 (overeenkomst gesloten of of na 17 december 2009)
De regeling is dus van toepassing.
Op het tentamen zou je ook mogen zeggen zie voor stap 1 en 2 de eerdere vraag, aangezien
de feiten niet veranderd zijn.
Stap 3: toepassing van Rome I
Rechtskeuze ex art. 3?
, - Keuze voor Russisch recht en kan dit ten processe?
- Voorwaarden:
o uitdrukkelijk of duidelijk blijkend uit de omstandigheden van het geval (bijv.
partijen in processtukken verwijzen beide naar artikelen uit Russisch recht),
in casu was ten processe een rechtskeuze gemaakt dit lijkt dan
uitdrukkelijk.
o kan te allen tijde (dus ook ten processe),
o geen band vereist tussen overeenkomst en gekozen rechtsstelsel.
- NB. Art. 3 (3): beperking zuiver nationale gevallen
o Je kan wel deze rechtskeuze maken, maar kan niet ten koste gaan van de
dwingendrechtelijke bepalingen van het land waar alle aanknopingspunten
zich bevinden.
o Gekozen recht komt alleen in plaats van aanvullende recht van land waar alle
aanknopingspunten zich bevinden.
o In casu meerdere aanknopingspunten!!
- NB. Art. 3 (4): beperking intra-unitaire gevallen
o dus in EU lidstaten alle aanknopingspunten maar keuze voor niet-EU lidstaat
recht
o je kan wel deze rechtskeuze maken, maar gaat niet ten koste van de
dwingendrechtelijke bepalingen van EU recht.
o In casu niet het geval, niet alle aanknopingspunten in EU
Hier is de rechtskeuze uitdrukkelijk gemaakt en het kan dus ten processe (want te allen
tijde). Er hoeft geen band te bestaan tussen overeenkomst en gekozen rechtsstelsel, in casu
is die band er wel (maar was dus niet nodig geweest en hadden ook Grieks recht, etc.
kunnen kiezen).
In conclusie: vordering van Topstar wordt beheerst door Russisch recht o.g.v. art. 3.
Casus 1.2 – Designkleding
Desino SA heeft haar statutaire zetel in Luxemburg, maar haar hoofdbestuur is gezeteld in de
Engelse stad Manchester. Het bedrijf biedt designerkleding aan via zijn website,
www.desino.com. De website kan worden weergeven in de talen Engels, Frans, Nederlands
en Duits, de prijzen zijn vermeld in euro’s en Engelse ponden en het bedrijf levert in alle
Europese landen. De in Rotterdam woonachtige Justin de Groot is een groot liefhebber van
designerkleding. In zijn zoektocht naar een donkergrijs pak komt hij in oktober 2020 via
Google terecht bij de website van Desino, waarop hij een cashmieren pak van Armani ziet
staan voor een prijs van 5.950 euro. Justin is meteen helemaal weg van het pak en hoewel
hij niet helemaal zeker is van de maat, plaatst hij online een bestelling. Hij betaalt direct met
zijn creditcard. Na vijf weken wordt het pak bij Justin thuis afgeleverd. Wanneer Justin zijn
nieuwe aanwinst aanpast, blijkt deze veel te strak. Justin stuurt het pak direct retour, maar
krijgt van Desino te horen dat het aankoopbedrag niet zal worden teruggestort. Deze gang
van zaken is in overeenstemming met de algemene voorwaarden van Desino, die Justin heeft
geaccepteerd bij het plaatsen van de bestelling. Justin besluit op 1 februari 2021 bij de
Rotterdamse rechter een procedure aanhangig te maken tegen Desino en vordert
terugbetaling van het aankoopbedrag en beroept zich daarbij op de naar Nederlands recht
geldende bedenktijd van 14 dagen.
, a. Gesteld dat de Rotterdamse rechter bevoegdheid aanneemt, welk recht zal hij dan
toepasselijk achten op de overeenkomst tussen Desino en Justin?
Stap 1: Met welke IPR-vraag hebben we te maken? Er zijn er 4:
1. Internationale bevoegdheid
2. Toepasselijk recht
3. Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen
4. Internationale rechtshulp
Het gaat hier om de vraag naar het toepasselijk recht.
Stap 2: welke regelingen komen in aanmerking?
Het gaat hier om een internationale koopovereenkomst Rome I-Verordening of het
Weens Koopverdrag (eenvormig privaatrecht; EPR, dus bevat zelf materieel rechtelijke
bepalingen). Als algemene regel geldt dat EPR voorgaat op IPR, daarom moet je eerst kijken
of het Weens Koopverdrag van toepassing is. Mocht dit niet zo zijn, ga je pas naar Rome I
kijken.
WKV van toepassing?
- Materieel art. 1: internationale koop roerende zaken,
- maar consumentenkoop ex art. 2 sub a WKV
dus niet van toepassing.
Rome I van toepassing?
- Materieel: art. 1: aan voldaan, want
o contractuele verbintenis,
o burgerlijke of handelszaak,
o internationaal element en
o geen uitzondering ex art. 2 van toepassing.
- Formeel: art. 2: universeel, dus ook aan het formele vereiste is voldaan.
- Temporeel: art. 28: overeenkomst op of na 17 december 2009, ook aan voldaan want
oktober 2020.
Rome I is dus toepasselijk.
Stap 3: toepassing
- Uitgangspunt is forumkeuze art. 3 jo art 6 lid 2 Rome I, maar hebben partijen geen
gebruik van gemaakt. Dus dan gaan we weer kijken naar de bijzonder bepalingen uit
art. 4 t/m 8 ???.
- In casu is sprake van een consumentenovereenkomst, dus art. 6 lid 1 Rome I
(gebaseerd op beschermingsbeginsel): vereisten toetsen:
o Natuurlijk persoon ja, Justin
o Professionele wederpartij ja, Desino
o Voor niet beroeps- of bedrijfsmatig gebruik ja, privégebruik
o Totstandkomingsvoorwaarden niet uniek voor toepasselijke recht, want
zijn ook bij bevoegdheid van Brussel 1-Bis