100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Werkgroepuitwerkingen 1 t/m 5 Verbreding Goederenrecht A €4,39
In winkelwagen

College aantekeningen

Werkgroepuitwerkingen 1 t/m 5 Verbreding Goederenrecht A

 43 keer bekeken  1 keer verkocht

Duidelijk omschreven antwoorden. In de les meegetypt en aangevuld met opmerkingen van de docent.

Voorbeeld 4 van de 37  pagina's

  • 14 maart 2022
  • 37
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • X
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)
avatar-seller
MdGstudentrecht
Werkgroepen Verbreding Goederenrecht A
2020-2021
Werkgroep 1
Vraag 1

Verbreding Goederenrecht A 2020/2021 – Werkgroep 1: eigendom, burenrecht en
mandeligheid Vraag 1

Olivier en Charlotte zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van een eengezinswoning op het
perceel kadastraal bekend gemeente Bergen aan Zee sectie F nummer 4101 (perceel 4101), zie
groene gedeelte in bovenstaande tekening. Het betreft een hoekhuis. De achtertuin van Olivier en
Charlotte grenst onder meer aan de tuin van Arthur en Roos, die eigenaar zijn van een
eengezinswoning op het perceel kadastraal bekend gemeente Bergen aan Zee sectie F nummer 4108
(perceel 4108). Boris en Babette zijn de eigenaren van het perceel kadastraal bekend gemeente
Bergen aan Zee sectie F nummer 4103 (perceel 4103). Naast perceel 4101 bevindt zich een
brandgang waardoor de eigenaren van de percelen 4108, 4111 en 4109 vanaf de openbare weg naar
hun achtertuin kunnen komen. Ten aanzien van deze brandgang zijn er ten laste en ten behoeve van
alle vier de percelen (4101, 4108, 4111 en 4109) erfdienstbaarheden (over en weer) gevestigd om
gebruik te kunnen maken van deze brandgang.

Olivier en Charlotte zijn eigenaar van de helft van de brandgang. De brandgang is 3 meter breed, zij
zijn eigenaar over de gehele lengte van de brandgang voor 1,5 meter vanaf de zijkant van hun huis.
De eigenaren van de andere twee percelen (4111 en 4109) zijn elk eigenaar van een kwart van de
brandgang. Visueel ziet de verdeling van de eigendom van de brandgang er als volgt uit:

,A.1 Olivier en Charlotte willen in de zijgevel van hun huis, op de benedenverdieping, een daglicht
doorlatend raam laten aanbrengen dat uitzicht geeft op de brandgang ter hoogte van de percelen
4111 en 4109. Op die manier hebben zij meer licht in hun huis. Mogen zij dit zomaar doen?

Nee, want artikel 5:50 lid 1 BW zegt dat je niet binnen twee meter van de erfgrens van een ander een
venster mag bouwen zonder toestemming van de eigenaar van het naburige perceel. Lid 3 zegt dat er
rechtdoor vanuit het raam gemeten moet worden. Aangezien de het venster in de lengte richting
bebouwd wordt en het eigendom is gescheiden in de breedte richting zal het venster ongeveer 1,5
meter van de erfgrens afzit. Aangezien de brandgang drie meter breed is en er 1,5 meter van Olivier
en Charlotte is zal het venster dus ongeveer 1,5 meter van de erfgrens worden gebouwd en hebben
zij toestemming van de naburige percelen nodig. Verwijdering kan misbruik van omstandigheden ex
3:13 BW zijn aangezien de hoge drempel en het uitzicht geeft op een muur.
Voor het slagen voor een beroep op misbruik van bevoegdheid geldt wel een hoge drempel, want in
3:13 lid 2 laatste stukje, moet je dus kijken of het optreden van de eigenaar, eigenlijk rekening
houdend met de omstandigheden van het geval dat een behoorlijk mens hier niet naartoe over was
gegaan.
- Alternatief voor dit raam: ondoorzichtig raam of deur die niet open kan. Moet vaststaand zijn
art. 3:51.

Vensters of andere muuropeningen: raam of een deur of een schuifdeur. Soortgelijke werken als een
balkon: dakterras (is veel stuk groter dan balkon, en beweeg je je een beetje rond arrest = kluiterberg
klein:
 een plat dak op een uitbouw kan worden aangemerkt als een soortgelijk werk via 50 lid 1,
moet wel bestemd zijn hiervoor: toegangsmogelijkheden, de bekleding etc. maar het gaat er
niet om of het een klein oppervlak heeft. Volgens dit arrest kan een dakterras dus worden
vergeleken met een balkon en is het een soortgelijk werk.

Voorbeeldvraag in de werkgroep:
Stel de brandgang is 2 meter breed, luidt het antwoord op de vraag dan anders?
Dan moet je er weer vanuit gaan dat er schuttingen staan. Maar kunnen de eigenaren van het erf van
4109 en 4111 zich verzetten tegen het raam? Of kom je in een ander artikel terecht?

,Staat in artikel 50 lid 2: als de schutting ondoorzichtig is, je kan dus eigenlijk niet in de tuinen kijken,
waardoor ze zich niet kunnen verzetten tegen de aanwezigheid zijn van het raam. De schutting moet
wel ondoorzichtig zijn, en de schutting moet worden aangemerkt als muur art. 5:53.


A.2 Moet deze toestemming schriftelijk worden gegeven?

Nee, deze toestemming hoeft niet schriftelijk te worden gegeven = vormvrij. Echter, is dat voor het
geval het later problemen oplevert wel aan te raden.


A.3 Daarnaast willen Olivier en Charlotte in de achtergevel van hun huis, op de tweede verdieping,
ook een daglicht doorlatend raam laten aanbrengen. Dit raam geeft uitzicht op de achtertuin van
Boris en Babette. Mogen zij dit doen?

Ja, want ex art. 5:50 lid 1 BW is de regel binnen twee meter van de erfgrens. Echter, zegt lid 3 dat je
lijn loodrecht vanuit het venster moet trekken van twee meter. Aangezien het aan de achterzijde van
de woning is en de buren zich links bevinden kan die loodrechte lijn nooit de erfgrens van het perceel
naast hen raken (in de casus dan wel te verstaan). Het venster zal zich dan ook niet binnen twee
meter van de erfgrens bevinden.




B In de brandgang hebben de eigenaren van de percelen 4108, 4111 en 4109 hun minicontainers
voor GFT en overig afval staan. Als zij op maandagen de minicontainers naar de verzamelplaats aan
de openbare weg brengen om te worden geleegd, lopen zij vanuit de brandgang meestal over een
paadje in de - niet omheinde - voortuin van Olivier en Charlotte. Op die manier snijden zij een klein
stuk van het traject naar de verzamelplaats af. Is dit zomaar toegestaan? Wat kunnen Olivier en
Charlotte doen om dit gedrag te voorkomen?

Ex art. 5:22 BW mag iedereen een erf betreden welke niet afgesloten is, tenzij zij hinder veroorzaken,
schade aanrichten of de eigenaar op een andere manier duidelijk heeft gemaakt dat het verboden is
zijn erf te betreden zonder zijn toestemming. Om het te voorkomen kan hij dus of de het erf afsluiten
of een boordje plaatsen dat het verboden is zonder toestemming (het afsluiten is het meest
praktische). Persoonlijke kennisgeven = mededelen aan hun buren dat ze dit niet willen mag ook.


C Olivier en Charlotte hebben een dochter van 4 jaar, genaamd Margriet. Het meisje speelt graag
met haar voetbal in de achtertuin. Per ongeluk heeft zij de bal over de schutting geschopt en is de
voetbal in de tuin gekomen van buurman Boris, die samen met zijn vrouw Babette eigenaar is van

, het perceel 4103. Margriet vraagt aan buurman Boris of zij haar voetbal uit zijn achtertuin mag
weghalen. Mag buurman Boris dit verzoek weigeren?


Ex art. 5:23 lid 1 BW moet een eigenaar van een erf de andere welke iets op zijn erf heeft gebracht
toestaan het van zijn erf te halen. Dit geldt niet wanneer er sprake is van opzet of grove nalatigheid.
Gezien het hier een kind van vier jaar betreft welke een bal over de schutting gewerkt heeft kan er
mijns inziens niet gesproken worden van opzet en grove nalatigheid en zal Boris het dus toe moeten
staan.


D Arthur en Roos houden wel van een feestje. In de zomer geven zij voor hun vrienden elke
zaterdagavond een feestje in hun achtertuin, waarbij zij de muziekinstallatie op vol volume zetten
en de hele avond houtblokken branden in hun vuurkorf. De harde muziek houdt Margriet uit haar
slaap en Olivier en Charlotte moeten de ramen van hun huis dicht houden, omdat de rook uit de
vuurkorf anders een sterke rooklucht in het hele huis veroorzaakt. De feestjes van Arthur en Roos
zijn nooit voor 03:00 uur in de ochtend afgelopen. Kunnen Olivier en Charlotte iets tegen de
feestjes ondernemen? Welk juridisch leerstuk kan uitkomst bieden tegen het houden van nog
meer zomerfeestjes door Arthur en Roos?

Ja, want ex art. 5:37 BW is het brengen van hinder doormiddel van geluid, stand en rook
onrechtmatig in de zin van een onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW. Het leerstuk van de
onrechtmatige daad zou het dus kunnen voorkomen. Maatschappelijke betamelijkheid 6:162 lid 2
BW Ludlage/Van Paradijs R.O. 3.2. Wanneer de hinder onrechtmatig is kunnen ze schadevergoeding
eisen. Of ex art. 3:296 lid 1 BW een verbod vorderen.
- Arrest: bij de beantwoording van de vraag of iets als onrechtmatig kan wordt beschouwd:
aard, ernst duur van de hinder, omstandigheden van het geval etc.
- Grens van maatschappelijke betamelijkheid is bij elke casus anders.
- Wel vereisten uitwerken van lid 1 en lid 3: causaal verband, toerekening etc.
- Als je naar 296 kijkt, moet je altijd kijken naar artikel 6:168 dit is de uitzondering. Wanneer
de hinder vanwege zwaar maatschappelijke belangen moet worden geduld -> milieu
belangen, of bouw van sociale huurwoningen etc.
- Wat in art. 5:37 staat: de opsomming hierin is niet limitatief. Als je elke nacht een bouwlamp
op je raam gericht hebt, staat dit niet letterlijk in 37 maar dan kan je je wel beroepen op
hinder.


E. Buurman Boris is voornemens om een gastenhuis te bouwen in zijn achtertuin. Hij wil het
gastenhuis over de gehele lengte van de achtertuin plaatsen en er wijnranken tegenaan laten
groeien. Hij is van plan het gastenhuis 3 meter hoog te maken. Dat betekent voor Olivier en
Charlotte dat zij veel minder zonlicht in hun achtertuin zullen hebben. Kunnen Olivier en Charlotte
een beroep doen op hinder en hoeverre is hier relevant dat door de gemeente een
omgevingsvergunning is afgegeven voor het bouwen van het gastenhuis?

Om te kunnen spreken van (onrechtmatige) hinder moet er gekeken naar de aard, duur, ernst van de
hinder, de toegebrachte schade en de omstandigheden. Het feit dat er een bouwergunning is
betekend dat de rechter het bestemmingsplan in zijn beoordeling dient te betrekken. Het hebben
van een bouwvergunning betekend immers niet meteen dat er geen hinder zal ontstaan aangezien
het voorkomen van hinder bij buren niet een wettelijke regeling van het bestemmingsplan is en dat
er bij het afgeven van een bouwvergunning niet naar eventuele hinder bij buren zal worden gekeken
(arrest Ludlage/Van Paradijs).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MdGstudentrecht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,39  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd