Dit is een complete Nederlandse samenvatting voor het vak pathology deeltentamen 2. In de samenvatting wordt de college stof uitgewerkt en aangevuld met stof uit het boek. Hiernaast krijg je gratis een powerpoint meegestuurd die alle belangrijke histologische afbeeldingen bevat. Hierdoor is de same...
Ontwikkeling van de adenocarcinoma
1. Reflux Oesophagitis: reflux van de maaginhoud
in de lower oesophagus is de meest voorkomende oorzaak van oesophagitis. De reflux van de
maagsappen is centraal in het ontwikkelen van mucosale schade in GERD (gastroesophageale
reflux disease)
Fase 1 inflammatie: hyperemia (verhoogde bloedflow), aanwezigheid van granulocyten en in
ernstige gevalle ulceratie.
Fase 2 metaplasia en (chronische) inflammatie
2. Intestinal metaplasia: het normale squamous epitheel wordt
vervangen door intestinal type epitheel; intestinal metaplasia.
3. Dysplasia: de ontwikkeling van abnormale cellen in het weefsel.
Er ontstaan steeds meer goblet cellen, daarnaast cytonucleaire
atypia: cellen krijgen een grotere kern die een ongewone vorm
aanneemt, hierdoor grove chromatine patronen.
4. Adenocarcinoma van de oesophagus (Barett carcinoma): Microscopisch zijn er gladde
spiercelfibers (muscularis mucosa), deze bevatten
invaserend cilindrisch epitheel.
Squamous cel carcinoma van de oesophagus
1. Dysplasia: cellen bevatten grote kernen met een
grove chromatine structuur.
2. Sqamous cell carcinoma:
De maag
Histologie van de mucosa
• Foveolaire laag
• Glandulaire laag
• Gladde spieren
1
,Pathologie deeltentamen 2
Corpus van de maag
• Foveolaire laag (gastric pits): bevat mucous cellen die
alkalisch mucus produceren, beschermen de maag tegen de
zure producten
• Glandulaire laag: bevat pariëtale cellen, produceren zuren
en een intrinsieke factor! Tussen de klieren ligt een lamina
propria met zenuwen en bloedvaten
• Gladde spieren
Antrum
Bevatten hormoon producerende cellen (G-cellen): Produceren onder
andere Gastrin en dit stimuleert de pariëtale cellen van het corpus
om acids te produceren.
Inflammatie van de gastric mucosa
Acute gastricis: neutrofielen zijn aanwezig
• H. pylori: veroorzaakt ulcers door remming van gastric
bicarbonaat transporters door ammonium ionen. Veroorzaakt
ook chronische gastricis. De inflammatoire reactie is vaak diep en gecentreerd in de gastric
glands. Pariëtale en chief cel-verlies kan extensief zijn en intestinal metaplasia kan
ontwikkelen. Voornamelijk schade aan de antrum. Kan ook mucosa-geassocieerde lymfoide
tissue (MALT) induceren → kan leiden tot B-cel lymfomas (MALTomas).
• Alcohol
• NSAID: remmen de COX-dependent synthese van prostalglandines E2 en I2 die
defensmechanismen stimuleren (waaronder mucus en bicarbonaat secretie, mucosale
bloedflow en epitheliale restitutie).
Auto-immuun gastricis; veroorzaakt ook in kleine mate chronische gastricis. Is gekarakteriseerd door
diffuse schade aan de oxynity (zuur-producerende) mucosa van de body en fundus van de maag.
Schade aan het antrum en cardia is vaak afwezig of mild. Met diffuse atrofie is de oxynity mucosa erg
dun en de rugale vouwen zijn weg.
• Antilichamen tegen pariëtale cellen en een intrinsieke factor (nodig voor vitamine B12
opname. Vitamine B12 is noodzakelijk voor de RBC productie)
• Intestinal metaplasia
• Neuro-endocriene cel hyperplasia
• Anemie: door verlies van intrinsieke factor ^^
• Verhoogd risico voor adenocarcinoma en neuro-endocriene tumor
Anders
• Granulomatous gastricis, Chron’s disease
• Lymfocyt gastricis
2
,Pathologie deeltentamen 2
Ontwikkeling van gastric adenocarcinoma
Oorzaken: EBV, H. Pylori, Mutaties.
Intestinal type: intestinal metaplasia is de precursor laesie (letsel) vanwaar het progressief wordt.
Glands invaseren (aan linkerkant) in het onderliggende weefsel.
Diffuse type: tumorcellen blijven niet bij elkaar en verspreiden zich. Er zijn geen adhesiemoleculen
meer aanwezig waardoor de tumorcellen individueel invaseren, maakt invasie ook makkelijker.
Cellen hebben grote mucin vacuoles die het cytoplasma vergroten en de nucleus perifeer drukken →
signet ring cel ontstaat. Cellen invaseren in de mucosa en maagwand.
Colorectale kanker (CRC)
Pathogenese
Secundaire preventie door populatie-gebaseerde screening. Identificatie van de hogere risicogroepen
zorgt ervoor dat de kanker in een vroeg/precursor stage geïdentificeerd kan worden. Screening door
een blood-in-stool test → ja → colonoscopie.
Ontwikkeling
Normaal epitheel → adenoma/dysplasia → adenocarcinoma
Tubulaire adenoma:
Representeert ongeveer 2/3 van alle poliepen en dysplasia
is een klassieke precursor staat voor colon adenocarcinoma.
Maar 95% wordt geen CRC.
Screening van de ‘juiste’ poliepen
Genetische
schade/
accumulatie.
Meer dysplasia
Finger formed structures
Oorzaken
Genomische instabiliteit: 85% van CRCs komen door
genomische instabiliteit
• Chromosomale instabiliteit (85%): genomische
schade op chromosomaal niveau
• Microsatelliet instabiliteit (15%)
Moleculaire veranderingen
• DNA veranderingen
Mutaties
Chromosomale afwijkingen (amplificaties, translocaties)
Epigenetische veranderingen (methylatie)
• mRNA, miRNA of eiwit veranderingen
* Detectie van moleculaire veranderingen in ontlasting kan in de toekomst het
bevolkingsonderzoek naar darmkanker verbeteren
3
, Pathologie deeltentamen 2
Hoofdstuk 13 – de longen
Longen hebben als hoofdfunctie de gas uitwisseling.
Normale anatomie en histologie
Bestaat uit
• Conducting vessels
• Zenuwen: zijn betrokken bij ademhaling
• Defens: verwijderen en elimineren van de micro-organismen die
de luchtwegen binnetreden.
Tracheobronchiale systeem
Trachea vertakt bij de bifurcatie in 2 hoofd bronchiën die de linker-
en rechterlong binnen treden. Kraakbeen zorgt ervoor dat de luchtwegen open blijven en hun vorm
behouden. Hierna is vindt er vertakking plaats, het aantal kraakbeen neemt af. kleine structuur is
alveoli: produceert surfactant, voorkomt dat de luchtwegen inklappen. Linker long heeft 2 lobben en
rechts heeft er 3.
Pathologie
- Cytologie:
- Sputum: culturen van micro-organismen
- BAL: broncho alveolair lavage: vloeistof wordt ingebracht en dan eruit gehaald en dan het
cellen onderzoeken die mee zijn gekomen
- Bronchiale brush: kan cellen verwijderen van de oppervlakte van de bronchus
- Fine needle aspiration: bij tumor, tussen de ribben en kan je cellen weghalen
Pleurale effusie: tussen de pleura’s kan vloeistof aanwezig zijn.
Normale anatomie en histologie en functie
Trachea en bronchus
- Epitheel met mucus cellen: produceren mucus, een slijmerige substantie die mucus bevat. Micro-
organismen en stof worden gevangen door de mucus en worden uit longen verwijderd.
- Submucosa: bevat seromuconale klieren: produceren mucin of serosale vloeistof. Mucin wordt
geproduceerd om de luchtwegen de beschermen; onderdeel van het defenssysteem.
- Kraakbeen
- Adventitia
Bronchioli
Hebben geen kraakbeen en submucosale klieren, worden omgeven door alveoli. Hebben epitheel
met hier omheen gladde spiercellen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninawesterman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,59. Je zit daarna nergens aan vast.