Interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening
College 1: een kritische blik op het vakgebied
Waarom een kritische blik?
- De bestudering van (relaties met) mensen met verschillende culturele achtergronden gaat
inherent over perspectieven, manieren van kijken naar de wereld.
- Dit roept de vraag op welke perspectieven wel en niet aan bod komen in de maatschappij als
geheel en in de universiteit en het vakgebied van de pedagogiek in het bijzonder.
Kritische vragen over de universiteit?
- Welke kennis wordt (niet) geproduceerd?
- Welke kennis wordt (niet) overgedragen?
- Welke kennis wordt (niet) gewaardeerd?
- Wie is (niet) vertegenwoordigd in de lesstof?
- Wie zij er (niet) in de collegezaal?
Het verborgen curriculum (Jachim, 1987)
- De impliciete normen en waarden in het onderwijs
- In de structuur: vormgeving, regels, verwachtingen, autoriteit, convergentie
- In de inhoud: thema’s, taalgebruik, de ‘juiste’ antwoorden, objectiviteit
Kritiek hoger onderwijs (Giroux, 2010)
- Hedendaagse universiteiten:
- Conservatieve ideologieen, reproductie
- ‘Verslaafd’ aan methoden en verantwoording
- Gaat volgens hem minder over inhoudelijk maar meer over cijfers
- Gericht op vaardigheden en kennis voor de markt
- Teaching for the test
- Te weinig aandacht voor
- Kritisch denken
- Zelfreflectie
- Burgerschap
Kritische Pedagogiek van Paulo Freire:
- Braziliaanse alfabetiseringswerker (1921 - 1997)
- Rol van macht in kennisproductie en -verspreiding
- Open exploratie van mogelijkheden, debat, niet alleen eenrichtingsverkeer
- Belang kritische reflectie (op heden en verleden)
- Relatie locale context - wereldorde
- Nadruk op sociale verantwoordelijkheid, niet alleen voor jezelf leren maar ook voor de
samenleving
- Onderwijs is nooit neutraal
Dekolonisatie van het hoger onderwijs (artikel Hira)
- Een controversieel onderwerp
- Kennisproductie en kennisoverdracht universiteit vanuit positie van autoriteit, geworteld in
koloniale structuren (kwamen uit een tijd dat NL nog kolonisator was)
- Eurocentrisme: hebben het bijna alleen maar over Europese mensen, auteurs (of
Amerikaanse, met Europese wortels)
- Schijnobjectiviteit, superioriteit (aan andere delen van de wereld), studenten krijgen
een beperkt idee mee van wat belangrijke kennis zou kunnen zijn.
, - Gebrek aan diversiteit en inclusiviteit (mensen op hoge posities hebben ook niet zo
snel kritiek op diversiteit, zou hun positie kunnen verminderen)
- Machtsposities
- Dekolonisatie: pleit voor kritische heroverweging traditionele onderwijs
- Dekolonisatie (discussie Servant/Godor)
- Servant et al
- Kritische pedagogiek
- Status quo niet accepteren
- Respectvol conflict/dialoog (dialectiek)
- Godor:
- Dialectiek werkt niet (wetenschappelijke referentie maar is niet onderbouwd)
- Autonomie (dat je van je zelf iemand bent, dat het minder om de
gemeenschap draait) ook westerse waarde
- Alles is subjectief?
- Dekolonisatie = indoctrinatie (onderwijs is al heel snel indoctrinatie)
- Indoctrinatie: een vorm van manipulatie door het systematisch en
eenzijdig onderwijzen van aanvechtbare overtuigingen of
opvattingen, met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard.
- Transparantie: verwijst naar openheid over relevante informatie en
het afleggen van verantwoording voor keuzes en handelingen.
- Godor allemaal kritiek op dingen die Servant niet letterlijk heeft gezegd maar
waarvan hij weet dat het in de bredere kritische pedagogiek wel leeft.
- Artikel Hamby (2018)
- Sociale wetenschappen opereren niet in een vacuüm (want we zitten in een
samenleving)
- “Wherever you go, there you are.” (je neemt jezelf altijd mee in alles wat je doet, hoe
objectief of subjectief je ook probeert te zijn. Bij transparantie belangrijk om dit aan
te geven)
- Positionaliteit: Wie ben ik en wat is mijn perspectief?
- Reflexiviteit: Hoe word ik beïnvloed door mijn achtergrond en welke perspectieven
ken ik niet? (blinde vlekken)
- Gebrek aan objectiviteit ook kans: unieke inzichten
- Neutraliteit?
- Equality = gelijkheid (iedereen wordt gelijk behandeld)
- Equity = gelijkwaardigheid (iedereen wordt behandeld naar wat hij of zij nodig heeft)
College 2: Multicultureel Nederland
Hoe werd Nederland multicultureel?
, - Postkoloniale migratie
- Indonesië: vanaf ca 1950, trokken de indische nederlanders naar Nederland
- Indisch, Moluks
- Westerse migranten in statistieken
- Suriname: vanaf 1975
- Meest Afro-Surinaams en Hindoestaans, doorgaans afgestamd van goedkope
arbeidskrachten, die net na de afschaffing van de slavernij naar Suriname waren
gehaald
- Ook Javaans en Chinese Surinamers
- ‘Antillen’: vanaf 1960-nu (piek jaren ‘80)
- Aruba, Curaçao, St Maarten (nu land)
- Saba, St Eustatius, Bonaire (gemeente)
- Gast Arbeidsmigratie
- Samen met postkoloniale migratie: ‘Klassieke’ migrantengroepen’
- Arbeidsmigratie (NL had te weinig arbeidskrachten), gezinshereniging,
huwelijksmigratie
- Turkije (piek 1960-70)
- Ca 50-50 stad/platteland
- Nu ook veel studenten
- Marokko (piek 1960-70)
- Meest uit Rifgebied (Berber)
- Hoog geboortecijfer
- Vluchtelingen
- Syrië: sinds 2011
- Afghanistan: vooral 1992 - 2002
- Irak: vooral sinds ca. 1992
- Somalië: vooral sinds ca. 1992
- Arbeidsmigratie EU
- Samen met vluchtelingen: ‘Nieuwe’ migrantengroepen
- Door allerlei nieuwe wetten en regels rond vrije arbeidersbewegingen binnen de
Europese Unie
- Oost-Europa
- Met name Polen, Roemenië, Bulgarije
- Vooral sinds 2010
- Westerse migranten in statistieken
- Kwamen voor NL om voor een tijd hier te werken
- Heeft veel spanningen met zich mee genomen
- Het multiculturele drama (Scheffer, 2000)
- Ging o.a. over:
- Verheffing, volwaardige burger, beschavingsoffensief
- Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit
- Over 15 jaar rond de 1 miljoen asielzoekers in NL
- Anders dan verzuiling: NL zuilen ‘droegen één dak’ (ze konden zich wel allemaal
vinden in een gemeenschappelijke Nederlandse geschiedenis)
- Islamkritiek (scheiding kerk en staat niet erkend)
- Migranten als ‘slachtoffers’ die daders worden
- De Nederlandse cultuur, de meerderheid, ‘wij’
- Geschiedenisonderwijs