Recht & Safety
Praktijkgids Arbeidsveiligheid
Wetgeving en normering – Arbeidsomstandighedenwet
De regels met betrekking tot gezond en veilig werken in de Arbowet kennen een duidelijke
scheiding tussen het publieke en het private domein. De overheid beperkt zich in het
publieke domein zoveel mogelijk tot het vaststellen van doelen (doelbepalingen,
grenswaarden, procesvoorschriften). De middelen waarmee deze doelen bereikt kunnen
worden, de werkwijzen, maatregelen, voorzieningen, moeten door sociale partners zelf in
het private domein worden opgesteld. Dit kan gebeuren op branche-, sector- of landelijk
niveau.
Tot het publieke domein behoren de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), het
Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) en de Arbeidsomstandighedenregeling
(Arboregeling). De totstandkoming en handhaving van deze algemeen verbindende
voorschriften zijn een verantwoordelijkheid van de overheid. Zij omschrijven het te bereiken
beschermingsniveau van werknemers tijdens de arbeid en de Inspectie SZW (voorheen de
Arbeidsinspectie) ziet hierop toe.
Er zijn ook een aantal beleidsregels vastgesteld, deze zijn te vinden in de Beleidsregel
Arbocatalogi 2019. Een (private) arbocatalogus betreft schriftelijk vastgestelde afspraken
tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers op landelijk niveau, in een
bedrijfssector, of in een branche, waaronder begrepen de overheid, waarin maatregelen of
voorzieningen ter voorkoming of beperking van arbeidsrisico’s zijn vastgelegd betreffende de
wijze waarop in een werkgebied kan worden voldaan aan een of meer bij of krachtens de
Arbowet gestelde voorschriften.
Overheid --> doelvoorschriften
Private domein --> middelvoorschriften.
Uitgangspunt van de wet is dat de zorg voor arbeidsomstandigheden – een begrip dat niet in
de wet is gedefinieerd – een verantwoordelijkheid is van werkgever en werknemers samen,
waarbij van de werkgever, gezien zijn positie, mag worden verwacht dat hij het voortouw
neem
De Arbowet is een raamwet, dat wil zeggen dat in de wet zelf nauwelijks voorschriften voor
bijzondere situaties zijn opgenomen. Er worden alleen algemene verplichtingen genoemd.
De nadere uitwerking heeft plaatsgevonden in het Arbobesluit en de Arboregeling.
Hoofdstukken Arbowet:
Hoofdstuk 1: Definities en toepassingsgebied
Hoofdstuk 2: Arbobeleid
Verplichtingen werkgever
Voorlichting en onderricht
Melding ongevallen en beroepsziekten
Voorkomen van gevaar voor derde
Rechten en plichten van de werknemer
,Hoofdstuk 3: Samenwerking, overleg, bijzondere rechten or en regeling van deskundige
bijstand
Samenwerking en overleg
Deskundige bijstand op het gebied van preventieve bescherming
De maatwerkregeling
De vangnetregeling
Deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening
Hoofdstuk 4: Bijzondere verplichtingen
Hoofdstuk 5: Toezicht en ambtelijke bevelen
Hoofdstuk 6: Vrijstelling, ontheffing en beroep
Hoofdstuk 7: Sancties
Hoofdstuk 8: Overgangs- en slotbepalingen
Wetgeving en normering – Arbobesluit, -regeling en -beleidsregels
Arbeidsomstandighedenbesluit
Het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) kent ongeveer 475 artikelen die worden
gekenmerkt door een aanpak per onderwerp.
In hoofdstuk 1 zijn in twaalf afdelingen, naast definitiebepalingen, certificatie- en
registratievoorschriften opgenomen die betrekking hebben op een aantal bijzondere
sectoren zoals onderwijs, de overheid, het vervoer en defensie. Tot slot zijn in dit hoofdstuk
enige algemene bepalingen opgenomen ten aanzien van jeugdigen, zwangere
werkneemsters en plaat onafhankelijke arbeid (het gaat hier om voorheen thuiswerkers)
Hoofdstuk 2 heeft als titel: ‘Arbozorg en organisatie van de arbeid’ en bevat twaalf
afdelingen. Het betreft nadere bepalingen over het elektronisch melden, melden van
beroepsziekten, de risico-inventarisatie en -evaluatie voor beperking van zware ongevallen,
arbodiensten en deskundigen, raadpleging van een andere bedrijfsarts en
klachtenprocedure, een bepaling inzake het voorkomen of beperken van psychosociale
arbeidsbelasting, de organisatie van de arbeid op de bouwplaats (afdeling 5, Bouwproces), in
de winningsindustrieën en over nachtarbeid.
Hoofdstuk 3 bevat acht afdelingen. Het betreft vereisten waaraan de inrichting van een
arbeidsplaats moet voldoen.
Hoofdstuk 4 bevat de bepalingen met betrekking tot het werken met gevaarlijke stoffen en
biologische agentia.
Hoofdstuk 5 kent slechts 3 afdelingen en geeft enkele nadere voorschriften inzake fysieke
belasting in het algemeen en beeldschermwerk in het bijzonder.
Hoofdstuk 6 kent tien afdelingen en bevat voorschriften met betrekking tot de zogenoemde
fysische factoren.
Hoofdstuk 7 geeft nadere voorschriften waaraan moet worden voldaan bij gebruik en
onderhoud van arbeidsmiddelen. Dit zijn alle op de werkplek gebruikte machines,
installaties, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen.
, In hoofdstuk 8 staan nadere voorschriften voor de persoonlijke beschermingsmiddelen en de
veiligheids- en gezondheidssignalering.
In hoofdstuk 9 staan onder andere de verplichtingen van werkgevers, werkgevers bij
plaatsonafhankelijke arbeid, werknemers, werknemers bij plaatsonafhankelijk werken,
zelfstandigen en meewerkende werkgevers, ‘werkgevers’ bij wie vrijwilligers werken,
opdrachtgevers, ontwerpers en uitvoerders opgesomd.
Arbeidsomstandighedenregeling
De Arbowet en het Arbobesluit geven in sommige artikelen de minister de bevoegdheid om
nadere regels te stellen. Dat is uitgewerkt in de Arboregeling. De regeling geeft dus nadere
uitleg voor bepaalde onderwerpen uit Arbowet en -besluit maar behoort ook tot de
reguliere wetgeving.
Arbobeleidsregels
Alle oude beleidsregels zijn in januari 2011 afgeschaft, maar er blijven nog een aantal
beleidsregels bestaan. Eén is de Beleidsregel boeteoplegging
Arbeidsomstandighedenwetgeving, daarin is het systeem van de boeteoplegging
beschreven.
Wetgeving en normering – Handhaving en werkwijze inspectie SZW
Handhaving van de Arbowet vindt voornamelijk plaats door ambtenaren van de Inspectie
SZW. De inspectie richt zich daarbij in de eerste plaats op werkgevers, omdat deze
grotendeels verantwoordelijk zijn voor de naleving van de wettelijke voorschriften in hun
bedrijf of instelling. In sommige gevallen kan en zal ook tegen werknemers worden
opgetreden. Aan de hand van projectmatige inspecties wordt gecontroleerd of werkgevers
en werknemers zich aan de wettelijke voorschriften houden. Daarnaast worden
onderzoeken verricht op basis van klachten van werknemers en verplichte meldingen
Risicoanalyses zijn de basis voor de keuze voor de toezichtprogramma’s voor de lange
termijn, voor de aanpak binnen programma’s en voor de selectie van te inspecteren
bedrijven. De inspectielast komt daarmee te liggen bij de branches en bedrijven die deze het
meest nodig hebben.
De Inspectie SZW gaat er in haar werk vanuit dat de meeste bedrijven en werknemers er zelf
voor zorgen dat ze gezond, veilig en eerlijk werken. De Inspectie neemt als toezichthouder
geen verantwoordelijkheid over van deze partijen
Indien de Inspectie SZW tijdens de inspecties of onderzoeken overtredingen constateert, kan
zij, afhankelijk van de betreffende wet en de aard en ernst van de overtreding, de volgende
handhavende instrumenten (sancties) inzetten:
Maken van een afspraak over het opheffen van de overtreding;
Het geven van een officiële waarschuwing;
Stellen van een eis tot naleving van de wet;
Het geven van een bevel tot onmiddellijke stillegging van het werk of
werkzaamheden;