Noble – Western Civilization:
Beyond Boundaries
Chapter 19: An Age of Revolution, 1789–1815
The Origins of Revolution, 1775–1789
De Atlantische wereld was aan het einde van de achttiende eeuw verenigd door zowel praktische
handelsbetrekkingen als gedeelde idealen over vrijheid. Echter, de strategische belangen van de
grote Europese mogendheden speelden ook altijd een belangrijke rol. Toen de Amerikaanse
kolonisten zich actief tegen de Britse overheersing verzetten en zich onafhankelijk verklaarden, had
dit verstrekkende gevolgen. De overwinning van de Amerikaanse koloniën (1783) en de
totstandkoming van de Amerikaanse grondwet (1787), deed de aantrekkingskracht van liberale
ideeën elders toenemen. Pogingen tot liberale hervormingen werden ondernomen in verschillende
staten. De Amerikaanse Revolutie had de meest directe invloed op Frankrijk.
Revolutionary Movements in Europe
Terwijl de Britse regering werd geconfronteerd met de opstand van de Amerikaanse koloniën, werd
zij ook geconfronteerd met problemen in het land zelf. Veel Britten waren verdeeld in hun loyaliteit.
Zo wilden de voorstanders van het gebruik van gewapend geweld bij de Amerikaanse opstand ervan
overtuigd dat de oorlog verkeerd werd geleid. Daarom eisten zij dan ook hervormingen van de
ministeriële regering. De Amerikaanse opstand had ook gevolgen in andere delen van Europa.
In Ierland kwam in 1779 een hervormingsbeweging op gang. De hervormers eisten meer autonomie
van Groot-Brittannië. Net als de Amerikanen voelden de Ierse elites zich benadeeld door het Britse
rijk. Zij maakten bezwaar tegen de beleidsmaatregelen die de Britse imperiale belangen
bevoordeelden boven die van de Ierse heersende klasse. Daarnaast uitten de hervormers verzet
tegen het Britse beleid niet alleen in parlementaire debatten, maar ook in militair verzet. In
tegenstelling tot de Amerikanen werden de Ierse elites geconfronteerd met een interne uitdaging
voor hun eigen gezag, de katholieke bevolking die zij eeuwenlang hadden overheerst, waardoor zij
gedwongen waren een schikking te treffen met de Britse regering.
De Nederlanden had ook te maken met een politieke crisis. De Nederlanden werden bestuurd door
kleine oligarchie van oude koopmansfamilies en een militaire gouverneur (de stadhouder) uit het
prinselijk Huis van Oranje. De belangen van de kooplieden en de stadhouders botsen vaak. De
spanningen tussen hen namen toe tijdens de Amerikaanse Revolutie toen de kooplieden een
voorkeur gaven aan een handel met de kolonisten, terwijl de prins een Engels bondgenootschap
behield. Het conflict veranderde van karakter toen de vertegenwoordigers van de verschillende
steden, die zichzelf de Nederlandse Patriottenpartij noemden, hun standpunten niet alleen
verdedigden op grond van hun traditionele politieke invloed binnen Nederland. Daarbij wilden ze ook
bredere aanspraken op vrijheid naar Amerikaans model. De patriotten werden uitgedaagd door
nieuwe rijke handelaren die al lang geen rechten meer hadden in hun gesloten handelsoligarchie en
die ook vrijheid eisten. Deze uitdagers namen de Patriottenbeweging kortstondig over. Net zoals veel
Ierse rebellen de concessies van 1782 aanvaardden, deden de patriottische oligarchen in Nederland
niets om zich te verzetten tegen een invasie in 1787 die de macht van de stadhouder herstelde,
omdat die ook een einde maakte aan de uitdaging om hun eigen controle over het stadsbestuur uit
te oefenen.
1
,Zowel de Ieren als Nederlanders leken in praktische en ideologische zin op de Amerikaanse rebellen.
Beiden werden beïnvloed door de economische en politieke gevolgen van de relatie van Groot-
Brittannië met zijn koloniën. Daarnaast werden beiden geïnspireerd door het succes van de
Amerikaanse rebellen en hun diepgaande aanspraken op politieke zelfbeschikking.
Ook in Polen laaide in deze periode een verlangen naar politieke hervormingen op. Hervorming van
de regering door de Poolse leiders werd als noodzaak aanvaard. Door de eerste Poolse deling in 1772
was het land beroofd van zijn rijkste gebieden. Vanaf 1788 gingen de hervormde adel in de Sejm
(volksvertegenwoordiging) echter verder; zij stelden een commissie in om een grondwet te schrijven
naar Amerikaans voorbeeld. De grondwet van 3 mei (1791) was de eerste gecodificeerde grondwet in
Europa. De Polen stelden een constitutionele monarchie in, waarin vertegenwoordigers van de grote
steden, evenals de adel, zitting konden nemen als afgevaardigden. Echter, Catharina de Grote,
keizerin van Rusland, duldde geen constitutionele regering die dicht bij haar eigen autocratische
bewind stond; zij gaf in 1792 opdracht tot invasie in Polen. In tegenstelling tot de Amerikaanse
grondwet was het Poolse grondwettelijke experiment gedoemd te mislukken door de macht van zijn
buren.
The American Revolution and the Kingdom of France
Als de grootste commerciële en politieke rivaal van Groot-Brittannië werd Frankrijk betrokken bij de
strijd van Groot-Brittannië met zijn Noord-Amerikaanse koloniën. In de Zevenjarige Oorlog (1756-
1763) hadden de Fransen veel van hun koloniale nederzettingen en handelsposten aan de Engelsen
verloren. Sommige Franse hovelingen en ministers waren hierdoor geschokt en drongen aan op een
agressief koloniaal beleid dat Frankrijk een deel van de handelsrijkdommen zou teruggeven die
Groot-Brittannië nu dreigde te monopoliseren. De Amerikaanse Revolutie leek de perfecte
gelegenheid te bieden. Vanaf 1775 verleende de Fransen hulp aan de Amerikanen. Na de eerste
grote nederlaag van de Britse troepen door de Amerikanen (Slag bij Saratoga in 1777) erkende
Frankrijk formeel de onafhankelijke Verenigde Staten en zette troepen en fondsen in voor de
Amerikaanse zaak.
De gevolgen van het Amerikaanse bondgenootschap voor Frankrijk waren ingrijpend. De steun aan
de Amerikanen zadelde Frankrijk op met een schuld van ongeveer 1 miljard livres. Een minder
tastbare invloed van de Amerikaanse Revolutie kwam van de directe deelname van ongeveer
negenduizend Franse soldaten, zeelieden en aristocraten. Voor sommigen was de Amerikaanse
Revolutie een soort zoektocht die leidde naar ideeën over het geloof in de menselijke rationaliteit,
natuurlijke rechten en universele wetten die door de maatschappij zouden moeten worden
georganiseerd. Bovendien werd de Amerikaanse idealen aan het Franse hof blootgesteld door de
Amerikaanse afgezant Benjamin Franklin, waardoor de Amerikaanse grondwet, verschillende
grondweten van de staten en debatten rond hun ratificatie werden allemaal in Parijs gepubliceerd en
besproken aan het hof. Amerika werd hierdoor het prototype van de rationele republiek en de
belichaming van de filosofie van de Verlichting.
Tegen het midden van de jaren 1780 was het niet langer de vraag of het Franse regime een
hervorming zou ondergaan, maar eerder welke vorm die hervorming zou aannemen. De ontevreden
elite en een financiële crisis niet noodzakelijk tot een revolutie.
The Crisis of the Old Regim
Het Oude Regime kwam aan het eind van de jaren 1870 in een crisis terecht door drie factoren:
1. Zware schulden die een verouderd systeem voor het innen van inkomsten in de schaduw
stelden.
2. Institutionele beperkingen voor de monarchie die bevoorrechte belangen verdedigden.
2
, 3. De publieke opinie die grondige hervormingen voor ogen had en de monarchie in die richting
duwden.
Daarnaast speelde de onbekwaamheid van koning Lodewijk XVI een rol in deze crisis. Lodewijk kwam
op de troon in 1774, een jaar voordat de Amerikaanse Revolutie begon, en was beter geschrikt om
een onbeduidende bureaucraat te zijn dan een koning. De koningin, Marie Antionette (1755-1793),
werd met argwaan bekeken vanwege de onnatuurlijke alliantie met Oostenrijk die met het huwelijk
was bezegeld. Ook zij was politiek onbekwaam, niet in staat om de complexiteit van het hofleven te
doorgronden, en er gingen alom geruchten dat zij egoïstisch en verkwistend omging met de
koninklijke middelen, ondanks de financiële crises in het koninkrijk.
In Frankrijk was de adeldom vrijgesteld van veel belastingen. De koninklijke regering kon haar rijkste
onderdanen dus niet rechtstreeks belasten. Alle parlementariërs – goed opgeleide juristen en
rechters – waren technisch gezien van adel en verdedigden de traditionele privileges van alle edelen.
Aan het einde van de jaren 1780, onder Lodewijk XVI, werd ¼ van de jaarlijkse werkingskosten van de
regering geleend, en de helft van alle overheidsuitgaven ging op aan het betalen van rente op haar
schuld. Economisch crisis op korte termijn, zoals rampzalige oosten, maakten het cumulatieve
probleem van de overheidsfinanciën nog groter. Er werd geprobeerd fundamentele hervormingen
door te voeren, maar er werd hevig verzet tegen dit beleid. Daarnaast hadden boeren en stedelingen
geen vertrouwen in de “vrije markt” (vrij van traditionele handelscontroles), want zij waren bang dat
speculanten de graanvoorraad zouden opkopen en de mensen zouden verhongeren.
The Estates General
In 1788 riep Lodewijk onder druk van het volk en de hovelingen de Algemene Vergadering bijeen. Op
bevel van Lodewijk moesten afgevaardigden worden gekozen door plaatselijke vergaderingen die op
hun beurt werden gekozen door middel van een breed stemrecht voor mannen. Lodewijk dacht (ten
onrechte) dat hij veel steun had in de provincies en wilden die steun behalen door middel van deze
volkstemming. Lodewijk stemde er ook mee in dat de Derde stand twee keer zoveel afgevaardigden
zou krijgen als de andere twee standen, maar hij gaf geen toestemming voor stemming per hoofd in
plaats van per volgorde, wat de dominantie van de Derde stand zou hebben bewerkstelligd. Hiermee
hoopte de koning te bereiken dat deze maatregel de aristocraten en geestelijken zou afschrikken en
daardoor zijn hervormingen zouden aanvaarden.
Lodewijks situatie was precair toen de Estates General in mei 1789 bijeenkwamen. Een golf van
sentimenten bevestigde reeds de legitimiteit van de Algemene Vergadering en de autoriteit van de
Derde Stand om veranderingen door te voeren. Er circuleerden politieke pamfletten waarin werd
betoogd dat de Derde Stand meer macht verdiende omdat zij het mandaat van het volk droeg. In de
Derde Stand vertolkte een grote meerderheid van de afgevaardigden het meest radicale politieke
gedachtegoed dat voor mannen van hun stand mogelijk was. Zij bezochten de provinciale academies,
salons en politieke genootschappen. Zij waren overtuigd van de geldigheid van hun standpunten en
vastbesloten om hervormingen door te voeren, en zij hadden weinig belang bij het systeem zoals het
was. Toen deze groep bijeenkwam en weerstand ondervond van de eerste en tweede stand en van
Lodewijk zelf, nam zij de teugels van de regering in handen en begon een revolutie.
1789: A Revolution Begins
De bijeenkomst van de drie standen in het koninklijk paleis te Versailles zorgde voor verschillende
conflicten. Lodewijk en zijn ministers slaagden er niet in om de hervormingen voor te leggen,
waardoor er werd getwijfeld over de hervormingsbereidheid van de monarchie. Het politieke
initiatief lag vanaf nu voortaan bij de derde stand. De afgevaardigden betwistten de eis van de kroon
dat de drie standen afzonderlijk zouden bijeenkomen en stemmen. De afgevaardigden van de derde
stand weigerden officieel zich te laten erkennen als leden van de derde stand in plaats van als leden
van de gehele algemene stand. Steeds meer afgevaardigden waren ervan overtuigd dat de drie
3
, Estates op een meest systematische manier moest beginnen: Frankrijk moest een geschreven
grondwet hebben.
The National Assembly
Halverwege juni kwamen meer dan dertig hervormingsgezinde geestelijken samen met de Derde
Stand die alle afgevaardigden van de drie standen had uitgenodigd om bijeen te komen en zich
gezamenlijk te laten certificeren. Op 17 juni riep de Derde Stand zichzelf uit tot de Nationale
Vergadering van Frankrijk. Aanvankelijk deed de koning niet, maar toen de afgevaardigden van de
Derde Stand in de ochtend van 20 juni voor de vergadering arriveerden, ontdekten zij dat ze buiten
de zaal waren gesloten. Hierdoor verzamelden zij zich in plaats daarvan in een nabijgelegen
kaatsbaan, en stelden zij het document op dat bekend is geworden als de Eed op de Kaatsbaan. Dit
was een collectieve belofte om bijeen te komen tot een geschreven grondwet was bereikt. Steeds
meer afgevaardigden van de eerste en tweede stand sloten zich aan bij de Nationale Vergadering.
Tegelijkertijd haalde Lodewijk zijn troepen naar Parijs. Hij vreesde wanorde na de recente onlusten in
heel Frankrijk en meende dat elke betwisting van de legitimiteit van het arbitraire monarchale gezag
rampzalig zou zijn. De oproep van de koning om troepen te sturen, wekte de achterdocht van de
Parijzenaren. Zo was een complot dat Parijs zou worden uitgehongerd om de Nationale Vergadering
te vernietigen.
The Storming of the Bastille
Er was weinig nodig (nieuws over het ontslag van een hervormingsgezinde minister van Financiën)
om Parijs in demonstraties en plunderingen te laten uitbarsten. Gewapende menigten vielen
plaatsen aan van koninklijk gezag, waaronder de gevangenis de Bastille op de ochtend van 14 juli. In
de Bastille zaten maar een handjevol kleine criminelen, maar het bleef een krachtig symbool van de
koninklijke macht en het bevatte grote wapenvoorraden. De overwinning van de burgers was een
grote verlegenheid voor het koninklijke gezag. Aangemoedigd door de gebeurtenissen in Parijs,
voerden inwoners van steden en dorpen in heel Frankrijk soortgelijke opstanden uit. In veel gebieden
brak de organisatie van het koninklijk bestuur volledig af. Gemeenteraden, ambtenaren en zelfs
parlementariërs werden uit hun ambt gezet. Volksmilities namen de controle over de straten over.
Een gelijktijdige golf van opstanden deed het platteland beven. De meeste waren het gevolg van
voedseltekorten, maar hun timing gaf de meer strikt politieke protesten in de steden een extra
impuls.
Toward Constitutional Government
Deze gebeurtenissen dwongen de leden van de Nationale Vergadering om verder te werken aan de
grondwet en wetgeving aan te nemen die tegemoet kwam aan de protesten van het volk tegen
economische en politieke privileges. Op 4 augustus werden lijfeigenschap en dwangarbeid in een
groot deel van Frankrijk afgeschaft. Ook de gevestigde godsdienst werd een slag toegebracht door de
afschaffing van de tiende. Eind augustus vaardigde de Vergadering de Verklaring van de Rechten van
de Mens en de Burger uit. In september werd er gedebatteerd over de rol van de koning in een
nieuwe constitutionele regering. De Assemblee zorgde dat de koning nog een formidabele
hoeveelheid macht had, maar het was natuurlijk een drastische inperking van zijn voorheen
absolutistische soevereiniteit.
The Women’s March to Versailles
Als reactie riep Lodewijk rechtstreek zijn troepen op naar Versailles waar de Assemblee zetelde. Het
nieuws over de komst van de troepen wekte verontwaardiging op die nog toenam met de dreiging
van een nieuw graantekort. In de ochtend van 5 oktober ging de Parijse vrouwen de straat op om te
protesteren tegen broodtekorten. Een menigte van duizenden verzamelden en besloot helemaal
naar Versailles te lopen om de koning rechtstreeks om voedsel te vragen. Lodewijk gaf als reactie
hierop de opdracht tot de distributie van opgeslagen graanvoorraden in Parijs en stemde in de
4