Supply chain management
Module 1
Wat is een supply chain?
Het is een systeem van organisaties, bedrijven, activiteiten, informatie en middelen
die zich bezighouden met het aanbieden van een product of dienst aan de klant.
Vroeger was de supply chain te vergelijken met de logistieke afdeling van een bedrijf.
Tegenwoordig is het een veel breder begrip. Je hebt de volledige supply chain nodig
om de bedrijfsdoelstelling te behalen.
Supplier → your company → customer
Elke supply chain, en dus elk
bedrijf, heeft twee doelstellingen.
- Enerzijds wil je ervoor
zorgen dat de kosten
geoptimaliseerd worden,
en deze dus laag houden.
- Maar anderzijds wil je er
ook voor zorgen dat aan de
vraag van de klant wordt
voldaan.
Deze twee doelstellingen kunnen
elkaar tegenspreken, en daarom moeten bedrijven een strategie bedenken. Dat
brengt ons tot de definitie van supply chain management.
Definitie van supply chain management:
SCM is een reeks benaderingen [ ] om leveranciers, fabrikanten, ... efficiënt te
integreren, zodat de goederen in de juiste hoeveelheden, op de juiste locaties en op
het juiste moment worden geproduceerd en gedistribueerd, om de systeembrede
kosten te minimaliseren en tegelijkertijd te voldoen vereisten voor serviceniveau
SCM is a set of approaches [ ] to efficiently integrate suppliers, manufacturers, ..., so
that the merchandise is produced and distributed at the right quantities, to the right
locations and at the right time, in order to minimize systemwide costs while satisfying
service level requirements
Deze definitie verteld ons dat er verschillende aanpakken zijn om de twee doelen te
bereiken. Die aanpakken moeten ervoor zorgen dat alle partijen goed samen werken,
want uiteindelijk willen we dat het product gemaakt wordt op de juiste plek, juiste
plaats en in de juiste hoeveelheden.
Two different kind of products:
Binnen supply chain management onderscheiden we twee types producten.
Nature of demand: functional OR innovative
Het eerste type is een functioneel product. Denk hierbij aan simpele nietjes uit een
nietmachine. De vraag hiernaar is vrij stabiel, en goed te voorspellen. Er is weinig
innovatie en de life cycle van zo’n product is eigenlijk vrij lang. Dit zorgt ervoor dat er
,veel competitie is binnen zo’n markt en hierdoor zijn de winstmarges dus vrij laag.
Samenvattend:
Functional: staples
- Stable, predictable demand
- Long life cycle
- Competition thus low profit margins
Het andere type product zijn de innovatieve producten. De eigenschappen hiervan
zijn precies andersom. Denk hierbij bijvoorbeeld aan smartphones of starbucks. Op
dit soort producten zijn er hogere winstmarges, maar er zijn ook veel meer risico’s.
de life cycle is bijvoorbeeld een stuk korter, omdat na een tijdje al het
concurrentievoordeel is weggevaagd. Samenvattend:
Innovative: fashion, B&J, Nespresso, Apple
- Unpredictable demand
- High profit margins
- Short life cycle (few months), great variety
Naast de verschillende producten bestaan er ook verschillende functies binnen de
supply chain:
- Fysieke functie: de fysieke functie is vrij duidelijk en direct zichtbaar. Deze
gaat over het verwerken van grondstoffen in onderdelen, componenten en
uiteindelijk de producten. De kosten die hierbij komen zijn dus productie,
transport en opslagkosten. focus on efficient SC
- Markt bemiddelingsfunctie: deze functie is een stuk minder zichtbaar, maar
toch net zo belangrijk. Het doel van deze functie is om ervoor te zorgen dat
het aanbod op de markt overeenkomt met de vraag van de klanten. Denk
hierbij aan kosten door kortingen en kosten door aankopen die uiteindelijk niet
doorgingen. Bijvoorbeeld omdat er niet genoeg voorraad was. focus on
responsive SC
Hier zien we dan ook het verschil terugkomen tussen een efficiente supply chain,
waar het echt gaat om kostenvermindering en de responsieve supply chain die meer
focust op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Deze types worden ook in de
literatuur door Fisher besproken. Different kind of SC (Fisher’s strategies):
- Efficient
- Responsive
Mismatch causes problems
, Op de afbeelding hiernaast zijn enkele
voorbeelden te zien van verschillende
strategieën voor verschillende
producten. Het is dus heel belangrijk
om de juiste strategie te kiezen. Je
moet je dus eigenlijk realiseren dat de
supply chain niet bestaat. Voor elke
context is er weer net een andere SC
nodig. Generaliseren is vrij moeilijk.
Drie belangrijke elementen van Supply chains:
- Interaction between supply chain and development chain: het is belangrijk om
de supply chain elementen al mee te nemen terwijl je nog aan het ontwerpen
bent.
- Coordination across companies/ global optimization
- Uncertainty and risk
The development chain:
Set of activities and processes associated with new product introduction. Includes:
- Product design phase & research
- Associated capabilities and knowledge
- Sourcing decisions
- Production plans
De development chain kijkt dus naar de ontwikkeling van nieuwe product. Dat gaat
onder andere over hoe een product eruitziet en welke kennis ervoor nodig is.
De impact van de development chain op de
supply chain is dus eigenlijk groot. Maar dat geldt
andersom ook. Het is dan ook belangrijk dat deze
processen eigenlijk met elkaar samenwerken. In
de praktijk is dat een stuk moeilijker dan in de
theorie.
Het tweede element gaat over het coördineren van de
supply chain tussen de verschillende spelers. Dit is om
ervoor te zorgen dat SC voor alle partijen gunstig is.
Binnen een bedrijf lukt het meestal goed om afspraken
met elkaar te maken. Maar tussen verschillende
bedrijven kan dit al een stuk lastiger worden. Je ziet op
de afbeelding rechts dat wanneer er geen
vraaginformatie wordt gedeeld binnen de SC, dat er
dan steeds meer voorraad wordt gehouden. In de
afbeelding daaronder wordt er wel informatie gedeeld.
En is de totale voorraad 53% lager. Het effect van
delen van informatie noemen we het opslinger/
zweepslag effect (bullwhip effect).
Een onderdeel van het coördineren is ook het delen van informatie. Maar we gaan
nog een stap verder. We gaan ook voor een nadrukkelijke integratie tussen de
, partijen. Hierbij delen we niet alleen informatie maar we werken ook samen met
elkaar. Dit laat dan ook zien dat veel supply chains zullen falen wanneer er geen
sprake is van integratie.
- Coordination = integration
Binnen supply chains heeft elke stakeholder een andere doelstelling. We hebben het
net gehad over het belang van integratie. Deze doelstellingen kunnen soms
tegenstrijdig zijn. Zo is het voor fabrikanten gunstiger om grote hoeveelheden te
produceren. Het kost vaak veel geld om een productie in gang te zetten en door de
batches groter te maken gaan hierdoor de gemiddelde setup kosten omlaag. Maar
aan de andere kant wil je ook niet te afhankelijk zijn van 1 specifiek product.
Wanneer we niet flexibel genoeg zijn, om ons aan te passen wanneer de vraag van
de klant wijzigt, dan kan dit tot grote verliezen leiden. Meer downstream in de SC, wil
je zo weinig mogelijk voorraad hebben omdat dit de kosten drukt.
Het laatste element zijn onzekerheden en risico’s. De SC is omgeven door allerlei
onzekerheden en risico’s. Sommige risico’s kun je integreren en de gevolgen ervan
beperken. Onzekerheden daarentegen staan volledig buiten de controle van een
bedrijf en hier heb je weinig invloed op. Denk bijv. aan een tsunami. De grootste
onzekerheid die bedrijven hebben is de klantvraag. Als een bedrijf een nieuwe jas
ontwerpt is het heel lastig te voorspellen hoe de verkopen zullen zijn. Hier kan
forecasting, het voorspellen van de vraag, toch wel interessante rol spelen.
Forecasting neemt nooit de hele onzekerheid weg.
Naast de vraag naar producten moet je ook rekening houden met de lead time/
levertijd. Zowel eenvoudige als complexe producten moeten door een retailer besteld
worden. En dan duurt het nog wel even voordat het geleverd wordt.
Daarnaast zijn er ook nog trends die impact kunnen hebben.
- Zo is er steeds meer aandacht voor lean produceren. Hierbij streeft men
eigenlijk om zoveel mogelijk afval waste te vermijden. En ook volgens die
trend wordt er steeds minder voorraad aangehouden.
- Daarnaast is er steeds meer outsourcing. Als je een pak melk wilt kopen van
Campina, kan het zijn dat de melk vervoerd wordt door een vrachtwagen van
een transportbedrijf en kan de verpakking bijv. gemaakt worden in Polen.
- Die verpakking uit Polen is direct een voorbeeld van offshoring. Dit wanneer
een item uit het Buitenland wordt gehaald. Bij outsourcing gaat het dus om wie
de activiteit uitvoert (het bedrijf zelf of een externe partij), en bij offshoring gaat
het om waar de activiteit wordt uitgevoerd. Een fabriek van Campina in Turkije
is wel offshoring maar geen outsourcing.
Daarnaast zijn er nog andere factoren die de werking van de supply chain
beïnvloeden, zoals natuurrampen (aardbeving, tsunami, enz). Daarnaast heb je ook
nog de politiek, denk hierbij aan handelssancties (embargo) en stakingen.
Key issues in Supply chains: -
Inventory control
- Network configuration
- Production sourcing
- Supply contracts
- Distribution strategies
