Les 1a - Zelfmanagement: begrippen, modellen en meetinstrumenten
Leerdoelen
1. legt in eigen woorden eigen regie, zelfmanagement; empowerment, veerkracht, herstel en
zelfredzaamheid uit;
2. beheerst het Chronic Care Model en het Generiek Model zelfmanagement op grote lijnen;
3. weet wanneer een meetinstrument voor zelfmanagement in te zetten;
4. is op de hoogte van de veelvoud aan meetinstrument voor zelfmanagement en de verschillen
hiertussen.
Begrippen:
Eigen regie: Eigen regie is het vermogen van een zorgvrager om zelf te bepalen op welke
wijze hij/zij het eigen leven inricht en hoe de zorg en/of begeleiding bij eventuele ziekte
daarbij wordt ingevuld. Wat wil ik?
Zelfmanagement: Zelfmanagement is het zodanig omgaan met de chronische aandoening,
dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het leven. Het betekent dat de zorgvrager kan
kiezen in hoeverre hij/zij de regie over het leven in eigen hand wil houden en mede kan
bepalen hoe de zorg eruitziet.
Empowerment: De kern van empowerment is het aan het stuur zetten van de persoon,
zonder diens kwetsbaarheden en ondersteuningsbehoeften te ontkennen. Het gaat uit van
het vermogen van mensen om hun leven vorm en betekenis te geven. Eigen kracht
ontwikkelen en inzetten is de essentie van empowerment. Wat kan ik?
Veerkracht: Veerkracht is het vermogen om goed om te gaan met moeilijkheden,
tegenslagen, veranderingen en stress.
Herstel: Herstel kijkt meer dan naar de genezing van de ziekte alleen. In een herstelproces
wordt persoonlijke balans hervonden na ervaringen van (heftige) psychische ontwrichting.
Het bestaat uit het hervinden van een positief zelfbeeld en het herwinnen van eigen regie.
Een herstelproces is persoonlijk, uniek en verloopt nooit volgens een opgesteld plan.
Zelfredzaamheid: Zelfredzaamheid is het vermogen van iemand om zichzelf te redden op
alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. Het houdt in
dat mensen zich tijdens de ADL (algemene dagelijkse levensbehoeften) kunnen redden.
Chronic Care Model
Het doel van het CCM is om de zorg voor chronisch zieken te verbeteren door goede
samenwerking tussen de patiënt en een team van zorgverleners. Elk element uit het CCM
kan bijdragen aan het verbeteren van deze zorg. De patiënt dient ondersteund te worden bij
het nemen van een actieve rol in het zorgproces. Daarvoor zijn de volgende elementen van
belang:
1. Zelfmanagementondersteuning
De patiënt heeft een regiefunctie in het zorgproces en in zijn/haar eigen leven. De
patiënt moet leren om met zijn ziekte om te gaan en om met zijn/haar beperkingen
zijn/haar maatschappelijke rollen te vervullen.
2. Zorgproces
In de eerste lijn krijgt de patiënt zorg van een multidisciplinair zorgteam, waarbij een
vast aanspreekpunt voor de patiënt de zorg coördineert. In de zorgcontacten dient
steeds aandacht te zijn voor de gezondheidsproblemen maar ook voor de
gezondheidsbevordering en de consequenties van (de behandeling van) de
aandoening voor de kwaliteit van leven.
3. Besluitvorming
, Beslissingen worden samen met de patiënt genomen op basis van gedeelde
besluitvorming. Bij behandeling wordt gebruik gemaakt van richtlijnen en
protocollen die wetenschappelijk getoetst zijn en effectief zijn gebleken.
4. Klinische informatiesystemen
Alle betrokkenen zijn volledig op de hoogte van alle relevante informatie met
betrekking tot het zorgproces. Onderdeel hiervan is het EPD.
5. Maatschappij: beleid en middelen
Bronnen uit de samenleving kunnen benut worden om de zorg te verbeteren. Denk
aan mantelzorg, lotgenotencontact, cliëntenorganisaties.
Door de zorgvrager te versterken kan hij/zij zelf de regie blijven voeren over de zorg en
begeleiding. Een goed voorbereid en proactief team inventariseert de zorgbehoefte van de
zorgvrager en coördineert de zorg. Hierbij wordt een productieve wisselwerking tussen de
zorgvrager en de zorgverlener gestimuleerd.
Het model beschrijft de zorgverlening aan chronisch zieken binnen een bredere
maatschappelijke en beleidsmatige context. Er worden vier niveaus onderscheiden:
community (gemeenschap), organisatie, zorgteam of praktijk en patiënt. In het model krijgt
de patiënt met één (of meer) chronische aandoening(en) een centrale rol in het zorgproces
en daarmee verantwoordelijkheid voor zijn eigen gezondheid. De zorgverlener is er niet
alleen voor behandelingen en verpleging, maar heeft ook een ondersteunende taak. Het
doel van het Chronic Care Model is om de zorg voor de chronische patiënt te verschuiven
van acuut en reactief naar proactief, gepland en gebaseerd op bevolkingsonderzoek.
Generiek Model zelfmanagement
Het Generiek Model Zelfmanagement is een theoretisch raamwerk voor het bevorderen van
zelfmanagement. Centraal staat de persoon met een chronische aandoening die samen met de
zorgverlener vaststelt wat hij/zij zelf kan en wil doen.
De kern van het model is dus de interactie tussen de chronisch zieke en de zorgverlener. Achter de
zorgvrager en de zorgverlener staan belangrijke derden, wat laat zien dat zelfmanagement een zaak
is van de zorgvrager en zijn/haar naasten in samenwerking met de eerste verantwoordelijke
,zorgverlener en de rest van het zorgteam. De begrippen communicatie, partnerschap en vertrouwen
& respect staan tussen beide figuren omdat deze noodzakelijk zijn voor een goede zorgrelatie.
In de eerstvolgende ring staan de competenties die de zorgvrager en zorgverlener nodig hebben om
tot zelfmanagement te komen. Voor de zorgvrager zijn dit ziekte-specifieke kennis en vaardigheden,
vertrouwen in eigen kunnen en vermogen tot zelfontplooiing. Voor de zorgverlener zijn dit
vermogen tot kennisoverdracht, coachvaardigheden en wegwijzen voorzieningen.
De ring daarbuiten zijn aandachtsgebieden voor zelfmanagement, hieronder valt:
- Leven met de ziekte: de ziekte inpassen in het leven en omgaan met de beperkingen
die de ziekte met zich meebrengt
- Eigen aandeel in de zorg: het zelf monitoren, beoordelen en behandelen van de
verschijnselen van de ziekte
- Organiseren zorg- en hulpbronnen: beschikbare zorg en hulp vinden en benutten
- Ervaringskennis: weten hoe de ziekte is en welke impact de ziekte heeft op het leven
en de omgeving.
De buitenste ring bevat omgevingsfactoren en randvoorwaarden die invloed kunnen
uitoefenen op de invulling en mate van zelfmanagement. Al deze externe factoren bepalen
de ruimte waarin het mogelijk is voor de zorgvrager om de regie te nemen en voor de
zorgverlener om zelfmanagement te ondersteunen.
Model bestaat uit vier ringen:
De kern van het model is de interactie tussen de chronisch ziek en zorgverlener. Tussen
beide figuren staan de begrippen die kenmerkend zijn voor het samenspel: communicatie,
partnerschap, vertrouwen en respect.
, De eerste ring om de kern staan de belangrijkste competentiegebieden die van belang zijn
bij zelfmanagement. Voor de mens met een chronische aandoening zijn dat ziekte specifieke
kennis en vaardigheden, vertrouwen in eigen kunnen en het vermogen tot zelfontplooiing.
De tweede ring bevat aandachtsgebieden: onderwerpen die aandacht verdienen willen
mensen met een chronische aandoening de regie kunnen nemen. Deze onderwerpen zijn:
ervaringskennis, leven met de ziekte, eigen aandeel in de zorg en organiseren van zorg en
hulpbronnen.
De buitenste ring bevat de omgevingsfactoren en randvoorwaarden die invloed kunnen
uitoefenen op de invulling en mate van zelfmanagement.
Meetinstrumenten zelfredzaamheid
Het doel van het instrument Alle instrumenten hebben als doel de (mate van) zelfredzaamheid te
meten van de patiënt. De zelfredzaamheidsmatrix, de zelfredzaamheidsmonitor, de
zelfredzaamheidsradar en de zelfredzaamheidsmeter noemen dit ook ‘zelfredzaamheid’. Het Palet,
ontwikkelaar van ‘De Zelfstandigheidslijst’, noemt dit ‘zelfstandigheid’. De Effecten Ster heeft niet als
doel ‘het meten van zelfredzaamheid’, maar het inzichtelijk maken van het proces en de effecten
van het hulpverleningsproces waardoor het instrument de ontwikkeling in de zelfredzaamheid van
de cliënt versnelt. Ten slotte neemt de zelfredzaamheidsmeter (Vilans) ook ‘eigen regie’ mee in het
instrument
Toepassing Alle instrumenten kunnen gebruikt worden om de zelfredzaamheid in kaart te brengen
en aansluitend hierop behandeldoelen te stellen. De Zelfredzaamheidsmatrix en de
Zelfredzaamheidsmonitor beogen daarnaast andere toepassingen te hebben, zoals voortgang en
ontwikkeling, results outcome monitoring en richtlijnen voor interventies. De meter, de radar en de
zelfstandigheidslijst richten zich minder op dit soort toepassingen.
SeMaS (Self Management Screening): vragenlijst van 26 vragen waarvan de uitslag
wordt weergeven in cirkels. Hoe groter de cirkels, hoe beter de patiënt in staat is tot
zelfmanagement.
PAM (Patient Activation Measure): meet kennis, vaardigheden en vertrouwen in het
kunnen managen van de eigen gezondheid of ziekte. De vragenlijst telt dertien
uitspraken waarbij mensen op een vijfpuntsschaal moeten aangeven in hoeverre ze
het eens zijn met deze uitspraken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoëvermeer1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.